1 / 77

BE-GAAP versus IFRS

BE-GAAP versus IFRS. 1. Inleiding. BE-GAAP versus IFRS. Vergelijking jaarrekening: XBRL en IFRS Inleiding. De jaarrekening wordt in de Belgische wetgeving (artikel 22 van het KB van 30 januari 2001) omschreven als:

ronda
Télécharger la présentation

BE-GAAP versus IFRS

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. BE-GAAP versus IFRS

  2. 1. Inleiding BE-GAAP versus IFRS

  3. Vergelijking jaarrekening: XBRL en IFRS Inleiding De jaarrekening wordt in de Belgische wetgeving (artikel 22 van het KB van 30 januari 2001) omschreven als: “De jaarrekening omvat de balans, de resultatenrekening en de toelichting, deze documenten vormen een geheel.” Van een echte definitie is er dus geen sprake. Sinds 2005 zijn de beursgenoteerde vennootschappen verplicht om hun jaarrekening op te stellen volgens de IFRS-normen. IFRS staat voor International Financial Reporting Standards. De term verwijst naar een coherent geheel van boekhoudregels die internationaal aanvaard en toegepast worden. De jaarrekening van een onderneming moet aan bepaalde vereisten voldoen, zo moet de jaarrekening transparant zijn en een getrouw beeld geven van de economische en financiële situatie van de onderneming. Deze vereisten zijn verschillend onder IFRS en onder de Belgische boekhoudwetgeving. De inhoud van een IFRS-jaarrekening verschilt niet in grote mate van een gewone Belgische jaarrekening. De IFRS-jaarrekening bevat een balans, een resultatenrekening, een toelichting en een sociale balans net zoals de Belgische jaarrekening. Maar daarnaast omvat een IFRS-jaarrekening ook een cash flow statement en een staat van wijzigingen in het eigen vermogen. De boekhoudprincipes die worden toegepast onder IFRS zijn zo veel mogelijk op fair value gebaseerd. Fair value wil zeggen dat de reële waarde van de activa en passiva moeten worden weergegeven op het moment dat de balans wordt opgemaakt. De Belgische boekhoudwetgeving is op een heel ander principe gebaseerd, namelijk het voorzichtigheidsprincipe. Het verschil tussen fair value (IFRS) en het voorzichtigheidsprincipe (Belgische boekhoudwetgeving) is vrij groot. De waarde die in de IFRS-jaarrekening wordt weergegeven is de reële waarde. Hieruit kunnen we afleiden dat de jaarrekening een correcte weergave is van de realiteit. De historische kostprijs, waarop de Belgische jaarrekening is gebaseerd, geeft een veel minder correcte waarde weer. De historische kostprijs is namelijk bijna nooit de huidige kostprijs, en bedrijfseconomische gezien is de historische kostprijs niet echt relevant.

  4. De algemene principes • De Belgische jaarrekening De Belgische boekhoudwetgeving kent geen framework. De Belgische algemeen aanvaarde boekhoudprincipes worden bepaald door de boekhoud- en vennootschapswetgeving, en worden aangevuld met de niet-verplicht na te leven adviezen van de Commissie Boekhoudkundige Normen (CBN). De jaarrekening omvat als geheel de balans, de resultatenrekening, de toelichting en de sociale balans. Onder de Belgische boekhoudwetgeving is de belangrijkste vereiste van de jaarrekening dat deze een getrouw beeld geeft van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vennootschap. Bovendien moet de Belgische jaarrekening alle voorzienbare risico’s, kosten en verliezen vermelden. Indien men de exacte waarde niet kan bepalen moet men in de toelichting van de jaarrekening de nodige verduidelijkingen opnemen. De Belgische jaarrekening wordt voornamelijk gestuurd door belastingoverwegingen, het is met andere woorden een fiscale jaarrekening. De meeste Belgische ondernemingen gaan, omwille van fiscale redenen het resultaat van hun jaarrekening proberen te beïnvloeden. Zo worden de waarderingsregels vaak gekozen in functie van de fiscale gevolgen, en dat is niet onlogisch vermits het fiscale resultaat afgeleid wordt uit de jaarrekening. Dit vormt in tegenstelling tot IFRS, een belangrijke hinderpaal voor het presenteren van een jaarrekening die de bedrijfseconomische realiteit moet weergeven. De waardering van de activa gebeurt onder de Belgische boekhoudwetgeving aan de hand van het historisch kostprijsprincipe. Dit wil zeggen dat de prijs die ooit betaald is, in de boekhouding blijft staan. Dit is bedrijfseconomisch in de meeste gevallen niet juist. Ook schenkt de Belgische jaarrekening veel aandacht aan het voorzichtigheidsbeginsel.

