1 / 43

2. De Ira, 1.18 (deel 1, blz. 32-33)

2. De Ira, 1.18 (deel 1, blz. 32-33). Woede volgens Seneca Is een emotie. Stoïcijnen proberen de emoties zoveel mogelijk te onderdrukken. Zo bereiken ze de ataraxia ( tranquilitas animi ), waarin de ratio het best functioneert. Seneca onderscheidt 3 fases bij woede:.

halona
Télécharger la présentation

2. De Ira, 1.18 (deel 1, blz. 32-33)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 2. De Ira, 1.18(deel 1, blz. 32-33)

  2. Woede volgens SenecaIs een emotie. Stoïcijnen proberen de emoties zoveel mogelijk te onderdrukken. Zo bereiken ze de ataraxia (tranquilitas animi),waarin de ratio het best functioneert.Seneca onderscheidt 3 fases bij woede: • De eerste reactie, als je onrechtvaardig behandeld wordt (meent te worden). Is spontane reactie, net als bv kippenvel. • De ratio ‘onderzoekt’ het incident en bekijkt of er echt sprake is van een onrechtvaardige behandeling. Als dat zo is, is er pas echte, bewuste woede. • Fase van wraak. Als de ratio onrecht vindt, gaat hij op zoek naar • tegenmaatregelen. Maar bij wraak gaan vaak de • remmen los en heeft de ratio geen invloed meer. Je • pleegt dan vaak zelf onrecht. • Straffen bv moet dan ook altijd vanuit de ratio gaan • (de wet!) en niet vanuit woede.

  3. 1 Woede is redeloosRatio versus woede1-2Ratio utrique parti tempusdat, deinde advocationem et sibi petit, ut excutiendae veritati spatiumhabeat: irafestinat. • 2 excutiendae: welkevorm en welkgebruik? • Gerundivum (congrueert met veritati – datev V) • Vervangt het helewerkwoord in anderefunctiesdanond. en lijdvw. • Hier: • excutiendaeveritatispatium: • * de gelegenheid voor (dativ.!) het nauwkeuriguitzoeken • van de waarheid of: • * de gelegenheidom de waarheidnauwkeuriguitte • zoeken

  4. 1-2Ratio utrique parti tempus dat, deinde advocationem et sibi petit, ut excutiendae veritati spatium habeat: ira festinat. De rede geeft beide partijen de tijd, daarna vraagt zij ook voor zichzelf schorsing van het proces, opdat zij de gelegenheid heeft voor het nauwkeurig uitzoeken van de waarheid: de woede heeft haast. • 1 utrique parti - wie worden bedoeld? • aanklager en aangeklaagde • Welke beeldspraak / voorbeeld wordt hier dus gebruikt? • Die van een rechtszaak: de ratio is als een rechter die even de tijd nodig heeft om te oordelen, wat de juiste manier is om te reageren (te oordelen). • 2 Wat voor asyndeton staat er tussen habeat en festinat? • adversatief asyndeton • (de ratio neemt de tijd, maar de woede heeft haast)

  5. 2-3Ratio id iudicare vult quod aequum est: ira id aequum videri vultquod iudicavit. • 3 id aequum videri: AcI

  6. 2-3Ratio id iudicare vult quod aequum est: ira id aequum videri vult quod iudicavit. De rede wil dát oordeel geven dat rechtvaardig is: de woede wil dat dat rechtvaardig schijnt wat zij als oordeel heeft gegeven. • 2-3 id iudicare…quod aequum est …id aequum videri…quod iudicavit • Welke stijlfiguur? • chiasme • ook een tegenstelling tussen est en videri

  7. 3-5Ratio nil praeter ipsum de quo agiturspectat: ira vanis et extra causam obversantibus commovetur. • 4 vanis et … obversantibus - onz mv, • - zelfst gebruikt • vanus = onbenullig • extra causam obversari = niets met de zaak te maken hebben • Hoe vertaal je dus: vanis et … obversantibus ? • door onbenullige dingen en dingen die niets met de zaak te maken hebben

  8. 3-5Ratio nil praeter ipsum de quo agitur spectat: ira vanis et extra causam obversantibus commovetur. De rede kijkt naar niets behalve naar de zaak zelf, waar het over gaat: de rede wordt geprikkeld door onbenullige details en dingen die niets met de zaak te maken hebben. • let op de fout in de werkvertaling! • ‘de rede’ (tweede keer) moet zijn ‘de woede’ • Ook weer een adversatief asyndeton (3e keer: trikolon van tegenstellingen).

