1 / 79

HIV/AIDS en relaties

HIV/AIDS en relaties. Intro: AIDS-bekerspel. Intro: AIDS-bekerspel. Waarom belangrijk voor stagiairs?. Uit een stageverslag van vorig jaar (Suriname):

Télécharger la présentation

HIV/AIDS en relaties

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. HIV/AIDS en relaties

  2. Intro: AIDS-bekerspel • Intro: AIDS-bekerspel

  3. Waarom belangrijk voor stagiairs? • Uit een stageverslag van vorig jaar (Suriname): Als je een meisje bent, bereid je voor op heel veel aandacht van Surinamers. Let echter op dat je er niet meteen intuint! Surinaamse jongens houden wel eens lijstjes bij en veroveren stagiaires puur voor de sport.

  4. Waarom belangrijk voor stagiairs? • Relaties • Players • Ticket naar een beter leven • Andere kijk op relaties • Ver van huis, vrijheid blijheid • HIV • Je ziet het niet aan een persoon • Verzorgde, gezond ogende mensen • Intelligente mensen • De meesten kennen hun status niet • Andere kijk op HIV/AIDS in andere culturen

  5. Waarom belangrijk voor stagiairs? Case Zimbabwe: Vorig jaar nam een stagiaire haar vriendje uit België mee op stage. Daarom vond het team in Zimbabwe het niet nodig om haar te waarschuwen voor lokale players en haar uitleg te geven over HIV/AIDS, wat ze bij de andere studenten wel hebben gedaan. Halverwege stuurde de stagiaire haar vriendje echter naar huis. Het VVOB-team kwam erachter dat ze eigenlijk een lokaal vriendje had leren kennen. Wanneer het team bij de stagiaire toetste hoe het stond met haar kennis over HIV/AIDS, was deze bedroevend. Het team maakte zich ernstig zorgen, en gaven alle stagiairs nog eens een stoomcursus. • Heeft het team dit juist aangepakt? • Wat vinden jullie ervan om jullie vriendje/vriendinnetje mee te nemen op stage?

  6. Feiten over HIV/AIDS Oefening: rangschik van hoog naar laag: Percentage bevolking besmet • Zambia • Ecuador • Zuid-Afrika • Suriname • Vietnam • Zimbabwe • Cambodja • België • Rwanda

  7. Feiten over HIV/AIDS Percentage besmet (seksueel actieve bevolkingslaag): • België: 0,2 % • Ecuador: 0,4 % • Vietnam: 0,4% • Cambodja: 0,5 % • Suriname: 1% • Rwanda: 3 % • Zimbabwe: 14% • Zambia: 16 % • Zuid-Afrika: 18% Nog hoger in grote steden en bepaalde bevolkingsgroepen

  8. Feiten over HIV/AIDS Hot item: campagnes Zimbabwe: road sign Suriname: AIDS-klok

  9. Feiten over HIV/AIDS Aanwezig in TV-series Voorbeeld: Shuga (Kenia) Fragmenten

  10. Feiten over HIV/AIDS • Evolutie • Cijfers gaan op en af • Men maakt zich minder zorgen, onterecht • Zimbabwe: 15%, maar komt van 25%. Willen deze cijfers zeggen dat er minder mensen besmet worden? • Veel besmette personen overleden • Mensen gemigreerd • Mensen geïsoleerd, geen toegang meer tot gezondheidszorg, worden niet meer geteld

  11. Feiten over HIV/AIDS • Overdracht van HIV • Seks, moeder-op-kind, bloedtransfusies/naalden • Vooral heteroseksuelen • Niet: tranen, zweet, urine, speeksel (handen schudden, samen eten, openbaar toilet, tongzoenen, insectenbeten) • Wel: bloed, etter, sperma/voorvocht, vaginaal vocht • Vaginale seks • Anale seks: groter risico (minuscule wondjes) • Orale seks: kleiner risico wanneer geen zweertjes. Kans op overdracht tussen 1 en 10% Andere soa’s vergroten het risico sterk (minuscule letsels in de slijmvliezen)

