1 / 35

Lydia van Deelen managing consultant CPS

Informatiebijeenkomst over Taal Georganiseerd door het Steunpunt Taal&Rekenen VO Uitgevoerd door CPS, onderwijsontwikkeling en advies. Lydia van Deelen managing consultant CPS. Verschenen in 2008. Programma. 1. Referentieniveaus: Wat, waarom, hoe en de gevolgen?

lona
Télécharger la présentation

Lydia van Deelen managing consultant CPS

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Informatiebijeenkomst over TaalGeorganiseerd door het Steunpunt Taal&Rekenen VOUitgevoerd door CPS, onderwijsontwikkeling en advies Lydia van Deelen managing consultant CPS

  2. Verschenen in 2008

  3. Programma 1. Referentieniveaus: Wat, waarom, hoe en de gevolgen? 2. Bewustwording d.m.v. opdrachten 3. Taalbeleidsplan: eerste aanzet

  4. Wat: de referentieniveaus

  5. Wat: uitleg fundamenteel- en streefniveau • F-spoor, fundamentele kwaliteit, functioneel gebruik • S-spoor, streefkwaliteit, formaliseren, generaliseren en abstraheren (=verdiepen) • Doelen per leeftijdscategorie: 12, 16 en 18 jaar

  6. Wat: Opbouw referentieniveaus taal • vier fundamentele niveaus • met een opklimmende moeilijkheidsgraad • elk fundamenteel niveau omvat het voorgaande niveau • voor het behaalde fundamentele niveau is het volgende niveau het streefniveau 

  7. Waarom: voordelen van referentiekaders Referentiekader • efficiëntere en effectievere onderwijsprogramma's • inhouden in diverse sectoren sluiten beter aan (voorkomen herhalingen, of erger, hiaten) • duidelijker wat uw leerlingen moeten kennen en kunnen • er is 1 kader met 1 taal voor alle sectoren • handvat om taal- en rekenbeleid op uw school opnieuw te doordenken. • voor het vervolgonderwijs is eenvoudiger vast te stellen waar • remediëring nodig is, • onderhoud volstaat, • doorgewerkt kan worden richting beoogde eindniveau.

  8. Hoe: de taaldomeinen • Mondelinge taalvaardigheid • Leesvaardigheid • Schrijfvaardigheid • Begrippenlijst en taalverzorging.

  9. voorbeeld van één domein

  10. Hoe: de referentieniveaus • Wat moet iedere docent weten en kunnen? • Hoe ziet dat er in de praktijk uit? • Oefening met teksten.

  11. CPS-aanpak: de vier B’s • Bewustvan de noodzaak van verandering • Belangervaren van het nut van de verandering • Betrokkendoor vanuit eigen verantwoordelijkheid de verandering vorm te geven • Bekwaamom de juiste en effectieve interventies uit te voeren

  12. Bewust : de cijfers 1 Bevindingen inspectie – po 2006/2007 • In groep 4 van het basisonderwijs leest 25% van de kinderen niet goed. • 25% van de leerlingen verlaten het basisonderwijs met een leesniveau AVI 6 terwijl AVI 9 noodzakelijk is.

  13. Bewust: de cijfers 2 leesvaardigheid • 25% van de kinderen verlaat groep 8 van de basisschool op het leesniveau van groep 6 (Inspectie van het onderwijs 2007, 2008); • Een derde van de basisschoolleerlingen scoort onvoldoende voor begrijpend lezen op het einde van de basisschool (Cito 2008); • 24 % van de kinderen in de brugklas van het vmbo-b/k kan niet zelfstandig de voor hen bestemde lesboeken lezen; datzelfde geldt voor 17% van de leerlingen van het vmbo-t en voor 18% van de leerlingen van het havo en vwo(Hacquebord e.a. 2004).

  14. AVI 6 In …… hadden we …. We liepen daar met een …… vol …..en een ……. Op een groot plein zagen we………. ………… ………… Ze rookten ….. …….. In het hotel gingen we gelijk ….. Over onze ….…. Dat was …….. AVI 9 In Barcelona hadden we vakantiepret. We liepen daar met een picknickmand vol sigaretten en een routeboek. Op een groot plein zagen we tweehonderdentien verschrikkelijke militairen. Ze rookten geërgerd sigaretten. In het hotel gingen we gelijk emailen over onze vakantie. Dat was ideaal. Bewust: de ervaringLeesniveaus primair onderwijs

  15. Bewust: een oefening De Singaporetest (ontwikkeld door de VU) Bedenk voor jezelf: Hoeveel procent van de woorden van een tekst moet je kennen om de tekst goed te begrijpen?

  16. Singaporetest (1) 60% versie We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar - - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen. - - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.