  9. 5-6Vultusillamsecurior, vox clarior, sermo liberior, cultus delicatior, advocatio ambitiosior, favor popularis exasperant; • Comparativus (-ior-): de compar. heeft 4 mogelijke vertaalwijzen. • Wat zijn die 4 mogelijkheden? • Bv. maior = • 1. groter • 2. het grootst (van twee) • 3. nogal/tamelijk groot • 4. te groot

  10. 5-6 Vultusillamsecurior, vox clarior, sermo liberior, cultus delicatior, advocatio ambitiosior, favor popularis exasperant; Een te (nogal) zelfverzekerde gelaatsuitdrukking, een te luide stem, een te vrijmoedige manier van spreken, een al te elegante verzor-ging (van het uiterlijk), een al te eerzuchtig optreden van de raads-man, de populariteit bij de massa hitsenhaarop; • 5 illam: wat/wie wordt bedoeld? Citeer (LA)! • ira • We hebben hier een asyndetische opsomming (asyndeton) • zonder voegwoord • (met voegwoorden: polysyndeton)

  11. 6-7saepe infesta patrono reumdamnat; • 6 infesta: hoort bij / congrueert met ? • het onderwerp van damnat = ira • 7 reum = acc. van reus = aangeklaagde • heeft dus niets met res te maken!

  12. 6-7saepe infesta patrono reum damnat;dikwijls veroordeelt zij een aangeklaagde [omdat zij] de verdediger vijandig gezind [is]; • -

  13. 7-8etiam si ingeritur oculis veritas, amat et tueturerrorem; • 7 amat/tuetur: wie/wat is het onderwerp? • ira

  14. 7-8etiam si ingeritur oculis veritas, amat et tuetur errorem;zelfs als [haar] de waarheid onder ogen wordt gehouden, koestert zij haar dwaling en neemt [deze] in bescherming; • [haar]: nl. de woede • [deze]: nl. haar dwaling • Zeg dit eens in gewone woorden … • Zelfs als een boos iemand weet, dat • hij ongelijk heeft, blijft hij bij • zijn foute standpunt.

  15. 8-9coargui non vult, et in male coeptis honestior illi pertinaciavideturquam paenitentia. • 8 coargui – welke vorm is dit? • infin praes P • honestior – welke vorm? • comparativus • illi: wie/wat wordt bedoeld? • ira • illi = dat ev: voor haar / in haar ogen

  16. 8-9coargui non vult, et in male coeptis honestior illi pertinacia videtur quam paenitentia.zij wil niet van haar ongelijk overtuigd worden, en bij zaken die verkeerd zijn aangepakt is in haar ogen koppigheid eervoller dan spijt.

  17. Ira • is haastig • vindt het belangrijker dat het rechtvaardig schijnt, dan dat het ook echt is • wordt geprikkeld door niet ter zake doende details • wordt door uiterlijkheden opgehitst • beoordeelt op basis van gevoelens • wil waarheid niet zien • wil altijd gelijk hebben • is koppig

  18. Een voorbeeld10-11Cn. Piso fuit memoria nostra vir a multis vitiis integer, sed pravus et cui placebat pro constantia rigor. • 10 Cn. Pisofuitvir • integer posit. • pravus neg. • cui placebat..rigor neg. • 11 constantia = abl (bijvoorzetselpro) • rigor = nom

  19. Een voorbeeld10-11Cn. Piso fuit memoria nostra vir a multis vitiis integer, sed pravus et cui placebat pro constantia rigor.Gnaeus Piso was in onze herinnering een man vrij van vele fouten maar met een verkeerd karakter en [iemand] aan wie starheid beviel boven vastberadenheid. • Gnaueus Calpurnius Piso (ca. 44 v. Chr – 20 n. Chr.) – Rom. staatsman, die bekend stond om zijn woede, trots en arrogantie.

  20. 12-13Is cum iratus duci iussisset eum qui ex commeatu sine commilitone redierat, quasi interfecissetquem non exhibebat, roganti tempus aliquid ad conquirendum non dedit. • is…dedit • cum..iussisset • qui..redierat • quasi..interfecisset • quem…exhibebat • 11 is: wie wordt bedoeld? • Gnaeus Piso • duci..eum = AcI (duci = infin praes P !!) • 13 aliquid – is hier bijvoeglijk bij tempus enige (tijd), wat (tijd) • 13 conquirendum – welke vorm? • gerundium (ad + gerund. = om te…)