  12. Feiten over HIV/AIDS • Kans op overdrachthangtaf van plaatswaar virus binnendringt, via welkelichaamsvloeistof en in welkefase van de ziekte de besmettepersoonzit. • Welkelichaamsvloeistofheeft de hoogsteconcentratie virus? Rangschik van hoognaarlaag. • Vaginaalvocht • Sperma • Bloed • Urine • Pus uit de urinebuis

  13. Feiten over HIV/AIDS • Oplossing: van hoognaarlaag: • Pus uit de urinebuis (bv. doorandereSOA’s) • Sperma • Bloed • Vaginaalvocht • Urine => Bij vaginale seks lopen mannen lichtjes minder risico dan vrouwen.

  14. Feiten over HIV/AIDS • Bescherming • Condoom, indien correct gebruikt en goede kwaliteit • Test • Geen AIDS-test, maar HIV-test • Na zes weken: sneltest (wel kans op vals-positief) • Na drie maanden: standaardtest

  15. In ontwikkelingslanden Waarom echte epidemie in sommige landen? • Invloed religie: taboe op condoomgebruik • Armoede: condooms te duur • Armoede: vrouwen moeten zich prostitueren • Slecht bestuur (overheid te lang ontkend) • Taboe op de ziekte: HIV-positieven worden vaak verstoten, willen zich daarom niet laten testen • Slechte gezondheidzorg • Moeder-op-kind overdracht (veel kinderen)

  16. Misvattingen Andere perceptie van HIV/AIDS in ontwikkelingslanden: • Ontkenning cijfers besmettingen • In twijfel trekken dat HIV tot AIDS leidt • Misvattingen over bescherming (vb: Jacob Zuma, Zuid-Afr)

  17. Misvattingen

  18. Tot slot Keniaanse reclamespot

  19. Veiligheid

  20. Veilig • VVOB-landen relatief veilig • Anders annuleert VVOB de stage • Voorstel andere stageplaats • Criteria: • Niet enkel website van buitenlandse zaken • Ook: observatie van VVOB-medewerkers ter plaatse • Rondvraag: Hoe zou Brussel worden omschreven op buitenlandse websites, als men enkel naar de criminaliteit of nieuwsberichten zou kijken?

  21. Enkele gevallen • Zimbabwe: Stagiaire overvallen • Zambia Diefstal hotelkamer • Ecuador Gevaarlijke betoging – gebeten door hond – 2x overvallen • Suriname Inbraken bij VVOB-medewerkers Bepaalde wijken van de stad te mijden, ook overdag • Cambodja: diefstal • Rwanda Geen vrije meningsuiting

  22. Opletten • Verkeer

  23. Opletten • Wetten van het land: gevangenisstraffen • Drugs • Respect voor de overheid • Homoseksualiteit

  24. TIPS Welke tips kunnen jullie nu bedenken ivm veiligheid? • Zelfde voorzichtigheid als in grootstad in België • Niet met je rijkdom te koop lopen • Geen te waardevolle zaken meenemen • Kopies van papieren, back-ups van materiaal • Weten waar/wanneer niet te gaan • Niet iedereen vertrouwen • Geen waardevolle zaken open en bloot • Do as the Romans do: gedraag je niet als een toerist, maar alsof je er thuis hoort

  25. TIPS MAAR OOK... • Niet te angstig! • Slechts klein aantal studenten maakt iets mee • Kans op diefstal = bestaande. Kans op geweld = heel klein • Je kan niet alles vermijden, soms gewoon dikke pech • Luisteren naar raadgevingen van VVOB-medewerkers

  26. Gezondheid

  27. Algemeen • Raadgevingen dokters tropische geneeskunde volgen • Vaccinaties in orde • Raadgevingen VVOB-medewerkers ter plaatse • Noodzakelijke medicatie meenemen (handbagage)