  17. Singaporetest (2) 70% versie We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.

  18. Singaporetest (3) 80% versie We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide - , het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

  19. Singaporetest (4) 90% versie We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

  20. Singaporetest (5) 100% versie We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

  21. Belang: Zonder taalvaardigheid geen diploma Een slechte leesvaardigheid is van grote invloed op kennisvergaring, maar ook op gedrag, motivatie en schooluitval. 85% van de drop-outs in het VO kan niet of slecht lezen.

  22. Betrokken: wat betekent dit voor mij? • strategisch niveau • tactisch niveau • operationeel niveau

  23. Bekwaam:doorlopende leerlijnen taal en rekenen doe je zo!! Strategisch niveau • Hoe past het taal/rekenbeleid in het schoolplan? • Welke keuzes maken we om de referentiekaders te implementeren? Tactisch niveau • Wat moet er worden gedaan, geregeld en afgesproken om de referentieniveaus effectief in te voeren? • Wie gaat wat en hoe doen op welk moment op welk niveau? Operationeel niveau • Wat betekent de invoering van de referentiekaders voor onze vaksectie, voor mij als docent (kennis, overdracht en monitoring)? • Wat hebben de leerlingen nodig om het bij hen passende referentieniveau te halen?

  24. Bekwaam: kenmerken van effectief onderwijs zijn:Kees Vernooy (2005-2006) • 1. het stellen van toetsbare, hoge doelen • 2. voldoende tijd inruimen en extra tijd voor risicoleerlingen • 3. doorgaande lijn in het aanbod • 4. het geven van kwalitatief goede instructie • 5. convergente differentiatie als uitgangspunt • (alle leerlingen laten profiteren van groepsinstructie, maar vooral tijdens verwerking rekening houden met verschillen) • 6. monitoring, vroegtijdig signaleren en reageren

  25. Bekwaam: datamuur een instrument om de klas in te delen(stap 1: inventariseren) • Risicoleerlingen – instructieafhankelijk • Leerlingen waaraan je twijfelt - instructiegevoelig • Goede leerlingen - instructieonafhankelijk In ieder geval: de klas in kaart! In te zetten instrumenten: taalgerichte vakdidactiek en convergente differentiatie

  26. Bekwaam Een voorbeeld: leesstrategieën • Kijk naar de Spaanse en Nederlandse tekst en merk de waarde van leesstrategieën op.

  27. Taalbeleid: plan van aanpak: stap 1Nulmeting over stand van zaken • digitale scan op CPS site www.cps.nl: Taal in kaart en Rekenen in kaart); • leerlingengegevens (lvs en toetsuitslagen); • docentenpeiling (enquête, teambesprekingen, ADV’s etc.); • peiling ouders en andere externe betrokkenen (gemeenten, OCW).

  28. Plan van aanpak: stap 2 • Visieontwikkeling (SWOT) • Taal – en Rekenbeleidsplan schrijven (prioritering en activeitenschema’s);

  29. Stap 3: intervisie • Interview elkaar in tweetallen over de taalsituatie van uw school. • Noteer kernachtig de antwoorden op de vragen.

  30. Stap 4: swot analyse • Maak met behulp van de gegevens uit het interview en de gegevens uit de scan een SWOT analyse van de taalsituatie op uw school. Denk hierbij aan de achtbaan.

  31. Stap 5: Taal – rekenbeleid (smart) Hoe zorgt u dat doelen in het beleidsplan SMART worden geformuleerd? • Wat? (onderwerp, thema) • Formuleren van activiteiten (gebruik werkwoorden) • Wie gaat ‘wat’ doen • Deadlines aangeven: wanneer gebeurt het, moet het af zijn? • Aantal te besteden uren Denk er ook aan het gewenste resultaat van de activiteit te beschrijven: wat is er af als het af is?

  32. Stap 6: implementatie (taal)beleid en monitor (PDCA)

  33. Samengevat • Kennis van de referentieniveaus is een zaak voor allen binnen de school. • Beleid vraagt om uitvoering op drie niveaus (strategisch-tactisch en operationeel) • De B’s zijn essentieel: bewust-belang-betrokken en bekwaam • Planmatige aanpak en monitoring bij implementatie (taal)beleid zijn vereist (PDCA)

  34. Heeft u vragen en/of opmerkingen dan kunt u contact opnemen met Lydia van Deelen, taalspecialist l.vandeelen@cps.nl, 06-55898565

  35. CPS Onderwijsontwikkeling en advies www.cps.nl Plotterweg 30 3821 BB Amersfoort Postbus 1592 3800 BN Amersfoort T [033] 453 43 43 F [033] 453 43 53 E cps@cps.nl www.cps.nl

More Related