1 / 16

VIRTUOSITEIT: EEN VISIE OP ONDERWIJS EN DE OPLEIDING VAN LERAREN Gert Biesta

VIRTUOSITEIT: EEN VISIE OP ONDERWIJS EN DE OPLEIDING VAN LERAREN Gert Biesta University of Luxembourg niets is in het onderwijs in zichzelf wenselijk; het hangt altijd af van wat men wil bereiken ↓ soms flexibel, soms star; soms gesloten, soms open;

janae
Télécharger la présentation

VIRTUOSITEIT: EEN VISIE OP ONDERWIJS EN DE OPLEIDING VAN LERAREN Gert Biesta

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. VIRTUOSITEIT: EEN VISIE OP ONDERWIJS EN DE OPLEIDING VAN LERAREN Gert Biesta University of Luxembourg niets is in het onderwijs in zichzelf wenselijk; het hangt altijd af van wat men wil bereiken ↓ soms flexibel, soms star; soms gesloten, soms open; soms ‘student-led’, soms ‘teacher-led’; soms helderheid, soms onhelderheid ↓ dit vraagt om een oordeel een leertheorie is (nog) geen onderwijstheorie de school: not a place for learning but a place for teaching and being taught GENT 6 FEBRUARY 2013 -- ARTEVELDE

  2. OVERZICHT MIJN ACHTERGROND HET THEMA HET BELEID DE CONTEXT EEN THEORIE VAN ONDERWIJS EN ONDERWIJZEN OORDELEN, OORDELEN, OORDELEN – WAAROM? DE OPLEIDING VAN LERAREN DE VORMING VAN VIRTUOSITEIT COMPETENTIES? TER AFSLUITING GENT 6 FEBRUARY 2013 -- ARTEVELDE

  3. IETS OVER MIJN ACHTERGROND 10 jaar docent natuurkunde in het gezondheidszorgonderwijs studiepedagogiek & studiefilosofie 1990-1999 docent pedagogiek (Groningen, Leiden, Utrecht) 1999-2007 Professor of Education University of Exeter, Engeland [eenproblematischeonderwijscultuur] lerarenopleidingberoepsonderwijs 2007-2012 Professor of Education University of Stirling, Schotland nascholing van leraren → ‘chartered teacher’ 2013- Professor of Educational Theory and Policy, University of Luxembourg 2002 PedagogischBekeken 2006 Beyond Learning 2010 Good Education in an Age of Measurement 2012GoedOnderwijs en de Cultuur van het Meten 2011 Learning Democracy in School and Society 2013 The Beautiful Risk of Education

  4. HET THEMA ↓ “de leraar anno 2020” optie 1: toekomstvoorspellingen (die altijd meer zeggen over het heden dan de toekomst) optie 2: Wat is wezenlijk voor goed leraarschap? Wat is de essentie van goed leraarschap? ↓ een professioneel ‘kompas’ om niet met alle winden mee te waaien ↓ “If you stand for nothing, you will fall for anything” En wat betekent dat voor de opleiding en vorming van leraren?

  5. HET BELEIDSVELD: DE LERAAR IN BEELD & DE LERARENOPLEIDING IN BEELD het meest zichtbare en meest geobserveerde beroep (niet langer/niet overal het meeste ‘geziene’ beroep) groeiende aandacht van beleidsmakers en politici voor de leraar en voor de opleiding van leraren ↓ 2011 (Engeland) “The Importance of Teaching” 2011 (Schotland) “Teaching Scotland’s Future” 2005 (OECD) Teaching Matters 2007 (EC) Improving the Quality of Teaching Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications 2006 Decreet betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen Is dit erkenning van het belang van de opleiding van leraren? Of controle van de ‘laatste schakel’ in het onderwijssysteem? convergentie: competenties & evidence-based verschillen: Engeland (skill) ↔ Schotland (profession)

  6. DE RUIMERE CONTEXT: DE VER-LERING VAN HET ONDERWIJS de opkomst van een ‘nieuwe taal van het leren’ (‘new language of learning’) pupils/students/children/adults → learners teaching → facilitating learning, delivering learning experiences schools → learning environments adult education → lifelong learning ‘het nieuwe leren’ ‘de krachtige leeromgeving’ ‘samenwerkend leren’ ‘leergemeenschappen’ (learning communities’) Watercliffe Meadow: geen school maar ‘a place for learning’

