1 / 17

Control

i d (t). i c (t). Display. Human Operator. Control Device. System. e(t). f(t). u(t). o(t). Control. Continu of discreet. Respons Selectie. Beslissingscomplexiteit logaritmisch verband tussen reactietijd en alternatieven Hick-Hyman law: RT = a + bLog 2 N empirisch gegeven

nicola
Télécharger la présentation

Control

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. id(t) ic(t) Display Human Operator Control Device System e(t) f(t) u(t) o(t) Control • Continu of discreet

  2. Respons Selectie • Beslissingscomplexiteit • logaritmisch verband tussen reactietijd en alternatieven • Hick-Hyman law: RT = a + bLog2N • empirisch gegeven • let op ‘decision complexity advantage’! N = 4 N = 12

  3. Respons Selectie • Verwachting • geheugenaspecten • we nemen sneller informatie op die we verwachten en selecteren sneller acties die we verwachten • Compatibiliteit • overeenkomst locatie of beweging van control met mentaal model gebruiker • Snelheid vs. accuratesse • trade off snelheid en nauwkeurigheid • Feedback • systeemrespons op actie • samenvallen perceptie en actie in plaats en tijd

  4. Control activatie • Twee basistypen feedback: • uitvoering van de handeling • resultaat van de handeling • Fysiek gevoel • ‘toggle’: visuele, auditieve en tactiele feedback • ‘touch screen’: mist tactiele feedback • Grootte • concurrentie tussen grootte en functionaliteit • Labeling • feedforward (vooral van belang voor niet-experts)

  5. Positionering • Pointing • referentie naar specifiek object • direct (oftewel fysiek) • aanwijzen • symbolisch • Bewegingstijd • bewegen naar doel (Fitts’ law) • bewegen van het doel (indrukken, schuiven, etc.)

  6. Fitts’ law • MT = a + b log2(2A/W) • MT: bewegingstijd naar het doel • A: afstand naar het doel • W: doorsnede van het doel • (2A/W): moeilijkheidsgraad (‘index of difficulty’) W1 A1 log2(2A1/W1) = 3 W1 A2 log2(2A2/W1) = 4 W2 A1 log2(2A1/W2) = 4

  7. Device karakteristieken • Positie vs. snelheidsgecontroleerd • We hebben de volgende factoren: • locatie van de buttons en positie t.o.v. elkaar (richting) • locatie van de hand • richting van de snelheid van de cursor • richting van de snelheid van de hand

  8. Device karakteristieken • directe positie controle • hand (of vinger) correspondeert met cursor (absolute “mapping”) • indirecte positie controle • oppervlak beweging hand is niet gelijk aan oppervlak beweging cursor (relatieve “mapping”) • indirecte snelheidscontrole • activatie in bepaalde richting geeft snelheid in die richting (bijv. joystick) • isotonisch: joystick beweegt vrij en blijft staan • isometrisch: krachtterugkoppeling en blijft staan • springloaded: krachtterugkoppeling, maar springt terug

  9. Gain • Gain = (verandering cursor)/(verandering control) • meestal tussen 1.0 en 3.0 • lage gain veel moeite • hoge gain minder precies • alleen mogelijk bij indirecte control Hand Cursor

  10. Effectiviteit I.h.a. zijn muis, touchscreen, en lichtpen goede devices voor positie controle (zie fig. 9.3, p. 267) Maar afhankelijk van: • Taak • indirect control bijv. moeilijker bij complexe taken, denk aan tekenen of schrijven maar ook trillen van hand of vingers • snelheid vs. precisie • Werkruimte • trade off grootte van de buttons en de werkruimte (relatie input device - display?) • Omgeving • problemen met trillingen en auditieve ruis

  11. Verbale en symbolische input • toetsenbord of gesproken invoer • handschriftherkenning nog niet goed genoeg ontwikkeld • in principe grote uitdrukkingskracht (vergelijk met buttons)

  12. Toetsenbord • Numerieke data • lineaire array • 1,2,3 (telefoon) vs. 7,8,9 (rekenmachine) • Linguïstische invoer • QWERTY • zowel mechanische als ergonomische overwegingen • gevestigde standaard • Dvorak toetsenbord • lay-out op basis van frequentie en volgorde van letters • efficiënter gebruik beide handen • toch weinig winst (5-10%) • Chording toetsenbord (bijv. velotype) • meerdere toetsen tegelijk • geen feedback op de toetsen

  13. Chording keyboards

  14. Gesproken invoer • voordelen: • grote functionaliteit • natuurlijk • dubbeltaken mogelijk • nadelen: • voornamelijk technische limitaties • gelimiteerde input • traag • achtergrondruis en vervorming van stem • continue control

  15. Continue control en tracking • Volgen van continu veranderend doel (target) • autorijden, vliegenmeppen, computerspelletjes, temperatuur bij chemisch proces, etc. • Tracking: systeem output in overeenstemming brengen met variërende target • 2 display-types: • pursuit tracking display: cursor en target zijn onafhankelijk • compensatory tracking display: representatie van de afwijking • Problemen boven 1 Hz

  16. Control volgorde • nulde-orde: positie (muis) • eerste-orde: snelheid (joystick) • tweede-orde: versnelling (vrijwel niet gebruikt) • Bij tweede-orde control grote problemen met traagheid en stabiliteit • moeilijk hanteerbaar, grote oscillaties • komt toch veel voor vanwege fysisch gedrag systemen • mogelijke oplossingen • predictieve displays • leerstrategieën • automatisering

  17. Telerobotica • Een gevoel van telepresence (vgl. VE) • complexe perceptie - gebaseerd op vele factoren (medium, inhoud, gebruiker) • real-time interactiviteit van groot belang - vertraging (door bv. transmissie of complexiteit VE) bemoeilijkt controle & verlaagt telepresence • oplossingen: • lagere complexiteit van VE • predictieve displays • eerst simulatie v. beweging, dan uitvoeren • multimodaal: visueel/auditief/tactiel

More Related