Vaar naar het diepe

1. Vaar naar het diepe

2. Op een zekere dag stond Jezus aan de oever van het meer van Gennésaret, terwijl de mensen op Hem aandrongen om het woord Gods te horen.

3. Het woord Gods horen… Op een zekere dag stond Jezus aan de oever van het meer van Gennésaret, terwijl de mensen op Hem aandrongen om het woord Gods te horen.

4. Het woord Gods horen… Op een zekere dag stond Jezus aan de oever van het meer van Gennésaret, terwijl de mensen op Hem aandrongen om het woord Gods te horen. Open staan voor…, luisteren…

5. Wil ik mij door Gods woord laten raken?

6. Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer; de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten.

7. De netten spoelen… Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer; de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten.

8. De netten spoelen… Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer; de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten. Een dagelijkse bezigheid, orde scheppen en houden.

9. Wat houdt jou dagelijks bezig?

10. Hij stapte in een van de boten,die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken.

11. Van wal steken… Hij stapte in een van de boten,die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken.

12. Van wal steken… Hij stapte in een van de boten,die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken. In beweging brengen, in actie komen

13. Waarvoor kom jij in beweging?

14. Hij ging zitten en vanuit de bootvervolgde Hij zijn onderrichtaan het volk.

15. Onderricht Hij ging zitten en vanuit de bootvervolgde Hij zijn onderrichtaan het volk.

16. Onderricht Hij ging zitten en vanuit de bootvervolgde Hij zijn onderrichtaan het volk. Gods woord, wijsheid, een woord om van te leven

17. Hoe wordt Gods woord werkzaam in jou?

18. Toen Hij zijn toespraak had geëindigdzei Hij tot Simon:“Vaar nu naar het diepeen gooi uw netten uit voor de vangst.”

19. Vaar naar het diepe… Toen Hij zijn toespraak had geëindigdzei Hij tot Simon:“Vaar nu naar het diepeen gooi uw netten uit voor de vangst.”

20. Vaar naar het diepe… Toen Hij zijn toespraak had geëindigdzei Hij tot Simon:“Vaar nu naar het diepeen gooi uw netten uit voor de vangst.” Het onbekende, het onvertrouwde tegemoet…

21. Durf jij…?

22. Simon antwoordde:“Meester, de hele nacht hebben we gezwoegdzonder iets te vangen;maar op uw woord zal ik de netten uitgooien."

23. Op uw woord Simon antwoordde:“Meester, de hele nacht hebben we gezwoegdzonder iets te vangen;maar op uw woord zal ik de netten uitgooien."

24. Op uw woord Simon antwoordde:“Meester, de hele nacht hebben we gezwoegdzonder iets te vangen;maar op uw woord zal ik de netten uitgooien." Een woord, enkele letters, onbetekenend en toch zo sterk…

25. Welke kracht heeft Gods woord voor jou?

26. Ze deden heten vingen zulk een massa vissen in hun nettendat ze dreigden te scheuren. Daarom wenkten ze hun maats in de boot om hen te komen helpen.

27. Hun maats wenken… Ze deden heten vingen zulk een massa vissen in hun nettendat ze dreigden te scheuren. Daarom wenkten ze hun maats in de boot om hen te komen helpen.

28. Hun maats wenken… Ze deden heten vingen zulk een massa vissen in hun nettendat ze dreigden te scheuren. Daarom wenkten ze hun maats in de boot om hen te komen helpen. Delen van de overvloed, samen sterker staan

29. Waarvoor sla jij de handen in elkaar?

30. Toen die gekomen warenvulden ze de beide botentot zinkens toe.

31. Tot zinkens toe… Toen die gekomen warenvulden ze de beide botentot zinkens toe.

32. Tot zinkens toe… Toen die gekomen warenvulden ze de beide botentot zinkens toe. Overvol, tot aan de rand gevuld, niet geheel zonder risico

33. Van welke weelderige overvloed vrees jij het gevaar?

34. Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en zei:“Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens.”

35. Jezus te voet vallen Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en zei:“Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens.”

36. Jezus te voet vallen Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en zei:“Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens.” Zich klein maken vanuit het besef van de eigen kleinheid

37. Waarin ben ik klein?

38. Ontzetting had zich meester gemaakt van hemen van allen die bij hem waren, vanwege de vangst die ze gedaan hadden.Zo verging het ook Jakobus en Johannes,de zonen van Zebedeüs die met Simon samenwerkten.

39. Ontzetting… Ontzetting had zich meester gemaakt van hemen van allen die bij hem waren, vanwege de vangst die ze gedaan hadden.Zo verging het ook Jakobus en Johannes,de zonen van Zebedeüs die met Simon samenwerkten.

40. Ontzetting… Ontzetting had zich meester gemaakt van hemen van allen die bij hem waren, vanwege de vangst die ze gedaan hadden.Zo verging het ook Jakobus en Johannes,de zonen van Zebedeüs die met Simon samenwerkten. Te veel van het goede, bewondering en verwondering

41. Waarvoor heb jij veel bewondering?

42. Jezus echter sprak tot Simon:“Wees niet bevreesd,voortaan zult ge mensen vangen.”

43. Wees niet bevreesd Jezus echter sprak tot Simon:“Wees niet bevreesd,voortaan zult ge mensen vangen.”

44. Wees niet bevreesd Jezus echter sprak tot Simon:“Wees niet bevreesd,voortaan zult ge mensen vangen.” Laat je angst maar varen, Ik ben bij je, Ik ben die is…

45. Waarvoor ben jij bang?

46. Ze brachten de boten aan landen lieten alles achterom Hem te volgen.

47. Hem volgen… Ze brachten de boten aan landen lieten alles achterom Hem te volgen.

48. Hem volgen… Ze brachten de boten aan landen lieten alles achterom Hem te volgen. In de voetsporen van de Heer, het veilige onbekende tegemoet

49. Ga je mee je leven met Hem op weg?

50. Vaar naar het diepe!