  7. het gaat er in het onderwijs niet om dat studenten leren ... ... het gaat erom dat ze iets leren, dat ze het met een bepaald oogmerk leren, en dat ze het van iemand leren leren: proces. individueel, individualiserend onderwijs: doel, inhoud en relatie de taal van het leren maakt het lastiger om dit in beeld te houden (zie Goed Onderwijs en de Cultuur van het Meten) en: ‘leren’ is niet overal en altijd hetzelfde proces (leren fietsen; E=mc2 leren; leren je geduld te bewaren) de taal van het leren maakt het lastiger om de fundamenteel onderwijspedagogische vraag van doel, inhoud en relatie in beeld te houden the ‘learnification’ of educational discourse and practice ↓ een lelijke term voor een problematische ontwikkeling het ver-leren van het onderwijs noodzaak van onderwijstheorie in plaats van leertheorie leertheorie: leren; onderwijstheorie: onderwijzen & vormen

  8. EEN THEORIE VAN ONDERWIJS EN ONDERWIJZEN de vraag naar het doel is centraal/fundamenteel als je niet weet wat je wilt bereiken, kun je niet beslisen wat de meest geëigende inhoud is en hoe relaties het best ingezet kunnen worden plus het vraagstuk van de vorm (middelen – zie hierna) typisch voor onderwijs is dat de kwestie van doelen multi-dimensioneel is drie doelen/doeldomeinen kwalificatie: kennis, vaardigheden, houdingen socialisatie: deel worden van tradities (ways of doing, ways of being) subjectivering: persoonlijke kwaliteiten (bijv. autonomie, empathie) omdat (bijna) elke onderwijsactiviteit op deze gebieden een werking heeft er is altijd iets op te pikken (kennis, vaardigheden, houdingen) daarmee worden ook bepaalde tradities gepresenteerd en er is altijd ook een effect op de persoon daarom van belang om voor alle drie dimensies verantwoordelijkheid te nemen (zowel bij [smalle] schooling als bij [bredere] vorming)

  9. alle onderwijs start daarom bij de vraag naar de doelen ↓ oordeel 1: Wat will ik /willen wij dat mijn/onze studenten bereiken? ↓ in relatie tot de drie doeldomeinen Wat moeten mijn studenten kennen/kunnen? Van welke tradities/manieren van zijn/doen moeten ze deel worden? Welke persoonlijke kwaliteiten moeten gevormd worden? plus kenmerkend voor onderwijs is de interne relatie tussen doelen en middelen ↓ middelen zijn geen neutrale instrumenten maar hebben zelf een vormend ‘effect’: studenten leren van wat we zeggen en van hoe we het doen (bijv. straffen) (effectief onderwijs is daarom nooit genoeg) ↓ oordeel 2: Wat is onderwijspedagogisch gezien de meest geëigende weg? onderwijs[kundig] de technische kant (effectiviteit) pedagogisch: de bredere vormings kant (wenselijkheid)

  10. kenmerkendvooronderwijs is de spanning tussen de driedoeldomeinen bijvoorbeeld de nadruk op individueleprestatie versus de vorming van kwaliteitenzoalssamenwerking, kritischdenken, compassie (zie Wales: How to educate for PISA measurement) oordeel 3: balans & ‘trade offs’ (in concrete situaties) de essentie van goedleraarschap ↓ oordelen over watonderwijspedagogischgezienwenselijk is ten aanzien van doelen, middelen, en ‘trade-offs’ onderwijsdesign is altijdeenpragmatischekwestie ↓ niets is wenselijk in zichzelf – maaraltijd in relatie tot wat men welbereiken: somsflexibel, soms star; somsgesloten, soms open; soms ‘student-led’, soms ‘teacher-led’; somshelderheid, somsonhelderheid, enzovoorts [ditlaateeneerstebeperking van evidence-based onderwijszien: niet ‘watwerkt’ mar ‘watwerktvoorwat’]

  11. OORDELEN, OORDELEN, OORDELEN – WAAROM? Aristoteles: onderwijs is eenmenselijkepraktijk [1] gesitueerd in het domein van het veranderlijke, niet het eeuwige het domein van handelingen en mogelijkegevolgen, niet van zekerheid en voorspelbaarheid [eentweedebeperking van bepaaldeinterpretaties van evidence-based onderwijs] ↓ onderwijzen is eenkunst, geenwetenschap (an art, not a science) [2] gericht op menselijkwelzijn Aristoteles erzijn twee verschillendekunsten de kunst van het maken (poiesis) – de kunst van het handelen (praxis) oordelen over het hoe: technischekennis(how to do something’) en oordelen over concrete toepassing in dezesituatie oordelen over het waartoe: praktischewijsheid(‘what is to be done’) oordelenalskritischeactiviteit: Wat is wenselijk? [eenderdebeperking van van evidence-based onderwijs]

