1 / 39

De omgevingsvergunning beperkte milieutoets

De omgevingsvergunning beperkte milieutoets. Gijs van Luyn Jan van den Dool. Kenniscentrum InfoMil. Inhoud. Theorie – Casus – Theorie - Casus Inleiding Oorzaken OBM-plicht Oefenen: Activiteiten met OBM-plicht De aanvraag Toetsingsgronden Procedure verlening OBM Intrekking OBM

raleigh
Télécharger la présentation

De omgevingsvergunning beperkte milieutoets

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De omgevingsvergunning beperkte milieutoets Gijs van Luyn Jan van den Dool Kenniscentrum InfoMil

  2. Inhoud Theorie – Casus – Theorie - Casus • Inleiding • Oorzaken OBM-plicht • Oefenen: Activiteiten met OBM-plicht • De aanvraag • Toetsingsgronden • Procedure verlening OBM • Intrekking OBM • Relatie OBM met natuurregelgeving • Bevoegd gezag • Overgangsrecht

  3. Inleiding • OBM is omgevingsvergunning. • OBM is vergunning zonder voorschriften. • OBM geldt meestal voor inrichting type B. • Type B bedrijf zonder OBM mag altijd meteen beginnen met activiteiten. OBM-plichtig bedrijf niet.

  4. OBM-plichtige activiteiten Stelling: “Waar vroeger een wijzigingsvergunning milieubeheer nodig was, is nu een nieuwe OBM nodig. Waar vroeger een 8.19-melding volstond is een OBM niet nodig.” Onjuist. OBM is nodig voor bepaalde handeling. Dit kan zijn: • oprichting • verandering inrichting • verandering activiteit • in werking zijn Waarvoor precies een OBM nodig verschilt per OBM-plichtige activiteit.

  5. 6 oorzaken OBM-plicht Art. 2.2a, lid 1.(vormvrije) m.e.r.-beoordeling • Veehouderijen (D14) • Rioolwaterzuiveringsinstallaties (D18.4) • Opslag schroot en autowrakken (D18.8) • Windturbineparken (D22.2) • Metaalbe- en verwerking (D32.1, 32.2, 32.3, 32.7 en 32.8) • Voedingsmiddelen (D35 en 36) • Bier- en drankproductie (D37.1 en 37.2) • Suikerindustrie (D38.1, 38.2 en 38.3)

  6. 6 oorzaken OBM-plicht Art. 2.2a, lid 2. Activiteiten met afvalstoffen • Handelingen in het kader van verwijderen van huishoudelijke en andere afvalstoffen • Opslaan afvalstoffen gezondheidszorg bij mens en dier • Opslaan gebruikte hygiënische producten • Opslag gebruikte banden • Demonteren van autowrakken • Opslaan en opbulken kunststofafval • Gebruik van afvalstoffen voor vervaardigen betonmortel of betonwaren

  7. 6 oorzaken OBM-plicht Art. 2.2a, lid 3. Geluid • Toepassen waterstraal- of oppervlaktebeluchters bij rwzi • Productie cement- of betonmortel • Productie cement- of betonwaren Art. 2.2a, lid 4. Luchtkwaliteit • Veehouderijen • Vervaardigen betonmortel • Vervaardigen en verwerken van betonproducten • Breken van restproducten t.b.v. vervaardigen betonmortel

  8. 6 oorzaken OBM-plicht Art. 2.2a, lid 5. Geur • Verwerken van polyesterhars Art. 2.2a, lid 6. Gesloten bodemenergiesysteem • Bodemzijdig rendement 70kW of meer • Gelegen in interferentiegebied • GELDT OOK BUITEN INRICHTINGEN

  9. Oefening art. 2.2a Bor Welke OBM-plichten kunnen van toepassing zijn op de aangegeven activiteiten?

  10. Resultaat: Activiteiten met OBM-plicht • Veehouderijen • M.e.r.-beoordeling • Luchtkwaliteit • Betonindustrie • Activiteiten met afvalstoffen • Geluid • Luchtkwaliteit • Rioolwaterzuiveringsinstallaties • M.e.r.-beoordeling • Geluid

  11. Resultaat: Activiteiten met OBM-plicht • Metaalbedrijven • M.e.r.-beoordeling • Activiteiten met afvalstoffen • Voedingsindustrie • M.e.r.-beoordeling • Afvalbedrijven • M.e.r.-beoordeling • Activiteiten met afvalstoffen • Luchtkwaliteit

