1 / 30

De verwerving van het Nederlands meervoud

De verwerving van het Nederlands meervoud. Judith van Wijk Judith.vanWijk@let.uu.nl. Regelmatig vs. onregelmatig. walk-walked-walked vs. drink-drank-drunk cat-cats vs. mouse-mice. Theorie ën. Alleen regels (Chomsky, 1968)

beata
Télécharger la présentation

De verwerving van het Nederlands meervoud

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De verwerving van het Nederlands meervoud Judith van Wijk Judith.vanWijk@let.uu.nl

  2. Regelmatig vs. onregelmatig walk-walked-walked vs. drink-drank-drunk cat-cats vs. mouse-mice

  3. Theorieën • Alleen regels (Chomsky, 1968) • theorie werkt met onderliggende representaties maakt het moeilijk leerbaar • Connectionistisch model (Rumelhart & McClelland, 1986) • alles is opgeslagen  kan slecht met nieuwe woorden omgaan

  4. Words-and-Rules theorie(Pinker, 1999) • Onregelmatig → opslag • Regelmatig → regel

  5. Regels • Een affix wordt aan de stam toegevoegd als die stam niet in het mentale lexicon wordt gevonden  defaultaffix Engels meervoud: -s (boats, houses) Duits meervoud: -s (Autos, Parks)

  6. Opslag van regelmatige vormen • frequente vormen die rijmen op een onregelmatige vorm (blink (Pinker, 1999)) • als zowel onregelmatige vorm als regelmatige vorm van een woord acceptabel is (dreamed/dreamt (Pinker, 1999), fish/fishes)

  7. Criteria voor een defaultaffix Kan worden toegevoegd aan: • Nieuwe woorden • Leenwoorden • Acroniemen • Namen

  8. Nederlandse default? • Nieuwe woorden → merkels, guiken • Leenwoorden → ciabatta’s, fezzen • Acroniemen → PABO’s, HATten • Namen → de van Dijks, de van Wijken

  9. Nederlandse meervoudsvorming Klemtoon en finale klank

  10. Klemtoon • Ritme-regel  streven naar trocheïsch patroon finale klemtoon  -en prefinale klemtoon  -s

  11. Finale klank Obstruent  -en (takken) Sonorant  -s (lakens) Klinker  -s (foto’s) Diphthong  -en (uien)

  12. Regels voor meervoudsvorming • -en • beklemtoonde laatste lettergreep met een finale medeklinker (bomen) • onbeklemtoonde laatste lettergreep met een finale obstruent (olifanten) • -s • onbeklemtoonde laatste lettergreep met finale sonorant (fakkels) • finale klinker (menu’s)

  13. Het Nederlands meervoud

  14. Onderzoeksvragen • Hebben kinderen die Nederlands verwerven een defaultaffix voor het meervoud? • As ze een defaultaffix hebben, kiezen ze dan een van de twee als default, of zijn ze ieder binnen hun eigen domein de default? • Doen alle kinderen hetzelfde? • Maken kinderen ook gebruik van de factoren klemtoon en finale klank bij de selectie van het meervoudsaffix?

  15. Wug-test

  16. Test-personen • Volwassenen • 11 volwassenen • Kinderen 4 en 5 jaar • 18 kinderen 4 jaar cross-sectioneel • 18 kinderen 5 jaar • Kinderen 3 jaar • 18 kinderen 3 jaar longitudinaal

  17. Items • klemtoon op laatste, voorlaatste, of voor-voorlaatste lettergreep (3) • laatste klank obstruent, sonorant, klinker of diphthong (4) • 3 x 4 = 12 mogelijke combinaties  allemaal vertegenwoordigd

  18. Items (2)

  19. Data • 3 soorten antwoorden: • -en • -s •  • 3 manieren van analyse: • finale klank • klemtoonpatroon • klemtoonpatroon x finale klank

  20. Resultaten volwassenen • redelijk consistent • latinate vormen: praditi, monitara • personen met voorkeur voor –en en personen met voorkeur voor –s • paar keer   meestal bij woorden met een enkelvoud op –s zoals pibos.

  21. Resultaten 4-jarigen • meeste gebruikte affix: -en • veel individuele verschillen • wel vaak een voorkeur voor een bepaald affix.

  22. Resultaten 5-jarigen • meest gebruikte affix:   vooral op plaatsen waar regels tegenstrijdige voorspellingen doen (bv. prefinale klemtoon met een finale obstruent) • -s is populairder dan bij 4-jarigen • ook kinderen met voorkeur voor bepaald affix

  23. Finale klank • alle leeftijden: • finale klinker  -s • finale diphthong  -en • finale plosief  -en • in overeenstemming met de patronen in het volwassen Nederlands

  24. Klemtoon • de Ritme-regel is terug te vinden in alle leeftijdsgroepen, maar niet iedereen volgt de regel even strict.

  25. Klemtoon x finale klank • Het combineren van de prosodische factoren geeft betere voorspellingen • Wanneer de twee factoren dezelfde voorspelling doen  sterke voorkeur • Wanneer de twee factoren tegenstrijdige voorspellingen doen  verwarring, wat bij sommige kinderen tot gebruik nul-affix leidt

  26. Algemeen resultaat • Meest opvallend: • -s wordt populairder naarmate kinderen ouder worden. Dit gaat ten koste van –en. • als –s en –en dichter bij elkaar komen qua populariteit komen er ook meer woorden met een nul-affix, mogelijk door verwarring bij het kind.

  27. Conclusie • Kinderen lijken inderdaad gebruik te maken van een defaultaffix bij de verwerving van het Nederlands meervoud. • Zowel –en als –s worden gebruikt als meervoudsaffix  2 defaults? • Veel individuele verschillen, maar wel patronen zichtbaar. • Kinderen lijken zowel klemtoon als finale klank te gebruiken bij bepalen juist meervoudsaffix.

  28. Longitudinaal onderzoek • 3-4 jaar oud • elke ca. 3 maanden getest gedurende 1 jaar • bij 1e test: 2;8,10 – 3;3,0 (24 kinderen)

  29. Voorlopige resultaten • eerste resultaten: - sommige kinderen produceren nog geen meervouden • paar kinderen met alleen –en bij non-woorden • sommige kinderen produceren zowel meervouden met –s als met -en

More Related