1 / 14

Wie niet horen wil, moet voelen! Van recht tot plicht op maatschappelijke integratie?

Wie niet horen wil, moet voelen! Van recht tot plicht op maatschappelijke integratie? . Wim Van Lancker Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck Universiteit Antwerpen Ronde Tafel “ Leefloon en aanvullende uitkeringen ” CEDER, 29-05-2013. Voor wat , hoort wat : context en trends.

ozzie
Télécharger la présentation

Wie niet horen wil, moet voelen! Van recht tot plicht op maatschappelijke integratie?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Wie niet horen wil, moet voelen! Van recht tot plicht op maatschappelijke integratie? Wim Van Lancker Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck UniversiteitAntwerpen RondeTafel “Leefloon en aanvullendeuitkeringen” CEDER, 29-05-2013

  2. Voorwat, hoortwat: context en trends • Van de verzorgingsstaatnaar de ‘actievewelvaartsstaat’ of de ‘socialeinvesteringsstaat’ • Verschuiving in het denken over en handelen van sociaal beleid in het algemeen en socialebescherming in het bijzonder: van ‘beschermen’ naar ‘empoweren’ • Beleidsmatig: Nadruk op gelijkekansen en arbeidsmarktintegratiealskortstewegnaarsocialeinclusie • Normatief: Individualisering van socialerisico’s en nadruk op persoonlijkeverantwoordelijkheid • Het logischegevolg is eenverscherptevorm van wederkerigheid(‘voorwat, hoortwat’): we zijnbereidsolidairtezijn met wiezijn of haarverantwoordelijkheidneemt en de aangebodenkansengrijpt. Wiedatnietdoet, moetzelf de gevolgendragen (‘eigenschuld, dikkebult’). Eengevoeldatveelmensendelen.

  3. Recentevoorbeelden • Intrekken van schooltoelage van hardnekkigespijbelaars; • Recht op kinderbijslagenkoppelenaanschoollopen of kinderopvang; • Geert Versnick: leefloonafnemen van zij die hunkinderennietnaar de kleuterklassturen; • Of nog: degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringenalsfinanciëleprikkelomaan het werktegaan ; • Of nog: mensen met obesitasmeerlatenbetalenvoorhunziekteverzekering; • Zelfsdezemaandnog: Jan Denys van Randstad die oproeptomvroegtijdigeschoolverlatersgeenuitkeringmeertegeven. • Rode draad: mensenwordenindividueelverantwoordelijkgesteldvooreen in wezen sociaal probleem; wienietaan de strengevorm van wederkerigheidvoldoetwordtfinancieelgestraft.

  4. De ondraaglijkecomplexiteit van persoonlijkeverantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid • De studietoelagewordtteruggevorderd van de ouders van hardnekkigespijbelaarsalsfinanciëlestrafmaatregel. • Minister van OnderwijsSmet: “ietsteveelouderswentelen de verantwoordelijkheid van de opvoedingaf op de school” • Crux van het probleem: is spijbeleneenpersoonlijkekeuze, of is ermeeraan de hand? • Oorzaak van spijbelen is eenkluwen van verbanden en interacties die heel sterkgerelateerdzijnaan de socialepositie van het gezin in de samenleving, aan de school, aan de buurtwaarin men opgroeit, aan de middelen die het gezinheeft. • Het is nietmogelijkom ‘eigenverantwoordelijkheid’ teonderscheiden van de omstandighedenwaarin men leeft.

  5. De ondraaglijkecomplexiteit van persoonlijkeverantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid • TABEL1: Socialeachtergrond van spijbelaars

  6. De ondraaglijkecomplexiteit van persoonlijkeverantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid • TABEL 2: Oorzaken van spijbelgedrag

  7. De ondraaglijkecomplexiteit van persoonlijkeverantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid • Is het de schuld van de ouders, of van het kind zelf? Is het de schuld van de school (want spijbelen is geconcentreerd in scholen, vaakscholen met teweinigmiddelen, lagerekwaliteit, slechtereinfrastructuur)? Van de vrienden? Van de buurtwaarin men opgroeit (want spijbelen is geconcentreerd in buurten)? • Het is eenillusietedenkendatfenomenen die heel sterkvasthangenaansocialeachtergrond (loterij van de geboorte) gereduceerdkunnenworden tot ‘schuld’. • Hetzelfdegeldtvoorinschrijvingen in kleuterschool, in ongekwalificeerdeuitstroom, etc. • Wieheeftrecht op eenschooltoelage? Kwetsbaregezinnen met weinigmiddelen. Wie is oververtegenwoordigd in de spijbelstatistieken? Dezelfdegezinnen. Help je hen vooruit door hen testraffen?

  8. De ondraaglijkecomplexiteit van persoonlijkeverantwoordelijkheid: Casus spijbelbeleid • Los van de vraag of die gelijkekansenwelechtverzekerdzijn(cf. aanbodkinderopvang en kleuterschool, wachtlijsten, kwaliteit van scholenetc) • Appel op persoonlijkeverantwoordelijkheid in het sociaal beleid viseert per definitie de meestkwetsbaren in de samenleving (leefloners, ontvangers van schooltoelagen), zonder de sociale context en dus de gedeeldeverantwoordelijkheid van de samenleving in achttenemen • Ikzegnietdatverantwoordelijkheidonbestaande is nochdat het beleid nietzoumogeningrijpen. De vraag is alleenhoé je datdoet. • Net omwille van de enormeinvloed die uitgaat van iemands (ongekozen!) socialepositie, moet men zeeromzichtigomspringen met bestraffendemaatregelen die geëntzijn op de idee van persoonlijkeverantwoordelijkheid. Anders dreigen de meestkwetsbarennogmeeruitgeslotenteworden.

