1 / 25

Monitoring Openbare Ruimte

Monitoring Openbare Ruimte. Instructie Rotterdam Beverwaard. Lennert van Dien. 2012. 1. Kennis maken met het monitoringsysteem. Waarom monitoren?. Zien waar problemen met afval zijn Je kunt doelen stellen en je weet of ze gehaald worden Verbeteren resultaten door anders te vegen.

vevay
Télécharger la présentation

Monitoring Openbare Ruimte

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Monitoring Openbare Ruimte Instructie Rotterdam Beverwaard Lennert van Dien 2012

  2. 1. Kennis maken met het monitoringsysteem

  3. Waarom monitoren? • Zien waar problemen met afval zijn • Je kunt doelen stellen en je weet of ze gehaald worden • Verbeteren resultaten door anders te vegen. • Communiceren van resultaten, met als doel: • Vergroten bewustwording • Stimuleren derden om wat aan de problemen te doen METEN = WETEN!

  4. Normeringssysteem • Het normeringsysteem biedt mogelijkheid mate en aard vervuiling objectief in kaart te brengen a.d.h.v. beeldkwaliteiten (kwalitatieve methode) en aantal eenheden zwerfafval (kwantitatieve methode). • Met beelden (foto’s) kan op straat worden gekeken welk schoonheidsniveau dat gebied op dat moment heeft.

  5. Normeringssysteem

  6. Zwerfafval op verharding A+ Er ligt geen zwerfafval. Fijn zwerfafval 0 st. per 1 m2. Grof zwerfafval 0 st. per 100 m2. A Er ligt weinig zwerfafval. Fijn zwerfafval ≤ 3 st. per 1 m2. Grof zwerfafval ≤ 3 st. per 100 m2. B Er ligt redelijk veel zwerfafval. Fijn zwerfafval ≤ 10 st. per 1 m2. Grof zwerfafval ≤ 10 st. per 100 m2. C Er ligt veel zwerfafval. Fijn zwerfafval ≤ 25 st. per 1 m2. Grof zwerfafval ≤ 25 st. per 100 m2. D Er ligt zeer veel zwerfafval. Fijn zwerfafval > 25 st. per 1 m2. Grof zwerfafval > 25 st. per 100 m2. Er is geen zwerfafval zichtbaar. Als je goed kijkt zie je soms wat liggen. Her en der liggen enkele stuks zwerfafval Over een belangrijk deel van het gebied ligt zwerfafval Overal ligt zwerfafval in alle soorten en maten

  7. Zwerfafval in groen A+ Er ligt geen zwerfafval. Fijn zwerfafval 0 st. per 1 m2. Grof zwerfafval 0 st. per 100 m2. A Er ligt weinig zwerfafval. Fijn zwerfafval ≤ 3 st. per 1 m2. Grof zwerfafval ≤ 3 st. per 100 m2. B Er ligt redelijk veel zwerfafval. Fijn zwerfafval ≤ 10 st. per 1 m2. Grof zwerfafval ≤ 10 st. per 100 m2. C Er ligt veel zwerfafval. Fijn zwerfafval ≤ 25 st. per 1 m2. Grof zwerfafval ≤ 25 st. per 100 m2. D Er ligt zeer veel zwerfafval. Fijn zwerfafval > 25 st. per 1 m2. Grof zwerfafval > 25 st. per 100 m2.

  8. Hondenpoep op verharding A+ Er zijn geen uitwerpselen. 0 stuks per 100 m2. A Er zijn weinig uitwerpselen. ≤ 1 stuks per 100 m2. B Er zijn hier en daar uitwerpselen. ≤ 2 stuks per 100 m2. C Er zijn redelijk veel uitwerpselen. ≤ 3 stuks per 100 m2. D Er zijn veel uitwerpselen. > 3 stuks per 100 m2.

  9. Hondenpoep in groen A+ Er zijn geen uitwerpselen. 0 stuks per 100 m2. A Er zijn weinig uitwerpselen. ≤ 1 stuks per 100 m2. B Er zijn hier en daar uitwerpselen. ≤ 2 stuks per 100 m2. C Er zijn redelijk veel uitwerpselen. ≤ 3 stuks per 100 m2. D Er zijn veel uitwerpselen. > 3 stuks per 100 m2.