  5. De algemene principes IFRS jaarrekening De IFRS jaarrekening bestaat uit een balans, een resultatenrekening, een cash flow statement, een staat van wijzigingen in het eigen vermogen en een toelichting. Voor deze jaarrekening bestaat er geen standaard formaat, en ze is niet verplicht jaarlijks te publiceren volgens de IASB normen. Anders dan bij de Belgische jaarrekening worden de kwaliteitskenmerken voor de IFRS jaarrekening wel gedefinieerd, dit gebeurt in het framework van de IFRS. De 4 belangrijkste kwaliteitskenmerken zijn begrijpbaarheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid. De IFRS jaarrekening zelf bevat bedrijfseconomisch correcte cijfers. De waardering van de goederen gebeurt op twee manieren onder IFRS, namelijk tegen historische kostprijs en tegen reële waarde. Het is de bedoeling in de jaarrekening de bedrijfseconomisch meest correcte waarde weer te geven. Het voorzichtigheidsprincipe komt veel minder aan bod dan in de Belgische jaarrekening, omdat de IFRS jaarrekening in eerste instantie wordt opgesteld voor de investeerders en in bijkomende plaats voor de schuldeisers. De IFRS jaarrekening wordt opgesteld vóór de resultaatverwerking, waardoor enkel de winst van het boekjaar duidelijk wordt, de resultaatverwerking is niet zichtbaar. In de resultatenrekening van een IFRS jaarrekening kunnen de kosten naar aard of naar functie worden ingedeeld. Dit wel zeggen dat ze kunnen ingedeeld worden als bedrijfskosten en –opbrengsten en financiële kosten en opbrengsten (uitzonderlijke kosten en opbrengsten zijn niet toegestaan) of als productiekosten, verkoopkosten, administratieve kosten, …

  6. Inhoud van de jaarrekening De Belgische jaarrekening bestaat uit een balans, een resultatenrekening en een toelichting. De Belgische jaarrekening moet worden opgemaakt volgens een standaard formaat, namelijk het XBRL-formaat. De IFRS jaarrekening bestaat uit een balans, een resultatenrekening, een cash flow statement, een staat van wijzigingen in het eigen vermogen en een toelichting. Voor deze jaarrekening bestaat er geen standaard formaat, de onderneming zal zelf de jaarrekening moeten ontwerpen. Men kan eventueel wel gebruik maken van modeljaarrekeningen die door de onderneming kunnen worden teruggevonden op de website van de Nationale Bank van België • http://www.nbb.be/DOC/BA/IFRS/IFRS_Model_2010.pdf

  7. Inleiding In wat volgt gaan de verschilpunten en de gelijkenissen tussen de Belgische jaarrekening en de IFRS jaarrekening besproken. Balans Resultatenrekening Toelichting Sociale balans 7

  8. 2. De balans BE-GAAP versus IFRS

  9. De balans

  10. De balans

  11. De balans

  12. Debalans

  13. De balans Activa • Vaste activa • Oprichtingskosten • Immateriële vaste activa • Materiële vaste activa • Financiële vaste activa • Vorderingen op meer dan één jaar

  14. De balans Activa • Vlottendeactiva • Vorderingen op ten hoogste één jaar • Voorraden en bestellingen in uitvoering • Geldbeleggingen • Liquide middelen • Overlopende rekeningen

  15. Oprichtingskosten Inhoud van de rubriek (art. 95) Kosten van oprichting en kosten van kapitaalverhoging Kosten bij uitgifte van leningen Herstructureringskosten (art. 58) Belastingen en kosten m.b.t. de inbreng (art. 39) Waardering Aanschaffingswaarde indien niet tenlastegenomen in boekjaar Afschrijving over max 5 jaar – kostenbijuitgifteleningen over de looptijd Volledigafschrijvenbijstopzetting