  9. RMI-wet • Wet op MaatschappelijkeIntegratie van 2002: nietnoodzakelijkfinanciëlesteunverlening, maar ‘maatschappelijkeintegratie’. • Tewerkstelling of opleiding • Leefloon • Rationale: veranderendeomstandigheden, grotereuitstroomrealiseren • Werkbereidheidalsvoorwaarde en activering in de bijstandnietnieuw (sinds ‘70), maar vaakdode letter. Met de RMI-wet krijgtactiveringmeerhaar op de tanden: werkbereidheid en toeleidingnaararbeidsmarktkrijgtveelgrotergewicht, en het recht op eenminimuminkomen is nietvrijblijvend (contractbenadering). • Geïndividualiseerd project voormaatschappelijkeintegratie (GPMI) • Art 60§7, doorstromingnaarwerk en herinschakeling in de SZ

  10. Hoe het nietmoet: workfare in Nederland • Nieuwebijstandswet: In ruil voor het recht op bijstand is er een wettelijke verplichting gekomen tot ‘tegenprestatie naar vermogen’ die de gemeente kan opleggen. = ‘verplicht vrijwilligerswerk’ (contradictio in terminis) • Vb: sneeuw ruimen, parken onderhouden, .. Maar ook in buurthuizen of in de zorg(!). Wie ‘niet aan de voorwaarden voldoet’ wordt geschorst van de bijstand. • Jongeren zonder startkwalificatie ( = getuigschrift secundair onderwijs) hebben geen toegang meer tot bijstand

  11. Gevolg: • De meest kwetsbaren vallen onder dit regime en riskeren financieel te worden gestraft • Geen uitzicht op een waardevolle integratie op de arbeidsmarkt • Goedkope arbeidskrachten zonder opbouw van sociale rechten

  12. EenwaarschuwingvoorBelgië? • Ookbijons trend naareenverscherping van voorwaarden (cf. Project Ruitenkuis in Antwerpen), maar erg veelverschillentussen OCMW’s => probleem van de discretionairebevoegdheid (‘werkbereidheid is erg ruim en kan door een sociaal werkeranderswordeningevuld’) • Welnogvaak in wettelijkkaderzoals art. 60§7 • Het NetwerktegenArmoedewaarschuwtechtervooreenvoortschrijdendeevolutie: “trajectbegeleidingleidtmensennaararbeidszorg, OCMW’s overwegenleeflonersonkruidtelatenwieden, sneeuw of vuiltedoenruimen” • Datroeptvragen op: • In hoeverrehoortarbeidszorg en vrijwilligerswerkbinnen het activeringsdiscours van rechten en plichten(cf. sanctiebij ‘niet-naleving’?) • Druk op sociaal werkers: tijd en incentives om met context en structurelefactorenrekeningtehouden? Welkerolspelenzij: rechter en partijtegelijkertijd? • Willekeur in voorwaarden, willekeur in sancties?

  13. Besluit • Conditionalisering van socialebescherming in de vorm van financiëlebestraffingen is onrechtvaardig en leidt tot verderekwetsbaarheid van mensen die het meeststeunnodighebben. • Gegeven de grotediscretionairebewegingsvrijheidkunnenwelzijnswerkerszelf de voorwaarden tot werkbereidheidinterpreteren. Alszijdatdoen met eennadruk op persoonlijkeverantwoordelijkheid, kandatleiden tot eenuitholling van het recht op maatschappelijkeintegratie. Erontstaatookeenprobleem van willekeur. • Noodaancentraliseringsteunnormen (cf. referentiebudgetten) maar ookvoorregelgeving met betrekking tot conditionaliteit (welkevoorwaardenkunnengesteldwordenaanleefloon en aanvullendesteun, welkeschending van voorwaardenkanaanleidinggeven tot schorsing?). Maar: Discretionaire marge is nodigvooreen beleid op maat.

  14. Besluit • Het gaatdusomeenstrevennaarevenwichttussencentraleregelgevingenerzijds en de nodigeuitvoerdendebeslissingsvrijheidanderzijds. Ideaal: in een context van voldoendeinkomensbeschermingmensentoeleidennaarwerk via een beleid op maat, zonderdaarbijbestraffendtewerken. • Waarschuwing: we kennennoggeenNederlandse workfare-oriëntering, maar de trend gaatwel in die richting. • Vraag: Tot waarwillenalssamenlevinggaan in de voorwaardelijkheid van minimuminkomensbescherming? • Algemeneconclusie: Recht op maatschappelijkeintegratiedreigtteverworden tot eenplicht tot tewerkstelling. Alsdatsamengaat met verderevoorwaardelijkheid van inkomenssteungeënt op de idee van persoonlijkeverantwoordelijkheidvoor die tewerkstelling, danzijn de meestkwetsbarendaarvan het slachtoffer.

More Related