1 / 30

Studierichting IPD MATERIALEN en VERVAARDIGEN modulecode: MAT4A Lesstofwijzer 2008-2009 blok 2

LeerdoelenNa afronden van deze module is de student in staat:Bij het draaiproces het juiste snij-materiaal te kiezenBij het draaiproces voor de uit te voeren bewerking de juiste beitel te kiezenHet juiste gereedschap te kiezen om een gat volgens specificaties te bewerkenBij een freesbewerking t

darryl
Télécharger la présentation

Studierichting IPD MATERIALEN en VERVAARDIGEN modulecode: MAT4A Lesstofwijzer 2008-2009 blok 2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. Studierichting IPD MATERIALEN en VERVAARDIGEN modulecode: MAT4A Lesstofwijzer 2008-2009 blok 2 Studiemateriaal : Industrile Productie Kals/Luttervelt/Moulijn Studiebelasting: 60 SBU Lesuren/week: 2 groep: H2 Docent: RAD Lesstof overzicht MAT4A Les nr.Lesstof Omschrijving aantalpag .College uren 4.1 H5Verspanen Efficintie PrincipeSnijmaterialen Standtijd 10 2 4.2 H5Draaien Technologie Spaanvorming De draaimachine Bewerkingsmogelijkheden 9 2 4.3 H5Gatbewerkingen Technologie BorenBoormachines Nabewerkingen 8 2 4.4 H5Frezen Technologie FreesgereedschappenSlijpen Technologie Rechtlijnige hoofd bewegingen Nabewerkingen Snijvloeistoffen 12 2 4.5 H8Verbinden Indeling Lassen 10 2 4.6 H8Solderen en lijmen Kitten Verbinden met verb. elem. Vormverbinden 10 2 4.7 Inhaal en voorbereiding tentamen 2 Tentamen 2 Toetsing: - Tentamen, en een herkansing* * Boeken en/of aantekeningen zijn in beide gevallen niet toegestaan!

    2. Leerdoelen Na afronden van deze module is de student in staat: Bij het draaiproces het juiste snij-materiaal te kiezen Bij het draaiproces voor de uit te voeren bewerking de juiste beitel te kiezen Het juiste gereedschap te kiezen om een gat volgens specificaties te bewerken Bij een freesbewerking te kunnen kiezen tussen meelopend dan wel tegenlopend frezen Aan de hand van een producttekening het juiste slijpproces te kiezen Aan de hand van een samengesteld product het juiste lasproces te kiezen Aan de hand van een samengesteld product te kiezen tussen lijmen of solderen De student heeft kennis van: Geometrie van het snijgereedschap Optredende gereedschapslijtage Diverse snijmaterialen en hun toepassingsgebied Spaanbeheersing Diverse mogelijkheden om een gat te bewerken Diverse freestypen Diverse verbindingsmogelijkheden Sharepoint, modulen in blok 2 http://www.it.fnt.hvu.nl/~hrademaker/MAT4A/

    6. Verspanen met geometrisch Verspanen met geometrisch gedefinieerde snijkanten ongedefinieerde snijkanten * Draaien * slijpen * Boren * honen * Kotteren * leppen * Ruimen * Frezen * Schaven * Steken * Trekfrezen * Zagen * Vijlen

    7. Bij verspanen is sprake van materiaalverspilling tot wel 90-95 % i.p.v. massief overstappen op een halffabricaat (gietstuk o.i.d.) CNC simultaanbewerking zoals in fig. 5.1 Gebruik maken van een palletwissel Matrixbord met ingestelde gereedschappen Droog verspanen i.v.m. koelvloeistof problematiek

    8. Factoren die invloed hebben op het verspaningsproces

    9. Conclusie: Afnemende bewerkingen zijn weinig efficinte processen, in het algemeen kiest men bij toenemende productaantallen eerder voor niet verspanende bewerkingsmethoden.

    10. Wat kunnen we van het snijdend gereedschap zeggen? a) harder moet zijn dan het te verspanen materiaal; b) zo lang mogelijk scherp blijft en dus slijtvast is; c) een wigvorm heeft, om het materiaal te kunnen afschuiven.