  28. Concreet • Persoonlijke bevindingen per continent van VVOB-medewerkers

  29. Bestaande gezondheidsproblemen • Bestaande gezondheidsproblemen niet negeren • Verdwijnen niet in het buitenland • Minder medische zorg • Indien nodig wel goede ziekenhuizen in de hoofdstad (duur) of naburig land • Geschiedenis van mentale problemen • Kan weer de kop opsteken (ev. malaria-medicatie) • Door cultuurshock (vicieuze cirkel)

  30. Papierwerk • Sterk aangeraden: aanvullende reisverzekering (repatriëring) • Voorbeeld Zambia • Formulieren met gegevens in nood invullen • Papieren voor speciale medicatie (naalden)

  31. Case Je woont in de buurt van een stad bij een gastgezin. Andere stagiairs hebben met elkaar afgesproken in de stad maar het is te ver voor jou om altijd naar daar te gaan. Bovendien voel je je die avond er ziek, overgeven en diarree. Het wordt alleen maar erger en je weet niet meer wat je moet doen. Je hebt het gevoel dat je hier niet echt mee bij je gastgezin terecht kan, je hebt behoefte aan een schouder om op uit te huilen maar ze lijken hier geen begrip voor te hebben. • Andere perceptie op ziekte in andere culturen • Onder welke omstandigheden houd je het vol om pas de volgende ochtend actie te ondernemen? • Welke oplossingen zouden er door jou gekozen kunnen worden? • Hoe hard heb je het op dat moment nodig om het thuisfront te bellen? • Wat zijn de achterliggende ideeën hierbij om hen te willen inschakelen? • Wat levert dit je op? • Hoe zouden zij zich daarbij voelen?

  32. Rondvraag • Wie is er bang om wat hij/zij allemaal kan tegenkomen? • Waarom? • Wie is er nogal gerust op? • Waarom? • Van wie zijn de ouders erg ongerust? • Hoe ga je hiermee omgaan?

  33. Cultuurshock

  34. Wat is dat hier? • Cultuurshock: Totale ontsteltenis bij het aanschouwen van een exotisch ritueel?

  35. Wat? • Cultuurshock: Subtieler • Wat denken jullie dat een cultuurshock is?

  36. Aanpassing

  37. Aanpassing

  38. Cross-cultural adjustment • Wittebroodsweken: euforie • Er helemaal in opgaan, alleen de leuke/spannende dingen zien, er het beste van maken, België stom vinden • Cultuurshock (na enkele uren/dagen/weken/maanden) • Angst, afkeer nieuwe gebruiken, desoriëntatie, stress, heimwee, eenzaamheid. Vermoeid (denken in andere taal). • Depressie, apathie: geen motivatie, slapeloosheid, niet uit bed kunnen, geen energie hebben om dingen af te maken. • Boosheid, prikkelbaarheid. Op anderen of jezelf (waarom wilde ik dit doen? Schuldgevoel, twijfel) • Mijmeren: In gedachten of in werkelijkheid terugkeren naar herkenbare momenten, op zoek naar zekerheden. Bv. andere Westerlingen opzoeken, kaas gaan kopen, ... • Aftellen

  39. Cross-cultural adjustment • Zich afsluiten van de realiteit: zich opsluiten, contact mijden, vluchten in een boek, voortdurend met thuis bellen, ... • Kleine kwaaltjes en ziektes Sommigen blijven hangen in deze fase. Anderen gaan verder: • Fase van aanpassing: geleidelijke aanvaarding, je draai vinden. Beter kunnen functioneren. Routine. • Competentie (na 8 maanden – 1 jaar): probleemloos en effectief functioneren.

  40. Eenzaamheid Case: alleen op een college in Zambia Na enkele dagen samen met de andere studenten in de hoofdstad gezeten te hebben, vertrok de studente alleen naar een afgelegen lerarenopleiding. De eerste nacht geraakte ze in paniek: ze kon hier absoluut geen dag langer blijven, zou hier ongelukkig worden. De volgende dag nam ze de bus terug naar de hoofdstad. • Wat zouden jullie hebben gedaan? • Zijn jullie al lang van huis weggeweest? • Deze studente was al enkele maanden op Erasmus geweest, wat ouder en vrij zelfstandig. • Het kan iedereen overkomen...

