1 / 62

Deel 9: Financiële Planning op Korte Termijn

Deel 9: Financiële Planning op Korte Termijn. 29) Financiële analyse en planning 30) Korte termijn financiële planning 31) Beheer van liquiditeiten 32) Kredietbeheer. Financiële Analyse & Planning. Hoofdstuk 29. Inhoudstafel. Financiële analyse

manning
Télécharger la présentation

Deel 9: Financiële Planning op Korte Termijn

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Deel 9: Financiële Planning op Korte Termijn 29) Financiële analyse en planning 30) Korte termijn financiële planning 31) Beheer van liquiditeiten 32) Kredietbeheer

  2. Financiële Analyse & Planning Hoofdstuk 29

  3. Inhoudstafel • Financiële analyse • Financiële planning: wat? nut • Financieel planningsmodel • Planningsmodel op basis van een groei% • Intern groei% • Extern groei% • Factoren die groeicapaciteit beïnvloeden • Toepasbaarheid van het concept

  4. Financiële Analyse • Current ratio / Quick ratio# dagen voorraad; klanten- & leverancierskrediet • Schuldgraad • Rendement op activa & op eigen vermogen; • Dupont Systeem • Intrestdekking = (WVIB + afschrijvingen) / intrestenvóór belastingen: mocht immers WVIB niet volstaan om intresten te dekken, dan zijn geen belastingen verschuldigd

  5. Financiële Planning: wat ? Totaal proces:  analyseren van investerings- en financieringsopties  gevolgen van huidige beslissingen onderkennen  belissen omtrent alternatieven  prestaties afzetten tegen doelen

  6. Plannen  Voorspellen |  meest waarschijnlijke scenario wat als… ? gevoeligheidsanalyse (bv. omzet door recessie) scenario-analyse (bv. idem + grondstoffenprijs & intrest)

  7. Financiële Planning: nut • gecombineerd effect van investeringen &financieringsbeslissingen ? • toont snel: gevolgen van alternatieven (bv. druk op winstmarge) • helpt financiële verrassingen voorkomen • geeft haalbaarheid aan van een bepaald groeipercentage • hoeveel vereiste externe financiering ?niet: welke vorm = beste

  8. Financieel Planningsmodel Input • huidige cijfers + voorspellingen naar toekomst • verwacht intrest%, belasting%  Planningsmodel • vb. op basis van een groei%  Output • Voorgecalculeerde overzichten (gebudgetteerde balans, resultatenrekening, kasstromen) • Financiële ratio’s

  9. Planningsmodel op basis van een groeipercentage werkhypothese: • alle posten uit de resultatenrekening variëren rechtstreeks met de omzet uitzonderingen: bv. afschrijvingen, intresten • idem voor groot aantal posten uit de balans  uitz.: kapitaal, reserves, financiële schulden nuancering voor vaste activa:is er 100% capaciteitsbenutting ?  nuancering voor vlottende activa + RR:basis = vast & daarboven variabel deel

  10. Financieel Planningsmodel: Executive Paper

  11. Financieel Planningsmodel: Executive Paper

  12. Financieel Planningsmodel: Executive Paper

  13. Executive Paper: Conclusies • Sterke groei schept een groot probleem inzake Vereiste Externe Financiering (VEF) • Gevoeligheids- & scenario-analyse = wenselijk • Model lijkt simplistisch: • maar let op om te veel complexiteit in te voeren (p. 835) • er bestaat geen model om de beste financiële strategie te vinden = 3de wet van Brealey & Myers (p. 836)

  14. Intern Groeipercentage • maximale groei zonder externe financiering • intern groei% =  reserves /activa • bewijs: VEF = (groei% * activa) -  reserves 0 (bij het intern groei%) interngroei% * activa =  reserves intern groei% =  reserves /activa • via deze formule: activa aan begin boekjaar !

  15. Intern Groeipercentage Executive Paper • intern groei% =  reserves /activa = 29.8 / 1450 = 2.06% • proef: VEF = 0 ?

  16. Intern Groeipercentage Executive Paper opm. handboek p. 837: • berekening op basis van netto activa (= vaste activa + vlottende activa - VVKT) • vertrekt van hypothese: “ overige vlottende activa geven geen financieringsprobleem ” • in de oefeningen past het handboek dit echter niet consequent verder toe

  17. Intern groeipercentage: Dupont Analyse intern groeipercentage =  reserves /activa = ( reserves /nettowinst) (nettowinst/eigen verm.) (eigen verm./activa)  herinvesteringsratio  (symbool: b ) rendement op eigen vermogen (REV)  financiële zelfstandigheid

  18. Extern Groeipercentage • maximale groei: zonder bijkomend extern eigen vermogen bij gelijke financiële hefboom • extern groei% = b * REV  herinvesteringsratio boekhoudk. Rendem. op Eigen Verm. • via deze formule: EV aan begin boekjaar ! • Extern Groeipercentage Executive Paper = 0.4 * (74,5 / 540) = 5,52% (versus pagina 838)