  16. Oprichtingskosten Aandachtspunten Fictieve VA! Activering indien kosten niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar (art. 58) Herstructureringskosten (toelichting) Activering van herstructureringskosten: subjectiviteit IFRS: begrip oprichtingskosten niet gekend Kosten van oprichting en kapitaalverhoging in mindering van kapitaal Kosten bij uitgifte van leningen in mindering van ontvangen bedrag Overige oprichtingskosten onmiddellijk ten laste van boekjaar Herstructureringskosten/herlokalisatiekosten niet activeren

  17. Immateriële vaste activa Inhoud van de rubriek Kosten van onderzoek en ontwikkeling Concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en andere gelijkaardige rechten Goodwill Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa Waardering BE-GAAP Aanschaffingswaarde Afschrijvingen voor immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur (kosten onderzoek en ontwikkeling en goodwill over max 5 jaar) Waardeverminderingen voor andere ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding

  18. Immateriële vaste activa Aandachtspunten Subjectiviteit waardering! Geen herwaardering mogelijk Soms ook niet uitgedrukte immateriële vaste activa aanwezig Kosten van onderzoek en ontwikkeling

  19. Immateriële vaste activa IFRS Onderzoekskosten komen altijd in resultatenrekening, ontwikkelingskosten kunnen onder bepaalde voorwaarden geactiveerd worden. Opstartkosten en reorganisatiekosten worden verplicht opgenomen in de resultatenrekening. Onder IFRS kunnen de oprichtingskosten niet geactiveerd worden, ze moeten onmiddellijk in de kosten worden opgenomen. De oprichtingskosten zullen volgens het IASB waarschijnlijk geen toekomstige opbrengsten genereren, daarom mogen ze niet geactiveerd worden Goodwill wordt niet afgeschreven onder IFRS, omdat de levensduur onbepaald is. Wel volgt er een jaarlijkse impairment test. Dit wil zeggen dat er een test wordt uitgevoerd door de onderneming om na te gaan of de waarde in de boekhouding nog steeds een getrouw beeld geeft van de werkelijke waarde De immateriële vaste activa kunnen onder IFRS geherwaardeerd worden indien er een marktwaarde bestaat in een actieve markt, die hoger ligt dan de boekwaarde. Afschrijven op immateriële vaste activa is mogelijk indien het gaat om activa met een beperkte levensduur, indien dit niet het geval is, kunnen er wel waardeverminderingen geboekt worden op het actief. IAS-normen 23 en 38 zijn van toepassing op deze rubriek

  20. Inhoud Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing en soortgelijke rechten Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw envooruitbetalingen Materiële vaste activa 20

  21. Waardering BE-GAAP De materiële vaste activa worden in de Belgische boekhoudwetgeving onder de activa opgenomen tegen aankoopprijs vermeerderd met de bijkomende kosten. Afschrijvingen voor materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur Herwaarderingen kunnen gebeuren, maar zijn in de Belgische boekhouding eerder uitzonderlijk. afschrijvingen op de materiële vaste activa kunnen op verschillende methodes (meestal lineair of degressief) gebeuren, de Belgische ondernemingen gaan meestal zoeken naar een fiscaal toegelaten en interessante afschrijvingsmethode. Criterium financiële leasing: aankoopoptie op einde van huurtermijn aan maximum percentage Materiële vaste activa

  22. Materiële vaste activa IFRS Materiële vaste activa worden onder IFRS opgenomen onder de gelijknamige balansrubriek. De eerste waardering van een materieel vast actief gebeurt tegen aanschaffingswaarde. IAS-normen 16, 17, 23, 40 en 41 Criterium financiële leasing: de overdracht aan de leasingnemer van de quasi- totaliteit van de risico’s en de voordelen inherent aan het actief (substance over form) geen maximumpercentage voor de aankoopoptie 22