  12. DE OPLEIDING VAN LERAREN : ONDERWIJSPEDAGOGISCH WIJS WORDEN onderwijs is nooitslechtseenkwestie van maken , maaraltijdook van handelen: we makenonzestudentenniet, maaronderwijzenze(in vrijheid en voorvrijheid) de vorming van onderwijspedagogischepraktischewijsheid ↓ nietalleenkennis en kunde met betrekking tot het hoe, maaraltijdingebed in het oordeel over de vraagnaar het waartoe, de vraagnaar de wenselijkheid van doelen en middelen Is praktischewijsheideencompetentie? Eenvaardigheid? Aristoteles: eenkwaliteit van de persoon → ἀρετή deugd, karakter (Engels: ‘virtue’) een holistische kwaliteit die ons ‘karakter-iseert’ ↓ VIRTUOSITEIT (ziebijvoorbeeldmuziek: het in de vingerskrijgen) niet: Hoe kunnen we onderwijspedagogischoordelenleren? maar: Hoe kunnen we onderwijspedagogischwijsworden?

  13. DE VORMING VAN VIRTUOSITEIT • Aristoteles • “A young man of practical wisdom is hard to find.” • Wijsheidkomtmetervaring en doorervaring. • (2) De praktischewijzemenskanniet in abstractowordengedefinieerd; we moeten op zoeknaarvoorbeelden van mensen die zulkewijsheidbelichamen. • (bijvoorbeeld Pericles in het domein van politiekewijsheid) • drieaandachtspuntenvoor de vorming van leraren • [1] vorming van de heleprofessionelepersoon • [2] middels het voortdurend (uit)oefenen van onderwijspedagogischoordelen • (je kuntgeen piano lerenspelen op eenblokfluit) • [3] en de bestudering van de virtuositeit van anderen • (observatie, gesprek, levensgeschiedenis, master classes, • literatuur, film, goedeenslechtevoorbeelden)

  14. AND WHAT ABOUT ‘COMPETENTIES’? Virtuositeit als een (super-)competentie? competenties beschrijven wat leraren moeten kennen & kunnen: noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarden voor goed leraarschap [1] Risico van verbrokkeling (analytisch, meer dan holistisch) [2] Er is altijd een oordeel nodig over welke competenties wanneer en met het oog waarop moeten worden ingezet. [3] De focus op het individu die competenties ‘bezit’. Het verwerven van competenties daarom inbedden in inleiden in een (professionele) cultuur en het verbinden met een project (de vraag naar het waartoe) bijvoorbeeld: leren schrijven niet alleen kennis en vaardigheid deel worden van de cultuur van schrijven en het geschreven woord een cultuur met een eigen ‘finaliteit’ – d.w.z. ideëen waarom die cultuur belangrijk is

  15. TER AFSLUITING: DE LERAAR ANNO 2020? de meer‘tijdloze’ essentievan goedleraarschap [Kelchtermans: De leraarals (on)eigentijdse professional] centraal: oordelen over watonderwijspedagogischgezienwenselijk is (doelen, middelen, trade-offs) in concrete, altijduniekesituaties ↓ eenkwestie van virtuositeit: in de vingerskrijgen/hebben alseenholistischekwaliteit van de hele professional eenvisie op onderwijs en op de vorming van leraren ↓ onderwijspedagogischevirtuositeit → persoon eenonderwijspedagogischecultuur eenonderwijspedagogischproject tegen de achtergrond van/in reactie op: de ver-lering van onderwijs en onderwijzen verbrokkeldcompetentiedenken evidence-based onderwijs

  16. THANK YOU! gert.biesta@uni.lu www.gertbiesta.com www.twitter.com/gbiesta verder lezen? Biesta, G.J.J. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Den Haag: Boom/Lemma. Biesta, G.J.J. (2011). Het beeld van de leraar: Over wijsheid en virtuositeit in onderwijs en onderwijzen. Tijdschrift voor lerarenopleiders 32(3), 4-11. Biesta, G.J.J. (2012). The future of teacher education: Evidence, competence or wisdom? Research on Steiner Education 3(1), 8-21. http://www.rosejourn.com/index.php/rose/article/viewFile/92/118 Biesta, G.J.J. (in press/2013). Becoming educationally wise: Towards a virtue-based approach to teaching and teacher education. In A.-L. Østern et al (Eds.)Teacher education research between national identity and global trends. Trondheim: Akademika.

More Related