1 / 10

Argumenten voor evolutie

Argumenten voor evolutie. leven. Aarde 4,6 miljard jaar leven is ontstaan tussen 4 miljard jaar geleden en 3,6 miljard jaar geleden Uit eenvoudige vormen  complexere Mutaties Recombinaties Natuurlijke selectie Isolatie Soorten ontstaan en weer uitgestorven.

benny
Télécharger la présentation

Argumenten voor evolutie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Argumenten voor evolutie

  2. leven • Aarde 4,6 miljard jaar • leven is ontstaan tussen 4 miljard jaar geleden en 3,6 miljard jaar geleden • Uit eenvoudige vormen  complexere • Mutaties • Recombinaties • Natuurlijke selectie • Isolatie • Soorten ontstaan en weer uitgestorven

  3. Stromatolieten kunnen worden gevormd door koloniën van eencelligen zoals cyanobacteria of chlorophyta. fossielen • Paleontologie bestudeert fossielen • Versteende overblijfselen van organismen • afdrukken van organismen in gesteenten • Ontstaan fossielen • Bedekt met sedimenten (zand of kleideeltjes) • druk van bovenliggende laag  sedimentgesteenten stromatolieten Deel van plant  hoe zag plant er uit

  4. aardlagen • Als je weet hoe oud aardlaag is  weet je hoe lang geleden het organisme leefde • Ingewikkeldste organismen in jongste gesteenten •  later ontstaan • Sommige over groot gebied verspreid en daarna uitgestorven • = gidsfossielen •  geschikt voor bepaling ouderdom aardlaag Dickinsoniacostata, waarvan niet bekend is tot welke groep het behoort.

  5. gidsfossiel • Voor het Cambrium zijn trilobieten de belangrijkste gidsfossielen, • voor het Ordovicium, Siluur worden ook graptolieten gebruikt en • voor Devoontot het Krijt vaak ammonieten.

  6. homologie • Homologe organen • vertonen overeenkomst in bouw • hebben een gelijke embryonale ontstaanswijze •  Gemeenschappelijke voorouder • Door aanpassing aan verschillende milieus •  verschillende functie • Analoog = zelfde functie • functie vleugels bij en duif: om te vliegen • Niet ontstaan uit zelfde grondvorm, geen verwantschap

  7. Homologie van de botten van de hand bij verschillende zoogdieren. • IMens, II Hond, III Varken, IV Koe, V Tapir, VI Paard Grondplan=bij amfibie, reptiel, zoogdier en vogel

  8. Rudimentaire organen • Aanpassing aan milieu •  organen kunnen hun functie verliezen •  in loop evolutie verdwijnen • Soms nog resten van de ze organen bij organismen •  rudimentaire organen • hebben een gelijke embryonale ontstaanswijze •  Gemeenschappelijke voorouder c. Blinde darm bij een paard

  9. DNA-matching en andere overeenkomsten • Mitose en meiose overal op zelfde manier • Celprocessen gelijkend • Organismen uit dezelfde stoffen opgebouwd • Hoe meer stoffen gelijkend •  meer verwantschap • Bv DNA matching • Mate waarin DNA van dieren reageert met DNA van mens • (als eerst DNA ontdubbeld is  gelijkende stukken DNA kleven aan elkaar)

  10. http://www.dumpert.nl/mediabase/2233891/f7448efc/ode_aan_d...http://www.dumpert.nl/mediabase/2233891/f7448efc/ode_aan_d... longvis

More Related