  23. Materiële vaste activa – IFRS – 1ste waardering • Volgende elementen worden mee geactiveerd: • Wettelijke honoraria, honoraria van makelaars, invoerrechten en niet terugbetaalbare omzetbelastingen • De direct toe te rekenen uitgaven om het actief geschikt te maken voor het beoogde gebruik • De geraamde kostprijs van de ontmanteling en verwijdering van het actief en het herstel van het terrein • Handelskortingen en andere kortingen worden van de kostprijs afgetrokken

  24. Materiële vaste activa – IFRS – waardering De waardering na de eerste opname kan op twee verschillende manieren gebeuren. Men kan het cost model of het revaluation model volgen. Het cost model wil zeggen dat het materieel vast actief wordt opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de gecumuleerde waardeverminderingen. Het revaluation model wil zeggen dat men de geherwaardeerde actuele waarde neemt als waarde van het materiële vast actief. Volgende elementen moeten onder IFRS in de resultatenrekening worden opgenomen: • - Kosten om een nieuwe faciliteit te openen • - Kosten om een nieuw product of dienst te introduceren • - Kosten om een activiteit uit te voeren • - Administratie- en andere algemene overheadkosten • Volgende elementen worden onder IFRS als materieel vast actief geactiveerd: • - Professionele honoraria • - Personeelskosten voor de constructie of aankoop van het actief • - Kosten van de voorbereiding van het terrein • - Eerste leverings- en afhandelingskosten • - Installatiekosten • - Netto-kosten voor het testen of het actief naar behoren werkt

  25. Materiële vaste activa – IFRS – waardering Onder IFRS is een systematische herwaardering van de materiële vaste activa mogelijk. Voor waardeverminderingen bestaan er wel gedetailleerde regels. De afschrijvingen zijn gebaseerd op een schema van toekomstige economische voordelen van het actief. Hier kan gekozen worden voor de lineaire methode, de degressieve methode of de methode op basis van verbruikte werkeenheden. Het is de bedoeling de bedrijfseconomisch meest juiste methode te kiezen voor de afschrijvingen van de materiële vaste activa.

  26. Materiële vaste activa – IFRS – voorbeelden Een machine die gebruikt wordt voor speciale bestellingen en maar een bepaald aantal eenheden kan vervaardigen voor ze aan vervanging toe is, zal dus best op basis van het aantal verbruikte werkeenheden worden afgeschreven. Een machine die, daarentegen, dag en nacht in gebruik is en waarvan men weet dat ze ongeveer 5 jaar zal meegaan, gaan we lineair afschrijven. De rekening “terreinen en gebouwen” kan als een illustratie dienen om aan te tonen dat er een waardeverschil kan zijn tussen de materiële vaste activa op de Belgische jaarrekening en op de IFRS jaarrekening. Een stuk bouwgrond aangekocht in 2006 voor een bedrag van €100.000 zal in 2007 op een Belgische jaarrekening waarschijnlijk nog steeds voor €100.000 voorkomen. Onder IFRS zal hier een moeten herwaardering gebeurd zijn. Aangezien in 2007 de waarde van de bouwgronden met ongeveer 8% zijn toegenomen zal dit terrein op de IFRS jaarrekening voor een bedrag van €108.000 voorkomen.

  27. Financiële vaste activa Financiële vaste activa zijn kapitaalgoederen zoals deelnemingen in andere maatschappijen, aandelen en andere financiële vorderingen. Deelnemingen zijn bedoeld om zo mogelijk invloed uit te oefenen in andere bedrijven. Toch worden ook aandelen die langdurig in de onderneming - om strategische redenen - worden aangehouden, zonder de bedoeling of zonder de mogelijkheid om invloed uit te oefenen, ook onder de financiële vaste activa geboekt. Volgens de Belgische boekhoudwetgeving moeten financiële vaste activa in de boekhouding worden gebracht door de aanschaffingswaarde te boeken op de actiefrekening “financiële vaste activa”. Een eventuele waardevermindering of meerwaarde zal berekend worden door de aanschaffingswaarde te vergelijken met de actuele waarde. Men mag slechts tot het boeken van een waardevermindering overgaan in geval de waardevermindering een blijvend karakter heeft. Voor het boeken van een meerwaarde geldt hetzelfde. De financiële vaste activa worden onder IFRS tegen de reële waarde opgenomen op de balans. Deze reële waarde is de marktwaarde van de financiële vaste activa.