  12. Oefening OBM-plicht veehouderij Een veehouderij met 600 zeugen wil uitbreiden met 100 zeugen. Is hiervoor een OBM nodig? • Ja, WEL M.e.r.-beoordeling GEEN Luchtkwaliteit En als de uitbreiding 200 zeugen bedraagt? • Nee, Dan vergunningplichtig vanwege IPPC Kan een melkrundveehouderij OBM-plichtig zijn? • Nee, Rundvee niet genoemd in art. 2.2a

  13. Oefening OBM-plicht betonindustrie Een betonwarenfabriek wil uitbreiden. Bij het productieproces worden triltafels gebruikt. De uitbreiding omvat het plaatsen van een puinbreker om hergebruik van afvalmateriaal in het productieproces mogelijk te maken.Door het toepassen van het afvalmateriaal kan de productie worden uitgebreid van 80.000 tot 120.000 kg per dag. Is een OBM nodig? Zo ja, op grond van welke verplichting(en)? • Ja, Activiteiten met afvalstoffen Geluid Luchtkwaliteit

  14. Vraag Welke gegevens moet de aanvrager van een OBM indienen bij zijn aanvraag naast de gegevens die bij de melding Activiteitenbesluit worden aangeleverd?

  15. De aanvraag • Gegevens bij aanvraag OBM: • Algemene gegevens omgevingsvergunning (art. 1.3 Mor) + • Gegevens melding Activiteitenbesluit (art. 6.3 Mor). • Extra meldingsvereisten in Activiteitenbesluit voor bepaalde OBM-plichtige activiteiten. • Alléén deze gegevens kunnen worden gevraagd. • Onvoldoende gegevens bij aanvraag OBM: 4:5/4:15 AWB. Route handhaving art. 1.10 e.v. Activiteitenbesluit ligt minder voor de hand. • Onlosmakelijkheid / aanhaken • Verplichting melding Activiteitenbesluit bij aanvraag omgevingsvergunning te doen, tenzij melding al gedaan is (art. 8.41a Wm).

  16. De aanvraag

  17. Vraag Een OBM voor de opslag van oude autobanden wordt door het bevoegd gezag geweigerd. Wat kan de aanvrager dan doen?

  18. Toetsingsgronden (1) Staan in artikel 5.13b Bor. OBM mag niet geweigerd worden op andere gronden. Vormvrije m.e.r.-beoordeling voor OBM’s 2.2a lid 1: Toetsingsgrond = BG heeft besloten dat MER moet worden opgesteld. • Geen MER? -> BG verleent OBM • Wel MER? -> BG weigert OBM. Aanvrager stelt MER op en vraagt omgevingsvergunning milieu aan. NB: bij andere toetsingsgrond dan m.e.r.-beoordelingsplicht na weigering NIET door naar omgevingsvergunning milieu. Doelmatig beheer afvalstoffen voor OBM’s 2.2a lid 2 (activiteiten met afvalstoffen): Belangrijkste criteria; uitvoering verplichtingen LAP + voorkeursvolgorde afvalbeheer. Denk bijvoorbeeld aan acceptatiebeleid en aanwezigheid bepaalde voorzieningen.

  19. Toetsingsgronden (2) Geluid voor OBM’s 2.2a lid 3 (cement-/betonindustrie en grote RWZI met bepaalde beluchters): activiteit voldoet niet aan grenswaarden Wet geluidhinder Luchtkwaliteit voor OBM’s 2.2a lid 4 (veehouderijen + betonsector): Toetsing met ISL3a. Overschrijding? Weigeren. Geur voor OBM 2.2a lid 5 (verwerken polyesterhars): “een niet aanvaardbaar niveau van geurhinder”. Eigen gemeentebeleid / aansluiten bij provinciaal beleid geur / systematiek NeR Interferentie met ander gesloten bodemenergiesysteem voor OBM 2.2a lid 6: Interferentie = verstoorde werking een van beide systemen of ondoelmatig gebruik bodemenergie. Geldt ook voor interferentie met open bodemenergiesysteem met Waterwetvergunning.

  20. Toetsingsgronden (3) Bibob voor OBM’s 2.2a lid 1b en lid 2c t.m. 2f (opslag schroot, opslag kunststofafval, opslag gebruikte autobanden, demonteren wrakken, mengen afvalstoffen voor vervaardigen betonmortel en betonwaren): toets art. 3 Wet Bibob: ernstig gevaar dat OBM zal worden gebruikt om fout geld wit te wassen of strafbare feiten te plegen. NB: vragen advies aan bureau Bibob NIET verplicht.

