1 / 14

De Cel(organellen)

De kleinste georganiseerde eenheid waaruit alle levende wezens zijn opgebouwd. Het menselijk lichaam bestaat uit verschillende typen cellen, ieder met een eigen functie. Elke cel maakt onderdeel uit van grotere systemen zoals weefsels en organen. . De Cel(organellen). Polaire groep

marsha
Télécharger la présentation

De Cel(organellen)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De kleinste georganiseerde eenheid waaruit alle levende wezens zijn opgebouwd. Het menselijk lichaam bestaat uit verschillende typen cellen, ieder met een eigen functie. Elke cel maakt onderdeel uit van grotere systemen zoals weefsels en organen. De Cel(organellen)

  2. Polaire groep Oplosbaar in water Hydrofiele kop (polair) Fosfaat Glycerol Vetzuurketen Vetzuurketen Hydrofobe staart (apolair) De Celmembraan De celmembraan is opgebouwd uit twee lagen fosfolipiden.

  3. Celkern (Nucleus) De celkern bevat de erfelijk informatie van een organisme in de vorm van genen. Deze genen bestaan uit DNA (desoxyribonucleïne-zuur). Door een microscoop is vaak een donkere vlek in de kern te zien: de nucleolus (kernlichaampje). Hierin liggen de genen voor de aanmaak van de ribosomen In de kernmembraan bevinden zich openingen, de kernporiën. Door deze kernporiën kunnen stoffen de kern binnendringen en verlaten. Het DNA in combinatie met speciale eiwitten (de histonen) wordt chromatine genoemd.

  4. Endoplasmatisch reticulum en Ribosomen Het endoplasmatisch reticulum (ER; endo = binnen, reticulum = netwerk) is een uitgebreid netwerk van membranen. De membranen van het ER en van de kern lopen in elkaar over.Er zijn twee typen ER, het ruwe ER en het gladde ER. Aan het ruwe ER zitten veel ribosomen vast en is betrokken bij de aanmaak van eiwitten, het gladde ER heeft geen ribosomen en is betrokken bij de aanmaak van vetten.

  5. Ribosomen Eiwitfabriekjes van de cel. Een ribosoom hecht zich aan een kopie van een stukje DNA, zogenaamd messengerRNA (mRNA). DNA is te groot voor de kernporie en een beschadigde kopie is minder erg dan een beschadigd origineel! Op het RNA staat een recept voor een eiwit. Dit wordt afgelezen door het ribosoom. Het recept schrijft voor in welke volgorde het ribosoom de bouwstenen van een eiwit aan elkaar moet koppelen.                 Ribosomen bestaan niet uit membranen, maar uit eiwitmoleculen met daarin stukjes erfelijk materiaal (ribosomaal RNA ofwel r-RNA).Cellen die veel eiwitten produceren, bevatten veel ribosomen, soms enkele miljoenen per cel.Ribosomen regelen de eiwitsynthese. De geproduceerde eiwitten kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt, zoals de aanmaak van materiaal (structuureiwitten), het versnellen van omzettingen (enzymen), en het transport van stoffen door celmembranen (transporteiwitten). De ribosomen in een cel zijn voor het overgrote deel met het ruwe ER verbonden, een kleiner deel ligt vrij in het celplasma.

  6. Cytoplasma Eiwit DNA Kopiëren mRNA Transport Vrij Ribosoom Eiwitaanmaak DNA Kopiëren mRNA Transport Ribosoom op ER 1eEiwitaanmaak * * Transport Golgisysteem afrondenEiwitaanmaak Membraan eiwit of en transport Transport naar buiten Het maken van een eiwit http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/ribosoom.html

  7. Golgi-systeem

  8. Lysosomen Lysosomen zijn een soort zakjes, die door membranen van de omgeving afgescheiden zijn.Ze bevatten enzymen, dit zijn eiwitten die helpen om een reactie te laten plaatsvinden, die betrokken zijn bij de afbraak van grote moleculen. Voorbeelden van dergelijke moleculen zijn eiwitten, koolhydraten, vetten en nucleïnezuren. Lysosomen zijn vooral belangrijk bij de intracellulaire vertering van voedseldeeltjes die via fagocytose (insluiting van vaste deeltjes) en pinocytose (insluiting van vloeibare deeltjes) de cel zijn binnengekomen.

  9. Cytoskelet De meeste organellen zweven niet vrij in een cel, zoals een gewoon microscopisch beeld of een schematische tekening suggereren. Door de hele cel is een groot aantal draadvormige structuren te vinden die de functie van 'skelet' en 'spieren' hebben; het zijn respectievelijk de microtubuli en de microfilamenten (actinefilamenten).

  10. In alle cellen bevinden zich Mitochondriën. Ze zijn de energieleveranciers in een cel. Hoe actiever de cel, des te meer mitochondriën. Mitochondriën Mitochondriën bezitten hun eigen DNA, het mitochondriaal DNA, dat informatie bevat om onder meer 13 eiwitten te vormen die betrokken zijn bij de verbranding (bijvoorbeeld ATP-synthase dat helpt bij de synthese van ATP). Mitochondriën bezitten een dubbelmembraan. Het binnenste membraan is sterk naar binnen gestulpt. Deze instulpingen heten cristae. De membranen verdelen het mitochondrium in twee inwendige compartimenten. De ruimte tussen de twee membranen in wordt de intermembraanruimte genoemd. De ruimte binnen het binnenmembraan heet de matrix. O2 H2O CO2 ATP Koolhydraten Een groot deel van de verbranding van glucose uit je voedsel vindt langs de membranen van de matrix plaats. De nodige enzymen liggen er als een soort lopende-band-systeem op gegroepeerd.Bij de verbranding wordt energie gevormd die wordt vastgelegd in speciale energiemoleculen: ATP (adenosinetrifosfaat).

  11. ATP-ADP Energierijke fosfaat bindingen Energie beschikbaar voor processen en reacties in de cel Energie van zonlicht of voedsel Vrije fosfaatgroep (Pi)

  12. Fotosynthese 6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2 Plastiden • Plastiden zijn organellen die alleen bij planten voorkomen. • De plastiden worden ingedeeld in twee groepen: • gekleurde plastiden (chromoplasten) (voor kleur bv. Fruit of Fotosynthese) • en kleurloze plastiden (leukoplasten) (voor opslag vetten, eiwitten of koolhydraten) • Plastiden worden gevormd uit proplastiden. Als de plastiden eenmaal gevormd zijn, • kunnen ze door uitwendige omstandigheden gemakkelijk in elkaar overgaan. • De bekendste plastiden zijn de chloroplasten (bladgroenkorrels). Deze komen bij planten • voor in de bladeren en stengels en zijn betrokken bij het proces waardoor wij kunnen • leven; de Fotosynthese. Één van de belangrijkste reacties in de biologie: Verbranding Klopt deze reactie???? Hoe heet deze reactie?

  13. Chloroplast Net als de mitochondriën heeft een chloroplast een dubbele membraan aan de buitenkant. De binnenmembraan omgeeft een ruimte die opgevuld is met vloeistof, stroma genoemd, en membraanschijfjes die op elkaar gestapeld zijn. In de op elkaar gestapelde schijfjes zit het pigment chlorofyl. Dat is betrokken  bij de lichtabsorptie die nodig is voor fotosynthese.

  14. Vacuoles Vacuoles zijn een soort vochtblaasjes die in cellen van zowel planten als dieren voorkomen. Bij dieren zijn ze meestal zo klein dat ze onder een lichtmicroscoop niet zichtbaar zijn.

More Related