    11. De hoeken onder de loep genomen Wighoek 1e het te bewerken materiaal. 2e snijmateriaal van het snijdend gereedschap, neemt toe bij toenemende hardheid van het snijmateriaal. Vrijloophoek 1e beperken van de wrijving. (niet te groot/ klein) Spaanhoek Belangrijke factoren welke een rol spelen! 1e het te bewerken materiaal. 2e het snijmateriaal.

    12. We kunnen te maken hebben met: * een positieve spaanhoek * een negatieve spaanhoek

    13. Verhouding snedediepte en voeding (a/f - verhouding)

    14. Krachten die bij het verspanen optreden

    15. Warmte en slijtage

    16. Ontstaan van slijtage - Invloed temp., (ontlaten) HSS 500 - 600C HM hoge temp. + snijkracht - Diffusie slijtage, oplossen wolfraamcarbide bij temp. boven de 800 900C bij ongecoat HM - Slijtage door vastwellen, telkens verbreken van laspunten waarbij zowel materiaal uit het product en snijmateriaal gerukt kan worden. Tegengaan door: - verhogen v/d snijsnelheid; - gecoat HM of keramisch snijmateriaal; - spaanhoek groter kiezen; - smerende koelvloeistof toepassen bij HSS.

    17. Snijmaterialen Eisen aan het snijgereedschap: 1) moet hard zijn; 2) moet slijtvast zijn; 3) moet taai zijn; 4) moet drukvast zijn; 5) moet warmtevast zijn; 6) de wrijvingscofficint tussen beide materialen moet laag zijn; 7) het materiaal mag geen chemische verbinding aangaan; 8) bestand tegen temperatuur schokken. Keuze welke snijmaterialen: - gereedschapstaal; - snelstaal; - hardmetaal; - keramisch materiaal; - CBN; - diamant.

    18. Welke soort en kwaliteit men kiest is afhankelijk van de bewerkingsomstandigheden zoals: - het uitgangsmateriaal; - de stabiliteit en opspanning van het werkstuk; - de stabiliteit van de machine; - het vermogen van de machine; - de soort bewerking; - de hoeveelheid te verspanen materiaal per tijdeenheid. En - uit ervaring; - op voorstel van de leverancier; - keuze uit de brochure van de fabrikant.

    19. Toenemende warmteontwikkeling tijdens verspanen als: * snijsnelheid wordt opgevoerd; * sprake is van een grotere voeding en snedediepte.

    20. Welke snijmaterialen ? Ongel. gereedschapstaal - C-gehalte ( 0,6 - 1,5 %) - warmtebehandeling (harden & ontlaten) nadeel: - geringe warmtevastheid Snelstaal - aangeduid als SS / HSS - aanwezige elementen Cr, Mo, V en W zijn carbidevormers, Co benvloed de warmtevastheid Kortom, grote invloed van legeringselementen en het percentage waarin ze hierin voorkomen. Uitvoering: als zgn. Toolbits / stompgelast

    21. Hardmetaal - element Fe niet aanwezig, er is dus geen sprake van staal! Het fabricageproces, carbiden & bindmiddel persen + sinteren + eindbewerking Uitvoering: hard - gesoldeerde plaatjes of d.m.v. klemsystemen in de houder. Eigenschappen: sinterbaar in verschillende materiaal combinaties, vormen en afmetingen; 2) zeer hard, bewerking met speciale middelen; 3) zeer warmtevast (3x snijsnelheid t.o.v. HSS); 4) gevoelig voor plaatselijke temperatuurverschillen (spanningen, gevolg scheuren); 5) gevoelig voor gezwavelde snijolie (reactie zwavel met bindmiddel Co); 6) zeer bros, stoten en trillen vermijden; 7) zwaar.

