1 / 24

De theoretische cultuur (4)

De theoretische cultuur (4). De moderne tijd: van betekenis naar structuur, van ethisch naar wetenschappelijk. Chronologie - Theoretische cultuur. Grafische cultuur (50.000 jaar – heden) Magische cultuur (50.000 – 10.000 jaar) Totemistische cultuur (10.000 – 5.000 vJ)

lalasa
Télécharger la présentation

De theoretische cultuur (4)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De theoretische cultuur (4) De moderne tijd: van betekenis naar structuur, van ethisch naar wetenschappelijk

  2. Chronologie - Theoretische cultuur • Grafische cultuur (50.000 jaar – heden) • Magische cultuur (50.000 – 10.000 jaar) • Totemistische cultuur (10.000 – 5.000 vJ) • Religieuze cultuur (5.000 – 700 vJ) • Theoretische cultuur (700 vJ – heden) • Griekse oudheid (700 vJ – ) • Romeinse oudheid (300 vJ - 300) • Middeleeuwen • Oost-Europa: het Byzantijnse rijk • West-Europa: verschillende rijken • Moderne Tijd • Renaissance

  3. Van hardop naar stillezen De geboorte van de moderne tekst en een nieuwe manier van lezen

  4. Van hardop lezen naar stillezen1. Zonder klinkers, zonder spaties

  5. Van hardop lezen naar stillezen2. Met spaties, maar zonder klinkers

  6. Van hardop lezen naar stillezen3. Scriptura continua (met klinkers, zonder spaties)

  7. Van hardop lezen naar stillezen4. Scriptura continua (met leestekens)

  8. Van hardop lezen naar stillezen5. Woordscheiding en leestekens

  9. Van hardop lezen naar stillezen6. De vorm van de tekst

  10. The Birth of the Modern Mind Het ontstaan van het sonnet

  11. Vraag 1 Paul Oppenheimer noemt Frederick II in feite een sleutelfiguur in de culturele transformatie van middeleeuwen naar moderniteit. Onderbouw deze bewering (wees volledig!)

  12. Eerdere fasen in de theoretische cultuur1. Het Griekse bewustzijn: idealistisch • Hoofdvraag: hoe kan ik de werkelijkheid kennen • Waarneming centraal • Idealistisch (zoekt naar ideaal via concrete waarnemingen) • Individu staat centraal (vrijheid) • Representatie van de werkelijkheid • Steeds nieuwe representatievormen (originaliteit)

  13. Eerdere fasen in de theoretische cultuur2. Het Romeinse bewustzijn: pragmatisch • Hoofdvraag: hoe kan ik kennis gebruiken om de werkelijkheid naar mijn hand te zetten • Handelen centraal i.p.v. waarneming • Pragmatisch (het handelen blijft concreet) • Collectief staat centraal (trouw) • Representatie van ideologische waarden • Statische representatievormen ontleend aan de Grieken (herkenbaarheid)

  14. Het middeleeuwse bewustzijnEthisch • Hoofdvraag: hoe kan ik kennis krijgen van het goddelijke en goed handelen? • Door en door rationeel • Kloof tussen God en mens • Representatie van een hogere werkelijkheid • Gericht op het handelen (net als Romeinen) • Maar: bij Romeinen bleef dit handelen concreet • Bij de Middeleeuwers wordt het handelen abstract (het gaat om de betekenis van het handelen)

  15. Het moderne bewustzijnWetenschappelijk Frederick II kondigt een nieuwe fase aan in de theoretische cultuur: de moderne tijd (Renaissance) • Hoofdvraag: hoe kan ik de structuur van de werkelijkheid kennen • Het belangrijkste principe van de Grieken (de waarneming) keert terug, maar wordt abstract. • Het wereldbeeld wordt wetenschappelijk. • De wiskunde wordt een belangrijk model voor het denken (vertalingen uit het Arabisch van Euclides; in 1202 schrijft Fibonacci de eerste moderne verhandeling over wiskunde) • Voorbeelden: Sonnet, Centraal perspectief

  16. Vraag 2 Waarover handelt zijn De arte venandi cum avibus en waarom werd dit werk door de kerk als subversief beschouwd?

  17. Vraag 3a Aan het hof van Frederick II kwam ook een nieuw genre, het sonnet, tot bloei. Welke essentiële verschillen vallen er tussen het sonnet en de daaraan voorafgaande vormen van poëzie te constateren?

  18. Verschillen tussen sonnet en troubadourlyriek • Troubadourlyriek: • Bedoeld om opgevoerd te worden voor een publiek (van aristocraten) • Afstand tussen dichter en zijn geliefde • Conflict is extern en in feite radicaal onpersoonlijk • Sonnet • Bedoeld om (in stilte) gelezen te worden door een lezer • Conflict is intern en juist wel persoonlijk • Emotionele problemen worden via een logische structuur ‘opgelost’

  19. Nieuw genre: de sonnet • Werd als snel opgevat als een nieuwe manier van denken over de wereld • Genre dat door zijn vorm gericht was op het innerlijk (geen opvoering/muziek meer nodig) • Het sonnet roept door zijn vorm vragen op over de waarden, ideeën en bestaanswijzen van de mens, het was onzeker of de uitkomst van deze vraag overeenkwam met de leer van de kerk

  20. De structuur van het sonnet • 1 a • 2 b kwatrijn • 3 a • 4 b • octaaf • 5 a • 6 b kwatrijn • 7 a • 8 b • -- wending -- • 9 c • 10 d terzet • 11 e • sextet • 12 c • 13 d terzet • 14 e

  21. Castel Del Monte in Puglia, Italië

  22. Vraag 3b Waarom noemt Oppenheimer het sonnet ‘the single most significant innovation in literature in the past eight hundred years’?

More Related