  41. Tips • Geef het enkele weken tijd. • Bekijk je verwachtingen opnieuw. • Stel kleine doelen. • Beoordeel het handelen van andere mensen niet volgens je eigen waardepatronen. Ga niet uit van het negatieve. • Zie het als een leermoment: je wilde een andere manier van leven ontdekken en jezelf tegenkomen. • Zorg goed voor jezelf. Ontwikkel een routine. • Als je behoefte hebt om het thuisfront te horen, doe dat dan gerust. Investeer ook echter in je leven ter plaatse. • Het is maar een korte periode, haal er alles uit!

  42. Tips Belangrijk om te (h)erkennen dat je een cultuurshock hebt, en dat de gevoelens die je voelt normaal zijn. • Gevoelens van twijfel betekenen niet dat je een verkeerde keuze hebt gemaakt met je stage • Gevoelens van angst betekenen niet noodzakelijk dat je echt in gevaar bent • Vertrouw erop dat het beter zal gaan, ook al kan je dat je op dat moment niet voorstellen

  43. Omgekeerde cultuurshock De manier van leven in Rwanda is totaal verschillend met de manier van hier. De mensen leven er veel rustiger, maar ook veel oprechter dan hier. Er worden sneller emoties getoond. De mensen benaderen je enorm oprecht, waardoor ik mij er heel snel thuis voelde. Het terugkeren naar huis was het moeilijkste moment van mijn hele stageperiode. Wat ik in Rwanda achterliet was in die drie maanden tijd voor mij zo kostbaar geworden dat ik het echt lastig had om dat achter te laten. • Echte omgekeerde cultuurshock, of stageland geïdealiseerd? • Niet iedereen zal een diepe cultuurshock meemaken omdat de periode te kort is (honeymoon-fase)

  44. Attitude in een andere cultuur

  45. Inleiding • Groepjes per land/continent, zonder al te veel te generaliseren, etiket te plakken op inwoners van land. • Aantal principes die gelden voor de meeste andere culturen (onze cultuur = uitzondering!) • Open basishouding van waaruit je elke andere cultuur kan leren kennen • Concrete gebruiken en gewoonten: zie voorbereidende opdracht (te bekijken met VVOB-team in land)

  46. Case Een student loopt stage op een middelbare school in Zambia. Op een dag krijgt het VVOB-kantoor in Zambia telefoon van de directrice van de school. “ We hebben problemen met de stagiair. Hij gedraagt zich heel onrespectvol. Zo kunnen wij niet samenwerken. Wie denkt hij wel dat hij is?” Wat denk je dat de stagiair misdaan heeft?

  47. Hiërarchie Hiërarchie • Case scholenbandstage in Zambia • Minder sturing door begeleider → zelfstandigheid, initiatief nemen = pos. • Maar... • Hiërarchie respecteren, geen mensen passeren. Formele toestemming vragen. • De tijd nemen, niet te eisende houding (mensen voor de borst stoten → het zal nog langer duren) • Andere cultuur: ongeduldige mensen = onvolwassen mensen • Belang van het individu <> belang van de groep (individualistische cultuur vs. groepscultuur)

  48. Groepscultuur • Sociale cultuur: gastvrij ontvangen Gepaste reactie: na vertrek aan je gastgezin laten weten hoe het met je gaat, of je goed bent thuisgekomen

  49. Respect, trots

  50. Respect, trots RESPECT • Voorbeeld professor Kabuta • Andere cultuur: mensen die de omgangscodes niet respecteren, zijn sociaal onvolwassen • Ander voorbeeld? • Leerkracht niet verbeteren voor het oog van de klas • “Wat wel een groot verschil is met België, is dat de leerlingen in Rwanda enorm veel respect hebben voor jou als leerkracht en als mens. Een groot verschil met de manier waarop sommige leerlingen bij ons zich gedragen op school.”

More Related