    22. Soorten en keuze HM De keuze is afhankelijk van de volgende factoren: * groep P ? langspanige staalsoorten. Te bewerken materiaal * groep M ? algemeen gebruik en gemiddelde prestaties. * groep K ? gietijzer, non-ferro en niet metalen. 2) De soort van bewerking en bewerkingsomstandigheden. Continue of onderbroken spaan? 3) De hoeveelheid te verspanen materiaal per tijdeenheid. 4) De bewerkingsomstandigheden (stabiliteit van het geheel). 5) Trillingen, oppervlakte gesteldheid (gietkorst, wals- of smeedhuid?) van het uitgangsmateriaal. Invloed legeringelementen via materiaalkunde!

    23. Gecoat hardmetaal Is ontstaan uit een compromis tussen slijtagebestendigheid (hard) zijn en taaiheid. Doel: Verbeteren van de slijtvastheid en het voorkomen van kolk- en vrijloopvlak slijtage; Bestaat uit het aanbrengen van n of meer beschermende mantels of deklagen op/om het hardmetaal. Te behalen voordelen: - beter warmtevast; - snijsnelheid met 20 - 50 % te verhogen; - taaiheid drager blijft stabiel. Nadelen die genoemd kunnen worden zijn: - Ongeschikt om mee na te bewerken en zachte materialen (Al) te bewerken. Oorzaak zijn de afgeronde snijkanten, aangebracht om de hechting te vergroten.

    25. Keramisch snijmateriaal Basismateriaal is Aluminiumoxide AlO Eigenschappen: - Hoge hardheid; - Zeer slijtvast; - Chemisch bestendig. Fabricageproces, zelfde als bij HM Nadelen, gekeken naar eigenschappen: minder warmtegeleidend; - uitermate gevoelig voor plaatselijke temperatuur verschillen/schommelingen; - brosser. Toepassing: Bewerken van homogene en harde materialen en materialen die in hoge mate slijtend werken op het snijgereedschap.

    26. Diamant en kubisch boornitride (CBN) Nadeel: - zr bros; - werkstuk St/GIJ? Koolstofopname uit diamant! - beperkt stabiel bij temp. 600 - 700 C versnelde slijtage. Wel: - zr hoge snijsnelheden (Al. leg. V 4000 m/min); - lange standtijd (200 uur). Toepassing: - voornamelijk non-ferro metalen; - uitsparen van een dure nabewerking (bijv. slijpen); - uitstekende oppervlakte ruwheid, maat en vormnauwkeurigheid. CBN is in dat opzicht beter/stabieler Toepassing: - gehard staal vanaf 60HRc; - hard gietijzer; - legeringen op basis van nikkel en kobalt de zgn. superlegeringen

    27. Draaibeitels

    28. De standtijd definitie: dit is de som van de snijtijden tot het moment waarop de toelaatbare slijtage van het snijgereedschap is bereikt. Te onderscheiden zijn vrijloopvlakslijtage en/of spaanvlak- of kolkslijtage. De toelaatbare slijtage. In het algemeen: bij een voordraai bewerking zal dit minder bezwaarlijk zijn. Bij het nadraaien daarentegen moet worden voldaan aan maat- en vormnauwkeurigheid en aan een bepaalde oppervlakte ruwheid.

    29. Hoe is slijtage tijdens bedrijf te herkennen? 1) Aan de oppervlakteruwheid van het bewerkte oppervlak. 2) Overmatige warmte ontwikkeling. 3) Het geluid tijdens het draaien. 4) Maat- en vormafwijkingen van het product. 5) De vorm van de aflopende spanen. 6) De stijging van het benodigd vermogen. Hoe is de standtijd te verlengen? 1) Juiste keuze snijmateriaal. 2) Juiste type beitel. 3) Keuze juiste snijsnelheid. 4) Eventueel koeling toepassen. 5) Voorkom lint- en warspanen. 6) Stabiliteit 7) Kies een juiste snedediepte/voeding verhouding

    30. Resum les 1 Verschillende verspanende processen in de productietechniek Verwijderen van het materiaal door wig tussen hetgeen verwijderd wordt en het product aan te brengen Afhankelijk v/h te bewerken materiaal, keuze snijgereedschap Keuze uit diverse snijgereedschap materiaalsoorten Snijgereedschap slijt, tijd tussen twee slijpingen noemen we de standtijd

More Related