  19. Extern Groeipercentage: proef .

  20. Extern groeipercentage: Dupont Analyse extern groeipercentage = b * REV = b * (nettowinst / EV) = b*(nettowinst/omzet) (omzet/activa) (activa/eigen vermogen)    winstmarge omloopsnelheid activa equity multiplicator(financiële hefboom) terwijl: intern groeipercentage = b * REV * EV / activa

  21. Factoren die de groeicapaciteit beïnvloeden 1. % ingehouden winst of: dividenpolitiek 2. winstmarge of: bedrijfsefficiëntie 3. omloopsnelheid activa of: efficiëntie in kapitaalverbruik 4. verhouding VV/EV of: financieel beleid

  22. Toepassing Gegevens: VV/ EV = 0.5; omloopsnelheid activa = 6 Gevraagd: 1. Hoe hoog moet de winstmarge zijn om een extern groeipercentage van 10% te behalen ? 2. Hoeveel bedraagt in dat geval het intern groei%? Extern groei% = (nettowinst/omzet) (omzet /activa) (activa / EV) = = Interngroei% = externgroei% / (activa / EV) = =

  23. Toepasbaarheid van het concept van externe groei • Vaststelling: bedrijven groeien te barsten bij gebrek aan financiële middelen • bij reëel groei% > extern groei%: voortdurend nood aan extra financiering • aanvraag voor een tijdelijk krediet ter betaling van leveranciers, bij reële groei% > extern groei%: symptoom voor structureel probleem • voor levensvatbaarheid onderneming op LT: evenwicht tussen groei & rendabiliteit • illustreert samenhang tussen: • bedrijfsefficiëntie (winstmarge) • efficiëntie in gebruik van activa • financieel beleid (EV / VV) • dividendpolitiek (herinvesteringsratio)

  24. Bedenkingen bij deze aanpak:“ There is no finance in financial planning models ” • Louter gebaseerd op budgettering van “boekhoudkundige” staten • Geen actualisatie van (incrementele) kasstromenexpliciete verrekening van risico • Toont wel de gevolgen van bepaalde beslissingen,maar helpt niet om uit te maken of die beslissingen optimaal zijn

  25. Eagle Sport Supply p.848 toepassing 32 kerngegevens: p. 847 a) VEF = ? bij dividendbetaling = 60% en groeivoet van 15% b) welke sluitpost indien geen kapitaalverhoging ? c) maximale kredietopname = 1100 => sluitpost = ?

  26. Eagle Sport Supply p.848 toepassing 33 kerngegevens: p. 847 a) intern groei% bij uitbetalingsratio van 60% b) extern groei% ? Intern groei% = = = Extern groei% = = =

  27. Korte termijnFinanciële Planning Hoofdstuk 30

  28. Inhoudstafel • Werkkapitaal & netto-werkkapitaal • Bedrijfsvoeringstraject • Verband LT- en KT-financiering • Kasplanning • KT financiële planningsmodellen • Financieringsbronnen op KT

  29. Werkkapitaal Eenvoudige exploitatiecyclus Liquiditeiten Voorraad grondstoffen Debiteuren Voorraad afgewerkt product

  30. Netto - werkkapitaal • Vlottende activa min kortlopende schulden • = Permanent vermogen (EV + LT schulden)min Vaste activa • wijzigingen in netto werkkapitaal: retraceren viastaat van herkomst & besteding van middelen(p.855 - 857)

  31. Bedrijfsvoeringstraject • = periode tussen levering aankopen & inning vordering • levering betaling aan verkoop betalinggoederen leverancier door klant     opslagduur debiteurentermijn crediteurentermijn betalingstraject opslagduur = gem. voorraad / (kostprijs verkopen /365) debiteurentermijn = gem. debiteuren / (omzet / 365) crediteurentermijn = gem.lev./ (kostprijs verkopen / 365)

  32. Betalingstraject = periode tussen kasuitgave & inning vordering = bedrijfsvoeringstraject - crediteurentermijn  bij:  opslagduur en/of  debiteurentermijn  bij:  crediteurentermijn • meestal positief  financiering nodig • signalen bij  betalingstraject • verouderende voorraad • problemen bij inning vorderingen

  33. Behoefte aan bedrijfskapitaal = cyclische behoefte min cyclische middelen  voorraden + vorderingen(KT) niet-financiële schulden • omvangt hangt af: voorraadrotatie klantenrotatie leveranciersrotatie • meestal positief: • deel financieringsbehoefte exploitatiecyclus blijft ten laste • heeft een permanent karakter  best financieren op LT • soms negatief: • uit exploitatiecyclus resulteren nieuwe middelen die hetbedrijfskapitaal versterken

  34. Toepassing op bedrijfsvoeringstraject Gegeven: Balans: 1 jan31 decResultatenrekening: Voorraden 500 600 Omzet: 5000 Klanten 100 120 Aankoopprijs verkochte Leveranciers 250 290 goederen: 4200 Gevraagd: 1. Betalingstraject = ? dagen 2. Welk is de impact op het betalingstraject van: a. wijziging voorraadrotatie naar 6 ? b. grotere voorraadaankopen tegen lagere prijzen? c. korting voor contante betaling?