  21. 12-13Is cum iratus duci iussisset eum qui ex commeatu sine commilitone redierat, quasi interfecisset quem non exhibebat, roganti tempus aliquid ad conquirendum non dedit.Toen hij [eens] boos het bevel had gegeven dat hij (de man) terecht werd gesteld,die zonder zijn kameraad van verlof was teruggekomen, alsof hij [zijn kameraad], die hij niet liet zien (kon laten zien), had gedood, gaf hij [hem] toen deze wat tijdvroeg om [zijn makker] op te sporen [daartoe] niet [de tijd]. • 12-13 quasi interfecisset quem non exhibebat: wat bedoelt Seneca hiermee? • De soldaat krijgt een hele strenge straf, die normaal alleen wordt gegeven aan soldaten die hun makker hebben gedood. • 13 roganti: wie is dit? Citeer (LA)! • qui ex commeatu sine commilitione redierat • (de man die zonder kameraad terug was • gekomen) • 13 tempus - lijd vw. bij zowel dedit als roganti

  22. 13-15Damnatus extra vallum productusest et iam cervicem porrigebat, cum subito apparuitille commilito qui occisus videbatur. • 13 damnatus:. ppp Kan gesubstantiveerd zijn gebruikt: de veroordeelde • Of als dubbelverbonden bepaling (praedicatief) gebruikt (nadat hij…) • 15 occisus ppp van occidere = doodslaan, ombrengen

  23. 13-15Damnatus extra vallum productus est et iam cervicem porrigebat, cum subito apparuit ille commilito qui occisus videbatur.Veroordeeld (Na zijn veroordeling) is hij buiten de wal gebracht en hij strekte zijn nek al uit, toen plotseling die kameraad verscheen,die gedood scheen te zijn (die hij zogenaamd had gedood). • 14 vallum: welke wal wordt bedoeld? • van het legerkamp • iam cervicem porrigebat – waarom? • zodat zijn hoofd afgehakt kon worden • door een bijl / zwaard

  24. 15-17Tunc centurio supplicio praepositus condere gladium speculatorem iubet, damnatum ad Pisonem reducit redditurus Pisoni innocentiam; • 17 redditurus: welke vorm? • part. futurum  geeft een toekomst / plan / doel / lotsbestemming aan mogelijke vertalingen: • zullende teruggeven / • om terug te geven / • van plan om terug te geven • gedoemd om terug te geven

  25. 15-17Tunc centurio supplicio praepositus condere gladium speculatorem iubet, damnatum ad Pisonem reducit redditurus Pisoni innocentiam;Toen gaf de centurio die aan het hoofd van de executie was gesteld de beul het bevel zijn zwaard op te bergen, hij bracht de veroordeelde terug naar Piso met de bedoeling Piso zijn onschuld terug te geven; • 17 iubet,…reducit: asyndeton • Welke conclusie trek je aan de hand van de werkvertaling over deze • vormen? • praesens historicum • 17 redditurus Pisoni innocentiam: wat bedoelt Seneca hiermee? • Als Piso een onschuldige ter dood had gebracht, had hij een misdaad gepleegd en was hij dus zelf schuldig. Zo geeft de centurio Piso dus zijn onschuld terug (tenminste … dat is de bedoeling)

  26. 17nam militi fortunareddiderat. want het lot had [dit] aan de soldaat teruggegeven. • 17 reddiderat: wat is het lijdend voorwerp? Citeer. • innocentiam • militi = de soldaat die veroordeeld was •  ook hij had zijn onschuld terug; de andere soldaat is teruggekomen, dus er is bewezen, dat de eerstgenoemde soldaat niemand heeft gedood.

  27. 17-19Ingenti concursu deducuntur complexi alter alterum cum magno gaudio castrorum commilitones. • 17 ingenti – welke naamval? • abl ev (rijtje fortis / ingens); • congr. met concursu

  28. 17-19Ingenti concursu deducuntur complexi alter alterum cum magno gaudio castrorum commilitones.In een geweldige oploop werden de kameraden de een de ander (elkaar) omarmend met (onder) grote vreugde van het legerkamp meegevoerd. • 18 deducuntur: verklaar het gebruik van deze ww.tijd • praesens historicum

  29. 19-20Conscendit tribunal furens Piso ac iubet duci utrumque, et eum militem qui non occiderat et eum qui non perierat. • 19 duci utrumque: AcI • duci – welke vorm? • infin praes P

  30. 19-20Conscendit tribunal furens Piso ac iubet duci utrumque, et eum militem qui non occiderat et eum qui non perierat. Razend van woede beklom Piso zijn hoge zitplaats en gaf het bevel dat beiden terechtgesteld werden, zowel die soldaat die niet had gedood als hij die niet was omgekomen. • 19-20 et eum militem qui non occiderat et eum qui non perierat – van wie zijn deze woorden? • Van Seneca; is een uitleg bij utrumque.