  21. Vragen Wordt een OBM wel eens met de uitgebreide procedure verleend? Kan de m.e.r.-OBM voor een veehouderij van rechtswege in werking treden als de beslistermijn is overschreden?

  22. Procedure verlening OBM • OBM in principe met reguliere procedure Wabo: 8 (+6) weken / geen ontwerpbesluit. • Kan toch met uitgebreide procedure gaan vanwege andere toestemming in zelfde aanvraag omgevingsvergunning • Termijn kan opschorten door: • Laten aanvullen aanvraag (4:15 Awb) • aanvragen advies bureau Bibob (art. 31 Wet Bibob) • OBM treedt soms wel, soms niet van rechtswege in werking bij termijnoverschrijding. Zie art. 6.19 Bor. • 2 OBM’s aangevraagd voor zelfde activiteit? Niet mogelijk dat één OBM van rechtswege in werking treedt en de andere niet. • Geen inwerkingtreding van rechtswege? Dan dwangsom wegens niet tijdig beslissen (4:20a lid 2 Awb).

  23. Inhoud besluit verlening OBM • Alleen overwegingen m.b.t. de toetsingsgrond voor de OBM. • Dus waarom wordt de OBM verleend of geweigerd. Bijvoorbeeld: • Waarom is er sprake van (g)een overschrijding van de fijnstof /geur / geluid normen • Waarom is er sprake van (g)een doelmatig beheer van afvalstoffen • Waarom hoeft er geen MER te worden opgesteld • Etc. Maatwerkvoorschriften • OBM wordt aangevraagd voor bepaalde activiteit: check of maatwerk nodig is. • Echter: procedure opleggen maatwerkvoorschrift staat los van procedure verlening OBM

  24. Vragen Een bedrijf is afgebrand. Mag de OBM worden ingetrokken? In een varkenshouderij zijn al meer dan drie jaar geen varkens meer gehouden of andere activiteiten uitgevoerd. Wat voor reden kan het bevoegd gezag hebben om vanwege dit tijdsverloop de OBM in te trekken.

  25. Intrekking OBM (1) Geen intrekkingsgronden: • Strijd met BBT • Verwoesting • In het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen • Ontoelaatbare nadelige gevolgen milieu • Speciale intrekkingsgronden OBM

  26. Intrekking OBM (2) Intrekkingsgronden: • Algemene gronden art. 2.33 Wabo. O.a: • op verzoek (kan niet met terugwerkende kracht) • 3 jaar geen gebruik van gemaakt: niet zinvol bij OBM voor oprichting of verandering die al is uitgevoerd • bij van rechtswege verleende OBM waarbij sprake is van ontoelaatbaar ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving • Intrekking in het kader van handhaving (5.19 Wabo): • Algemene regels (op gebied waarvoor OBM is verleend) worden niet nageleefd • Bibob • OBM is door een onjuiste of onvolledige opgave verleend. In considerans opnemen welke onderdelen van de aanvraag van belang zijn geweest voor je beslissing. Terugwerkende kracht.

  27. Vraag Er wordt een aanvraag OBM ingediend voor een bodemenergiesysteem dat onderdeel is van een project in een beschermd natuurgebied. Van andere onderdelen van het project staat vast dat ze het beschermde natuurgebied zullen aantasten. Het bodemenergiesysteem op zich doet dat niet. Haakt de Nb-wetvergunning aan bij de OBM?

  28. Relatie OBM met natuurregelgeving (1) Aanhaken toestemming natuur (art. 46 e.v. Nb-wet + art. 75b e.v. Ff-wet). Indien er een OBM wordt aangevraagd voor een activiteit die tevens is aan te merken als een handeling waarvoor een toestemming natuur nodig is, moet de toestemming natuur als onderdeel van de omgevingsvergunning worden aangevraagd. De toestemming natuur “haakt dan aan”. De toestemming natuur haakt niet aan indien: • de OBM wordt aangevraagd voor een activiteit waarvoor geen toestemming natuur nodig is. • Uitzondering: Nb-wetvergunning wegens gevolgen voor Natura 2000 gebied. Deze haakt aan bij elke omgevingsvergunning voor een project dat gevolgen heeft voor dat Natura 2000 gebied. • de toestemming natuur al apart is verleend of aangevraagd: “onlosmakelijkheid” werkt hier dus maar één kant op. Artikel 2.7 Wabo niet van toepassing.

