Shock

3. Shock In dit hoofdstuk komt aan de orde: • Achtergrondinformatie • Symptomen van shock • Uitvalsverschijnselen bij shock • Oorzaken van shock • Eerste Hulp bij shock

4. Shock 1. Achtergrondinformatie - levensbedreigende toestand; - ontstaat door een te lage druk in de bloedvaten; - kan een geleidelijk verloop kennen, maar de situatie kan ook heel snel verslechteren; - de cellen krijgen te weinig zuurstof en lopen schade op. De hersenen kunnen hierdoor ook schade oplopen.

5. Shock 2. Symptomen Een slachtoffer met shock voelt zich heel angstig en ervaart letterlijk een doodsstrijd. Bewustzijn Het slachtoffer is vaak angstig en verward. Door afnemende circulatie kan hij uiteindelijk het bewustzijn verliezen. Huid Door verminderde bloedtoevoer ziet de huid bleek en voelt ze klam aan.

6. Shock Ademhaling Het slachtoffer ademt snel en oppervlakkig. In ernstige gevallen kan de ademhaling vertragen door uitputting. Pols De pols is moeilijk waarneembaar en is versneld. Bloeddruk De bloeddruk is laag.

7. Shock

8. Shock 3. Uitvalsverschijnselen 1. Bij een shock worden de huid en de slijmvliezen door het lichaam als eerste overgeslagen in de bloedtoevoer. Het slachtoffer wordt bleek en klaagt over dorst. 2. Omdat het lichaam gestrest raakt, scheiden bijnieren meer adrenaline uit. Hierdoor versnelt de hartslag en gaat het slachtoffer meer zweten. 3. Daarna krijgen de spieren en onderhuids bindweefsel minder zuurstof aangevoerd. Het slachtoffer voelt zich moe en krachteloos, gaat geeuwen en oppervlakkig ademhalen.

9. Shock 4. Vervolgens vermindert de bloedtoevoer naar de spijsverteringsorganen Daardoor zal het slachtoffer zich misselijk gaan voelen. 5. Bij een diepere shock vallen lever, milt en nieren uit. 6. In het laatste stadium vallen de vitale organen uit, eerst de hersenen en daarna volgen de longen en het hart.

10. Shock 4. Oorzaken Een shock kan verschillende oorzaken hebben: • Actief bloedverlies: dit kan zowel in- als uitwendig zijn. • Ernstig vochtverlies: dit kan het gevolg zijn van diarree, braken of brandwonden. • Stoornis in de bloedsomloop en/of pompfunctie van het hart • Hevige pijn • Allergische reactie: bijvoorbeeld een bijensteek.

11. Shock Handelingen bij shock Een persoon in shock heeft onmiddellijk professionele hulp nodig. Stap 1 Laat onmiddellijk 1-1-2 bellen en zeggen dat het om een shock gaat. Stap 2 Stel het slachtoffer gerust en probeer hem neer te leggen. Het bloed kan dan beter rondstromen. Leg zijn benen bij voorkeur iets hoger dan de rest van het lichaam maar kijk altijd wat voor het slachtoffer, in zijn toestand, de meest prettige houding is.

12. Shock Stap 3 Let op dat hij het niet te warm of te koud krijgt. Stap 4 Hoewel het slachtoffer vaak dorst zal hebben, mag hij niets drinken. De maag kan het vocht niet verwerken en vergroot de kans op braken, wat de uiteindelijke schade alleen maar groter maakt.

13. Shock Samenvatting: 1. Bij shock kan er onvoldoende bloed naar de organen worden vervoerd. 2. Het lichaam probeert het zuurstofgebrek te compenseren door enkele correctiemechanismen. 3. De functies van het lichaam vallen bij een shock één voor één weg, in volgorde van meest onbelangrijk tot meest belangrijk. Als laatste vallen hersenen, longen en hart uit.

14. Shock 4. Meestal is actief bloed- of ernstig vochtverlies de oorzaak van een shock. 5. Een slachtoffer in shock moet onmiddellijk professionele hulp krijgen en kan het beste neergelegd worden, met de benen omhoog. Stel het slachtoffer zoveel mogelijk gerust.

15. Shock Zijn er nog vragen?