  35. Euro A B C Cumulatieve kapitaalbehoefte Jaar 1 Jaar 2 Tijd Rechten A,B en C tonen alternatieve niveaus van LTfinanciering • Strategie A: permanent cash overschot • Strategie B: KT beleggen deel van het jaar; KT lenen voor rest • Strategie C: permanente KT kredietopname Verband LT- & KT-financiering

  36. Accommoderend  restrictief Accommoderend (flexibel)  restrictief   hoge ratio vlottende activa /omzet(uitgebreide voorraad, soepel klantenkrediet, veel liquiditeiten) te verwachten: • productieverhogend, omzetverhogend• kostenverhogend (evt. deels doorrekenbaar) naarmate  vlottende activa:  aanhoudkosten • opportunity costs • gederfde inkomsten vlottende activa  tekortkosten • orderkosten • kosten door te weinig voorraad

  37. Accommoderend  restrictief Criteria bij de keuze: • men probeert “vervaldagen” te matchen tussen actief & passief • vaste activa: financieren op LT • behoefte aan bedrijfskapitaal: financieren op LT • comfort van accommoderend beleid  financieel manager wordt niet betaald om comfortabel te zitten

  38. Kasplanning • Nut:  brengt toekomstige liquiditeitstekorten & -overschotten aan het licht  vormt een budget, waartegen reële prestaties kunnen worden afgezet • Onderdelen 1. Ontvangsten 2. Uitgaven 3. Kastekort of -overschot: hoe opvullen / herbeleggen ?

  39. Kasplanning Dynamic Mattress p.860

  40. Kasplanning Dynamic Mattress p.860

  41. Financieringswijze Dynamic Mattress • Verborgen kosten leverancierskrediet • afhankelijkheid leverancier • twijfel aan kredietwaardigheid • Verslechteren ratio’s ? • Impact huidige keuze op gezonde financiering in toekomst? • (gedeeltelijke) LT-financiering ? • hoofdregel van financiering • minder druk op KT • minder risico (cfr. Lernout & Hauspie) • slechts tijdelijk; op termijn via autofinanciering • Gespreide betaling investering mogelijk ? • ? mogelijk: voorraden  & klantenkrediet  • alternatieven uitwerken & afwegen: via “trial & error” -> beste alternatief

  42. Korte termijn financiële planningsmodellen • Via rekenblad of maatwerk software • Simulatieprogramma’s • Optimalisatiesoftware (lineaire programmering) voor complexe problemen met vele onderlinge afhankelijkheden & restricties(=> trial and error geeft wellicht nooit de beste combinatie) • Belang van correcte assumpties

  43. Financieringsbronnen op KT 1. Commercial Paper • KT niet gewaarborgd effect • desintermediatie(tevens  intrest op KT-krediet aan grote ondernemingen) • termijn: 2 à 9 maanden • intrestberekening soms via disconto 2. Medium Term notes • vanaf 9 maanden • geen uitgifteprocedure (zoals obligaties) maar verkoop op regelmatige basis (zoals commercial paper)

  44. Beheer van Liquiditeiten Hoofdstuk 31

  45. Inhoudstafel • Float • Kasgeldconcentratie • Voorraadbeleid • Voorraadkosten • Optimale bestelgrootte • Optimale hoeveelheid liquiditeiten • Geldbeleggingen

  46. Float = beschikbaar saldo - boeksaldo ° ingevolge nog niet verwerkte cheques • uitgavefloat: ° door uitgeschreven, nog niet geïnde cheques = positief • incassofloat:° door cheques ter incasso = negatief • nettofloat:S • float vermijden door te betalen via: • overschrijving • domiciliëring • debet- i.pl.v. creditkaart

  47. Kasgeldconcentratie • Gelden verzamelen op hoofdrekeningen van een onderneming • Internationaal:ook dagelijkse overdracht -> centrale rekening • Pooling (bij dezelfe bank) - sommen worden niet getransfereerd - debet- en creditbedragen worden wél extracomptabel samengevoegd voor intrestberekening

  48. Voorraadbeleid • Raakvlak: fin. beheer - inkoop - productie - marketing • Voorraadkosten: 1. Opslagkosten: • opportuniteitskost geïnvesteerd vermogen • magazijnkost / verzekering • veroudering, kwaliteitsverlies / diefstal 2. Tekortkosten: • bestelkosten (aanvulkosten • kosten van veiligheidsvoorraad (opportuniteitsverlies) • hogere aankoopprijs bij kleinere hoeveelheden • Economische Bestelgrootte (EBG) = bijbestelhoeveelheid met minimale voorraadkost

  49. Optimale voorraadgrootte . Totale kosten Aanhoudkosten Voorraadkosten in euro Bestelkosten Bestelgrootte Optimale bestelgrootte

  50. Economische Bestelgrootte H = hoeveelheid per bestelling BK = Bestelkost H/2 = gemiddelde voorraad T = Totale hoeveelheid/jaaar OK = opslagkost per eenheid • Totale kosten:(H/2)* OK + BK * (T/H) • waaruit: H =  2 (T.BK) /OKvermits opslagkost = bestelkost bij minimale totale kost • uitbreidingen: • veiligheidsvoorraden • levertijd

More Related