  28. Financiële vaste activa Waardering BE GAAP • Vorderingen aan nominale waarde • Deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde • Bijkomende kosten bij aanschaffing mogen onmiddellijk ten laste genomen worden • Waardeverminderingen: • Op deelnemingen en aandelen bij duurzame minderwaarde of ontwaarding • Op vorderingen bij onzekerheid over betaling op vervaldag • Herwaardering mogelijk Aandachtspunten • Ook continuïteit dochterondernemingen is belangrijk • Geconsolideerde gegevens kunnen meer duiding geven

  29. Financiële vaste activa IFRS • Geen onderscheid korte termijn en lange termijn, enkel een verdeling volgens kwalificatie. • Waardering volgens kostprijs of reële waarde • KT-investeringen: kostprijs of reële waarde • LT-investeringen: kostprijs, geherwaardeerde waarde of reële waarde • De bijkomende kosten maken deel uit van de aanschaffingsprijs • Geen opname tegen conventionele waarde mogelijk • IAS-normen 27, 28, 31, 32 en 39 en IFRS 3

  30. Vorderingen op meer dan één jaar Inhoud • De vorderingen met een contractuele looptijd van meer dan één jaar (alleen het gedeelte dat nog niet binnen het boekjaar komt te vervallen) A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen

  31. Vorderingen op meer dan één jaar Waardering BE Gaap • Vorderingen aan nominale waarde • de vlottende activa komen te staan. • Vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde • Waardeverminderingen bij onzekerheid over de betaling op de vervaldag en wanneer de realisatiewaarde op datum van jaarafsluiting lager is dan de boekwaarde • Volgens de Belgische wetgeving moeten enkel de uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen worden die betrekking hebben op overheidssubsidies en op gespreide meerwaarden. Onder IFRS moeten zoals vermeld alle belastinglatenties op winsten die waarschijnlijk een belastingvoordeel zullen genieten, worden opgenomen. IFRS • IAS/IFRS-normen 17, 32 en 39 • Volgens de Belgische wetgeving moeten de vorderingen op meer dan één jaar bij de vlottende activa komen te staan. Aangezien dit bedrijfseconomisch niet de realiteit weergeeft staan deze in de IFRS jaarrekening bij de vaste activa. • Op gebied van de uitgestelde belastingen is er wel een verschil tussen IFRS en de Belgische wetgeving. Onder de Belgische wetgeving komen enkel de uitgestelde belastingen voor in jaarrekening, dit op het passief. Onder IFRS komen ook de uitgestelde belastingvorderingen voor op de balans, dit onder de vaste activa. De uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat belastbare winsten beschikbaar zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten.

  32. Voorraden en bestellingen in uitvoering Inhoud Voorraden Bestellingen in uitvoering: Onderhanden werk dat voor rekening van een derde op bestelling wordt uitgevoerd en waarvoor nog geen oplevering is geschied Goederen in bewerking die voor rekening van een derde op bestelling worden gemaakt en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om seriewerk Dienstprestaties die voor rekening van een derde op bestelling worden uitgevoerd en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om een standaardtype van dienstprestaties

  33. Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering Be-Gaap Aanschaffingswaarde of marktwaarde op balansdatum als die lager is Volgens de Belgische boekhoudwetgeving mogen de voorraden gewaardeerd worden volgens drie methodes: LIFO (last in first out), FIFO (first in first out) of het gewogen gemiddelde. Bestellingen in uitvoeringen zijn werken die worden uitgevoerd en goederen die worden geproduceerd op bestelling. Het Belgisch boekhoudrecht voorziet twee verschillende waarderingsmethodes voor deze bestellingen in uitvoering. “percentage of completion method (POC)”. Dit wil zeggen dat de toerekening van de winst naar rato van werkvooruitgang zal gebeuren. “completed contract method (CCM)”. Hier zal de winst worden toegerekend aan de periode waarin de bestelling wordt afgewerkt.

