1 / 21

Persoonsvorm

Persoonsvorm . &. onderwerp . Hoe vind je een pv.?. ?. De leerlingen zaten geboeid te kijken naar de documentaire. Zaten de leerlingen geboeid te kijken naar de documentaire?. Ben jij een Vlaming? Weet jij veel? Ken jij iets van auto’s? Word jij wel eens boos?. Stel een ja-neenvraag.

susanna
Télécharger la présentation

Persoonsvorm

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Persoonsvorm & onderwerp

  2. Hoe vind je een pv.? ?

  3. De leerlingen zaten geboeid te kijken naar de documentaire.

  4. Zaten de leerlingen geboeid te kijken naar de documentaire?

  5. Ben jij een Vlaming? Weet jij veel? Ken jij iets van auto’s? Word jij wel eens boos? Stel een ja-neenvraag. ja Dat is een vraag waar je met of kunt op antwoorden. nee

  6. Ben jij een Vlaming? Weet jij veel? Ken jij iets van auto’s? Word jij wel eens boos? Het eerste woord van die vraag is de persoonsvorm.

  7. Ga nu zelf aan het werk • Even later zag Jan een snelle bromfiets voorbij zoeven. • Zag Jan even later een snelle bromfiets voorbij zoeven?

  8. Lagen de vele boten lustig te dobberen in de haven? De vele boten lagen lustig te dobberen in de haven.

  9. Plots riep hij zijn hond terug. • Riep hij plots zijn hond terug?

  10. De persoonsvorm is het vervoegde werkwoord in de zin. Je vindt de pv. door een ja-neenvraag te stellen.

  11. Bv. Zatende leerlingen geboeid te kijken naar de documentaire? Het onderwerp komt op de tweede plaats in de ja-neenvraag.

  12. Zag Jan even later een snelle bromfiets voorbij zoeven? ZagJan even later een snelle bromfiets voorbij zoeven?

  13. Lagen de vele boten lustig te dobberen in de haven? • Lagende vele boten lustig te dobberen in de haven?

  14. Riep hij plots zijn hond terug? • Riephij plots zijn hond terug?

  15. Het onderwerp voert de handeling uit

  16. Het onderwerp voert de handeling uit.

  17. Voor een mooie villa stond een schitterende Mercedes geparkeerd. Zoek de pv.

  18. Stond een schitterende Mercedes voor een mooie villa geparkeerd? Stond een schitterende Mercedes voor een mooie villa geparkeerd?

  19. Zoek nu het onderwerp Stondeen schitterende Mercedes voor een mooie villa geparkeerd?

  20. Een schitterende Mercedesstond voor een mooie villa geparkeerd. In het groen staat het gezegde; dat zegt iets over het onderwerp.

  21. Wat hebben we geleerd? • De persoonsvorm is het vervoegde werkwoord in de zin. • Je vindt de pv door een ja-neenvraag te stellen. • Het onderwerp voert de handeling uit. • In een ja-neenvraag staat de pv op de eerste plaats en komt het onderwerp op de tweede plaats.

More Related