  29. Relatie OBM met natuurregelgeving (2) Gevolgen aanhaken • Indien de toestemming natuur aanhaakt bij de omgevingsvergunning, is er een VVGB nodig van het orgaan dat anders bevoegd zou zijn voor de toestemming natuur (Minister van EZ of GS). • Indien de toestemming natuur aanhaakt, wordt de omgevingsvergunning (inclusief de OBM) met de uitgebreide procedure voorbereid. • Resultaat: één omgevingsvergunning met bijvoorbeeld toestemming bouwen, natuur en beperkte milieutoets.

  30. Relatie OBM met natuurregelgeving (3) Ammoniak • De vee-OBM geeft geen recht op het uitstoten van een bepaalde hoeveelheid ammoniak. Kan dus niet gebruikt worden voor ammoniaksaldering. • De vee-OBM geeft geen recht op het in werking zijn van een inrichting, maar een recht om deze op te richten of uit te breiden. Kan dus niet gebruikt worden voor het vastleggen van ammoniakrechten.

  31. Vraag In welke gevallen verlenen Gedeputeerde Staten een OBM?

  32. Bevoegd gezag • Gemeente is in principe bevoegd gezag voor OBM • Per 1 januari 2014 speciale regeling bevoegd gezag afvalstoffen- OBM’s (3.3a Bor) opgeheven. Geen overgangsrecht. • Geen VVGB voor OBM • GS of minister verleent OBM als: • op het project al een omgevingsvergunning rust waarvoor GS/minister BG is; • In dezelfde aanvraag ook een toestemming is aangevraagd waarvoor GS/minister BG is.

  33. Vraag Stel: een bedrijf heeft een omgevingsvergunning milieu. Door een wijziging van het Besluit omgevingsrecht wordt de plicht tot het hebben van een omgevingsvergunning milieu voor deze categorie bedrijven vervangen door een OBM-plicht. Moet het bedrijf dan een OBM gaan aanvragen?

  34. Overgangsrecht Stel: een bedrijf heeft een omgevingsvergunning milieu. Door een wijziging van het Besluit omgevingsrecht wordt de vergunningplicht voor deze categorie bedrijven vervangen door een OBM-plicht. • De omgevingsvergunning milieu is van rechtswege vervallen • Als het bedrijf ook een OBM nodig heeft voor het in werking zijn, is het aan te raden om er van uit te gaan dat het bedrijf geen OBM hoeft aan te vragen. • Vergunningvoorschriften blijven 3 jaar / 6 maanden gelden als maatwerkvoorschrift (art. 6.1 AB) • Lopende aanvragen omgevingsvergunning milieu van vóór invoering OBM-plicht: • Veehouderijen: afhandelen conform oude recht; omgevingsvergunning milieu verlenen. Deze wordt automatisch omgezet naar een OBM (art. X wijzigingsbesluit landbouw) • Andere gevallen: aanvraag komt te vervallen en wordt omgezet naar melding AB (art. 6.4 lid 3 AB). Er moet een OBM worden aangevraagd.

  35. M.e.r.-beoordeling • Vormvrij of procedure Hfdst. 7 Wm • Hangt af van omvang activiteit en drempelwaarde Besluit m.e.r. • Vormvrij  Kunnen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu worden uitgesloten? • Procedure Hfdst. 7 Wm  Moet vanwege de mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu een MER worden gemaakt?

  36. M.e.r.-beoordeling • Beantwoording van vragen met criteria bijlage III richtlijn m.e.r • Kenmerken van het project • Plaats van het project • Kenmerken van het potentiële effect

  37. Oefening m.e.r.-beoordeling Een suikerfabriek wil de installaties bijplaatsen om de productiecapaciteit uit te breiden met 5.000 ton per dag. De fabriek is gelegen op een afstand van 1 km. van een Natura 2000-gebied. De aanvoer van suikerbieten en afvoer van afvalstoffen en producten vindt plaats met vrachtwagens. De aanvoerroute loopt door de bebouwde kom van de gemeente.

  38. Oefening m.e.r.-beoordeling 1. Welke categorie uit het Besluit m.e.r. is van toepassing? 2. Welk type m.e.r.-beoordeling moet worden uitgevoerd? 3 Wat zijn relevante kenmerken van het project? 4. Wat zijn relevante gebieden die in beschouwing moeten worden genomen met betrekking tot de plaats van het project? 5. Wat zijn de kenmerken van de potentiële effecten? 6. Kunnen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu worden uitgesloten? 7. En indien antwoord vraag 4 = Nee, Moet vanwege de mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu een MER worden gemaakt?

  39. Vragen? • Nu. • Helpdesk: https://www.infomil.nl/helpdesk/ • Informatie op website: http://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/omgevingsvergunning/

More Related