  34. Voorraden en bestellingen in uitvoering Voorbeeld waardering bestellingen in uitvoering Een bedrijf werkt gedurende 2 jaren aan de bouw van een treinstel. De totale vervaardigingsprijs wordt berekend op 100 miljoen EUR, de vermoedelijke verkoopprijs bedraagt 120 miljoen EUR. De werkzaamheden zijn gelijkmatig gespreid over 2 boekjaren. • ‘Completed contract method’ • Jaar 1: • 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen • 370 Bestellingen in uitvoering 50.000.000 • @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 50.000.000 • Effect in het resultaat = 0 • Jaar 2: jaar van oplevering • 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen • 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) • 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 50.000.000 • @ 370 Bestellingen in uitvoering 50.000.000 • Effect in het resultaat: 20 miljoen EUR winst

  35. Voorraden en bestellingen in uitvoering ‘Percentage of completion method’ Jaar 1: 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 370 Bestellingen in uitvoering 60.000.000 @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 60.000.000 Effect in het resultaat = 10 miljoen EUR winst Jaar 2: jaar van oplevering 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 60.000.000 @ 370 Bestellingen in uitvoering 60.000.000 Effect in het resultaat: 10 miljoen EUR winst Bij deze methode is de winst dus gelijkmatig gespreid over de 2 boekjaren

  36. Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering IFRS Onder IFRS wordtvoor de waardering van de voorraden en bestellingen in uitvoeringenditonderdeel van de balans in twee groepengesplitst. De “voorraden” en de “construction contracts”. Voorradenwordenomschrevenalsactiefbestanddelen: aangehoudenvoorverkoopbinnen de gewonebedrijfsactiviteit, die in productiezijn en nognietvolledigzijnafgewerkt, onder de vorm van grond- en hulpstoffenaanwezigzijn en verwerktzullenwordenbinnen het productieproces. We spreken van construction contracts als de ondernemingcontractenafsluit met andere ondernemingenvoor de bouw van activa. de construction contracts wordttoegepast wanneer de ondernemingdeproductie start naontvangst van eenbestelling en de productie op balansdatumnognietvoltooid is. Voorradenkunnen op twee manierenwordengewaardeerd, de ondernemingenmoeten de waarde van de voorraden op beidemanierenberekenen, en de laagstewaardeopnemen in de boekhouding. De enemanier is kostprijs, de andere is denettodirecteopbrengstwaarde.

  37. Voorraden en bestellingen in uitvoering IFRS verschillen Totale waarde voorraden onder ‘Inventories’, een verdere onderverdeling is niet vereist De waardering steeds op basis van de volledige kosten (zowel directe als indirecte kosten) LIFO is niet toegelaten Bestellingen in uitvoering altijd ‘percentage of completion method’ Enkel integrale kostprijscalculatie (full costing) toegestaan.

  38. Vorderingen op ten hoogste één jaar Inhoud • De vorderingen die binnen het jaar vervallen • Ook vorderingen met een oorspronkelijk langere looptijd > 1 jaar, maar die in de komende 12 maanden vervallen • Opsplitsing in: • Handelsvorderingen • Overige vorderingen IFRS Net zoals de vorderingen op meer dan één jaar, worden ook de vorderingen op ten hoogste één jaar zowel onder de Belgian GAAP als onder IFRS tegen nominale waarde geboekt. (historische waarde)

  39. Geldbeleggingen Inhoud • Eigen aandelen • Overige beleggingen • Vorderingen op kredietinstellingen en termijndeposito‘s • Effecten die niet het kenmerk hebben van financiële vaste activa • Aandelen in verbonden ondernemingen of in ondernemingen in deelnemingsverhouding, die zijn verkregen of waarop is ingeschreven met het oog op de wederafstand daarvan of die bestemd zijn om binnen twaalf maanden te worden gerealiseerd.

  40. Geldbeleggingen Waardering Be-Gaap Volgens het Belgisch boekhoudrecht moeten beleggingen die gedaan werden met het oog op korte-termijnrendement, zoals geldbeleggingen, in de boekhouding aan hun aanschaffingswaarde worden gewaardeerd. Men kan die waarde herzien, door een waardevermindering te boeken, maar men kan geldbeleggingen niet herwaarderen. Liquide middelen worden tegen nominale waarde gewaardeerd in de Belgische boekhouding.

