1 / 12

de zeven kostensoorten

paragraaf 1.4.1. kosten van. vermogen. de zeven kostensoorten. kosten van het vermogen. kosten van vermogen. eigen vermogen vreemd vermogen. bestaan uit de rentekosten over het in de onderneming geïnvesteerde vermogen. eigen vermogen.

willow-beck
Télécharger la présentation

de zeven kostensoorten

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. paragraaf 1.4.1 kosten van vermogen de zeven kostensoorten kosten van het vermogen Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  2. kosten van vermogen • eigen vermogen • vreemd vermogen bestaan uit de rentekosten over het in de onderneming geïnvesteerde vermogen Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  3. eigen vermogen het “eigen geld” dat de ondernemer in de detailhandelsonderneming geïnvesteerd heeft. eigenaren Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  4. vreemd vermogen het geld dat de ondernemer (eigenaren) geleend heeft (hebben) van derden Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  5. K x p x t rentekosten Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1 de grootte van het gemiddeld geïnvesteerde vermogen de rentevoet de investeringsduuruitgedrukt in jaren (een jaar heeft 360 dagen)

  6. renteberekening K p t x x R = t 100 x 1 renteformule Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  7. voorbeeld K p t x x R R € 50.000 4 10 = = t x x 10mnd 100 x 1 100 x 12 1.6666,6666 € 50.000 x 4% x 10 ÷ 12 = € 1.666,67 Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  8. rentedagen • juiste aantal dagen een jaar telt dan 365 dagen (schrikkeljaar 366); of men bepaalt dat elke maand 30 dagen heeft, • eerste dag geen rente berekenen • laatste dag wel rente berekenen Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  9. Mei: 30-16 = 14 rentedagen Juni, Juli, Aug, Sept: 4 x 30 = 120 rentedagen Oktober: 1 t/m 5 = 5 rentedagen 139 rentedagen Voorbeeld rentedagen Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1 kortlopende lening 16 mei tot en met 5 oktober maand telt 30 dagen

  10. Mei: 31-16 = 15 rentedagen Juni, Aug: 2 x 31 = 62 rentedagen Juli, Sept: 2 x 30 = 60 rentedagen Oktober: 1 t/m 5 = 5 rentedagen 142 rentedagen Voorbeeld rentedagen Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1 kortlopende lening 16 mei tot en met 5 oktober maand juist aantal dagen

  11. gewaardeerde interest is de vergoeding voor het door de ondernemer in de onderneming gemiddeld geïnvesteerde eigen vermogen Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

  12. OPGAVEN • 1, 4, 6, • 7a-7e, 10f-10j, • 14, 15, • 28, 31, 32, 34 Retaileconomie hoofdstuk 1, paragraaf 1.4.1

More Related