1 / 19

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 8. Vreemd vermogen. Prijsvorming Vreemd vermogen. Interest (rente) = vergoeding voor beschikbaar stellen geld. NB: rente is ook gelijkblijvend periodiek bedrag uit FRK Tarief vraag en aanbod Geldmarkt: <2 jaar: Euribor Kapitaalmarkt: > 2 jaar: Risico: terugbetalen

vea
Télécharger la présentation

Hoofdstuk 8

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 8 Vreemd vermogen

  2. Prijsvorming Vreemd vermogen Interest (rente) = vergoeding voor beschikbaar stellen geld. NB: rente is ook gelijkblijvend periodiek bedrag uit FRK Tarief vraag en aanbod Geldmarkt: <2 jaar: Euribor Kapitaalmarkt: > 2 jaar: Risico: terugbetalen 3. Inflatie:

  3. Geldmarkt: Euribor tarief waartegen groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken.

  4. kapitaalmarkt • lange rente (met een looptijd vanaf 2 jaar). • basistarief NL staatsobligaties + risico opslag

  5. Rangorde bij terugbetalen schulden: “paritascreditorum”:alle schuldeisers voor de wet gelijk uitzonderingvoor "wettelijkeregels van voorrang". Preferente schulden (o.a.hypotheek, salaris) Gewone schulden Achtergestelde schulden 4. Eigen geld terug naar eigenaren

  6. Banklening Bij beginnende bedrijven vaak op basis van ondernemingsplan verschillende soorten: hypothecaire lening (onroerend goed als onderpand) Starterslening borgstellingskrediet (borg door overheid) rekening courant (lopende rekening)

  7. Vreemd vermogen lange termijn Hypothecairelening: lening met onroerendgoedalsonderpand Obligatielening: groteleningverdeeld in kleinereschulddeeltjes Medium term notes: lening op middellangetermijn (2 tot 5 jaar)

  8. Obligatielening Meestal aan toonder en vrij verhandelbaar; Vaste couponrente; Looptijd (vaak tussen 5 en 20 jaar); 4. Beursnotering vaak in procenten (van de nominale waarde). Bijvoorbeeld 98% van 500 = €490 Aflossing a pari 6. Aflossing ineens of door loting. Vaak recht van vervroegde aflossing

  9. Staatlening NL geen risico? sept/10: Griekenlandbetaalt957 basispunten: 9,57% boven DU

  10. Obligatievormen: Premieobligaties : premies verloot onder de houders. Zero bonds: geen interest. Aflossingsbedrag > emissiebedrag. Discount bonds: lage interest. Aflossingsbedrag > emissiebedrag. Junk bonds: obligatie met veel risico. Couponrente is hoog. Convertible: omzetten obligatie in aandelen Reverse convertible: ook omzetten aandelen in obligatie

  11. Converteerbare obligatielening: = obligatielening die onder bepaalde voorwaarden in aandelen van dezelfde onderneming omgezet kan worden (indirecte emissie van aandelen) voorwaarden: - bepaalde periode (conversieperiode) - bepaalde ruilverhouding met evt. bijbetaling (conversiekoers) - vaak recht op vervroegde aflossing (dwang tot emissie) - vaak anti-verwateringsclausule - als het niet goed gaat met de onderneming toch vaste vergoeding

  12. Motieven obligatielening: Onderneming: - geen gunstig emissieklimaat (indirecte emissie levert meer op?) - betaalde interestkosten aftrekbaar voor vennootschapbelasting - weet niet of ze permanent of tijdelijk vermogen nodig heeft Belegger: - als het goed gaat met de onderneming kan ze obligaties converteren

  13. Conversiekoers Conversiekoers: = aantal obligaties x nom.waarde +/- contante betaling aantal aandelen x nom.waarde = Hoeveel kost 1 aandeel mij bij conversie. = Wat lever ik in als belegger en wat is de aandelenwaarde die ik ervoor terug krijg.

  14. Onderhandse lening Een of enkelegeldgevers (zonder bank) Vaaknietverhandelbaar Afstemming op specifiekewensen

  15. Vreemd vermogen op korte termijn Bankkrediet (vaakrekening courant krediet; = rood staan op lopende rekening Te betalenleveranciers/ Crediteuren (ontvangenleverancierskrediet) Vooruitbetaaldebedragen (gegevenafnemerskrediet) Commercial paper (min. 1 mln )

  16. Kosten leverancierskrediet Als je eenkortingkrijgtivmeerderbetalen (betalingsrafactie/ kredietbeperkingstoeslag) Voorbeeld: Stel: factuur: €100.000 maarals je binnen 8 dagen betaaltkrijg je 1% korting. Normaalbinnen 4 wekenbetalenandersboete. Kosten: 1% voor 3 wekentevroegbetalen: = 52/3 = 17,33 x 1/99 X 100 = 17,51% per jaar

  17. Voorzieningen = fonds voor een geschatte toekomstige schuld, waarvan de omvang en het tijdstip nog onzeker zijn Bijvoorbeeld:  Onderhoud  Garantie  Reorganisatie Dit is dan:  Lang vreemd vermogen  Kort vreemd vermogen als het binnen een jaar tot betaling leidt  Bedrijfseconomisch een schuld, juridisch niet  Credit op de balans Let op ivm IFRS: alleenopnemenalserzekereenbetaling/ kostenkomt.

  18. Verschil voorziening/ reserve Voorziening Reserve Vreemdvermogeneigenvermogen Toekomstigeschuldtoekomstigetegenvallers

  19. Let op: N.B. Voorziening voor:  debiteuren  voorraden Zijn:  correctie op te hoog gewaardeerde activa  geen vreemd vermogen  vaak debet op de balans

More Related