  41. Geldbeleggingen IFRS • Geen onderscheid tussen financiële activa op korte en op lange termijn • Onder de IFRS worden de geldbeleggingen en liquide middelen opgenomen tegen reële waarde (fair value). Dit wil zeggen de marktwaarde. Men zal de minderwaarden en de meerwaarden boeken via de resultatenrekening.

  42. Overlopende rekeningen Inhoud Over te dragen kosten Verkregen opbrengsten Rente begrepen in de nominale waarde van een schuld, verschil tussen aanschaffingswaarde en nominale waarde van een schuld, disconto bij renteloze schulden of schulden tegen een abnormaal lage rente en niet-gelopen rente bij schulden met afbetalingen in termijnen en met renteberekening op het oorspronkelijk bedrag (art. 27bis § 4). IFRS Geen bijzondere bepalingen

  43. De balans Passiva • Eigen vermogen • Kapitaal • Uitgiftepremies • Herwaarderingsmeerwaarden • Reserves • Overgedragen winst/(overgedragen verlies) • Kapitaalsubsidies • Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het • netto-actief

  44. De balans Passiva • Vreemd vermogen • Voorzieningen en uitgestelde belastingen • Schulden op meer dan één jaar • Schulden op ten hoogste één jaar • Overlopende rekeningen

  45. Kapitaal Inhoud Is het eigen vermogen dat door de initiatiefnemer(s) bij oorsprong of bij latere kapitaalverhoging op bestendige wijze aan de onderneming is toegekend door inbreng in natura door inbreng in speciën Het geplaatst kapitaal is het door de aandeelhouders aan de onderneming definitief toegezegde kapitaal (= het onderschreven kapitaal) Het niet-opgevraagde kapitaal is het onderschreven kapitaal dat nog niet in het bezit van de onderneming is. Het bedrag dat op deze post van het passiva staat, is steeds tegen nominale waarde gewaardeerd, zowel onder de Belgische wetgeving als onder IFRS.

  46. Kapitaal Aandachtspunten IFRS Kosten van kapitaalverhoging worden direct afgetrokken van het kapitaal De eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal en de realisatie ervan wordt rechtstreeks ten laste gelegd van het eigen vermogen Vermogensmutatietabel: wijzigingen in het eigen vermogen

  47. Inhoud Ontstaan indien in het kader van een kapitaalverhoging aandelen uitgegeven worden tegen een hogere prijs dan de nominale waarde (het verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde wordt uitgiftepremie genoemd) Dit bedrag mag niet op de rekening “kapitaal” komen te staan, omdat het kapitaal tegen nominale waarde wordt gewaardeerd Ook uitgiftepremies komen tegen werkelijke waarde op de balans van de onderneming te staan, zowel onder de Belgische wetgeving als onder IFRS IFRS Geen afzonderlijke rubriek onder IFRS Uitgiftepremies

  48. Inhoud – Be-Gaap Een herwaarderingsmeerwaarde is een niet-gerealiseerde, expliciet uitgedrukte meerwaarde. Herwaarderingsmeerwaarden zijn een specifiek begrip in de Belgische boekhoudwetgeving. Het is een interne vermogensbron, dit wil zeggen dat er geen enkele geldstroom aan te pas komt. Herwaarderingsmeerwaarden worden geboekt omdat de jaarrekening een correct beeld moet geven van de economische realiteit, en omdat activa soms een grotere waarde hebben dan opgenomen is in de boekhouding. Herwaarderingsmeerwaarden moeten steeds op de passief zijde van de balans worden geboekt, en mogen bij latere minderwaarde worden afgeboekt. Immateriële vaste activa kunnen nooit worden geherwaardeerd. Materiële en financiële vaste activa kunnen worden geherwaardeerd onder bepaalde voorwaarden. Materiële vaste activa en financiële vaste activa mogen worden geherwaardeerd wanneer de waarde van deze activa op een vaststaande en duurzame wijze de boekwaarde overtreft. Wanneer de herwaardering is geboekt op een materieel vast actief met beperkte levensduur moet de geherwaardeerde waarde worden afgeschreven over de vermoedelijke resterende levensduur van het activa. Herwaarderingsmeerwaarden

More Related