  31. 20-21Quid hoc indignius? Quia unus innocens apparuerat, duoperibant. • 20 quid…indignius [est]? Ellips van www est • indignius – welke vorm? • bijwoord van de comparativus

  32. De comparativus • Daarnaast kun je van elke comparativus ook een bijwoord maken, om een bepaling aan te geven bij een werkwoord. Dat bijwoord van de comparativus eindigt op -ius. • Bv. Miles fortius pugnat quam civis – De soldaat vecht dapperder dan de burger.

  33. 20-21Quid hoc indignius? Quia unus innocens apparuerat, duoperibant. • 20 quid…indignius [est]? Ellips van ww. est • indignius – welke vorm? • bijwoord van de comparativus • De uitgang –ius is dus • * onz ev van de comparativus • * bijwoord van de comparativus • hoc: verklaar de naamval • ablativus • comparationis

  34. 20-21Quid hoc indignius? Quia unus innocens apparuerat, duo peribant.Wat is er onwaardiger dan dit? Omdat één onschuldig was gebleken, kwamen er twee om. • Wat is er onwaardiger dan dit? Welke stijlfiguur? • Niets natuurlijk: retorische vraag

  35. 21Pisoadiecit et tertium;Piso voegde er zelfs een derde aan toe; • 21 tertium – een derde wat? • een derde man die ter dood gebracht moest worden

  36. 21-22nam ipsum centurionem quidamnatumreduxerat duci iussit.want hij beval dat de centurio zelf, die de veroordeelde had teruggebracht, terecht werd gesteld. • 22 duci – infin praes P

  37. 22-23Constituti sunt in eodem illo loco perituri tres ob unius innocentiam. • 23 perituri: welke vorm? • part. futurum A van per-ire; ptc fut geeft een toekomst / plan / doel / lotsbestemming aan • zullende omkomen / om om te komen / op het punt staande om om te komen / gedoemd om te komen

  38. 22-23Constituti sunt in eodem illo loco perituri tres ob unius innocentiam.Op diezelfde plaats werden drie [mannen] neergezet om ten onder te gaan vanwege de onschuld van één man.

  39. 23-24O quam sollers estiracundia ad fingendas causas furoris! • 23 quam: in uitroep = hoe! • 24 fingendas: welke –nd-vorm? • gerundivum (congr met causas) • (ad + gerundi(v) um = om te …) • 24 furoris: verklaar de naamval • genitivus objectivus • vgl: gen. subiectivus geeft een soort onderwerp aan: • timor militum ingens erat • gen. obiectivus geeft een soort lijdend voorwerp aan • timor pugnae tantus erat, ut miles non pugnare vellet.

  40. 23-24O quam sollers est iracundia ad fingendas causas furoris!O hoe slim is de woede bij het verzinnen van aanleidingen tot razernij / om te …verzinnen.

  41. 24-25‘Te’ inquit ‘duci iubeo, quia damnatus es; ‘Jou’, zei ze, ‘beveel ik terecht te stellen (ik beveel dat jij … wordt),omdat je veroordeeld bent; • 24 te…duci: AcI • 24 inquit: wie/wat is het onderwerp (subject)? Citeer! • iracundia (want die verzint smoesjes; maar natuurlijk is het de • woede die in Piso zit)

  42. 25-26te, quia causa damnationis commilitoni fuisti; te, quia iussus occidere imperatori non paruisti.’jou, omdat jij de oorzaak van de veroordeling voor jouw kameraad bent geweest; jou, omdat jij, hoewel het je bevolen was te doden, niet hebt gehoorzaamd aan je bevelhebber.’ • 25 te [duci iubeo] – ellips (2x) • 25 iussus: ppp; letterlijk: bevolen zijnde • bijzin: nadat je bevolen bent/was temporeel • omdat je bevolen bent/was causaal • hoewel je bevolen bent/was concessief • Welke 3 mensen worden hier dus genoemd? • 1ete = soldaat die zonder zijn makker als 1e terugkwam • 2ete = soldaat die te laat kwam • 3ete = de centurio

  43. 26-27Excogitavit quemadmodum tria crimina faceret, quia nullum invenerat. Ze dacht uit hoe ze drie misdaden beging (kon begaan), omdat ze er geen een had gevonden. • 26 excogitavit: wie/wat is het onderwerp? Citeer! • iracundia • 26 faceret: verklaar de vorm • coniunctivus (imperfectum: hele werkwoord met uitgang) • in afhankelijke vraag

More Related