  10. Afvalbakken A+ Afvalbak is leeg. Vullingsgraad: 0% per stuk. A Afvalbak is halfvol. Vullingsgraad: ≤ 50% per stuk. B Afvalbak is bijna vol. Vullingsgraad: ≤ 80% per stuk. C Afvalbak is vol. Vullingsgraad: ≤ 100% per stuk. D Afvalbak is overvol. Vullingsgraad > 100% per stuk.

  11. Bijplaatsingen en grof afval • Bepaal op elke locatie hoeveel stuks grof vuil aanwezig zijn. • Maak altijd een foto en noteer wat voor soort vuil dit is (bijvoorbeeld: huisraad, bouwafval etc..) • Bepaal op elke locatie hoeveel afvalzakken er aanwezig zijn naast ondergrondse containers. • Maak altijd een foto.

  12. 2. Instructie: Hoe werkt het in de praktijk?

  13. Stap 1 - Route • Bekijk de schouwkaart met de meetlocaties, bepaal een praktische route om alle geselecteerde meetlocaties langs te gaan.

  14. Stap 2 – Controle locatie • Aangekomen op een geselecteerde meetlocatie: • Controleer de gebiedstypering van de meetlocatie. Indien de typering onjuist is ingevoerd, maak dan een opmerking en pas de gegevens later aan. Veiligheid • U draagt veiligheidskleding indien nodig • U staat vanwege veiligheids-overwegingen altijd op de stoep of op veilige afstand van auto’s, fietsers e.d.

  15. Stap 3 – Vaststellen kwaliteitsniveau Kijk op de meetlocatie om u heen en stel het kwaliteitsniveau vast: • Bepaal per voorkomend aspect, welk referentiebeeld overeenkomst met de werkelijke situatie. Noteer het kwaliteitsniveau of aantal eenheden op het schouwformulier. Schouwer

  16. Stap 3 – Vaststellen kwaliteitsniveau Als het plaatje niet goed bruikbaar is door de aanwezigheid van obstakels (bijvoorbeeld reclameborden of geparkeerde auto’s), dan telt u het aantal eenheden vervuiling en bepaalt u op basis van de omschrijving het kwaliteitsniveau. Noteer het kwaliteitsniveau op het schouwformulier (zwerfafval) of het aantal eenheden (bijplaatsingen en grof vuil).

  17. Stap 4 – Noteren opmerkingen Noteer eventuele bijzondere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de aanwezigheid van vervuiling tijdens of na de meting. Voorbeelden zijn de aanwezigheid van een markt of festival, de nabije aanwezigheid van een bouwterrein die leidt tot verwaaiing van afval, etc.

  18. Stap 5 – Maken foto Bij opvallende of bijzondere plekken neemt u een foto. Voorbeelden zijn meetvakken met kwaliteitsniveau C of D, meetvakken waarover wel eens klachten binnengekomen zijn of meetvakken die tegen de verwachting in als zeer schoon zijn aangetroffen. Geef op het schouwformulier per meetlocatie aan welk fotonummer er bij hoort. Zie tevens fotoinstructie.

  19. Foto-instructie Voor het maken van goede foto’s gelden de volgende vuistregels; • Ga midden op het trottoir of aan de rand van de weg staan; • Houd het fototoestel op circa 1,60 m hoogte; • Houd het fototoestel licht naar de grond gericht; • Zorg voor een verhouding lucht / land van circa 1 staat tot 4

  20. Peter de Meter doet het voor Het is niet zo schoon: de situatie komt overeen met kwaliteitsniveau C voor afval, geen hondenpoep (A+) Ik maak een foto!

  21. 3. Voorbeelden

  22. Zwerfafval: grof afval niveau B / fijn afval niveau B Hondenpoep: in het groen A

  23. Zwerfafval: grof afval niveau D / fijn afval niveau C Hondenpoep: A+

  24. Zwerfafval: grof afval niveau B / fijn afval niveau A Hondenpoep: Niet aanwezig, A+

  25. Tot slot • Tip 1: Noteer altijd alles dat je opvalt: je ziet tijdens een schouw veel meer dan alleen zwerfafval. • Tip 2: Kijk naar wat er NU ligt, niet naar de indruk die je wellicht hebt als je een plek schouwt die ‘altijd vies is’. • Tip 3: Bij twijfel over beeldkwaliteit: tellen!

More Related