1 / 22

De Renaissance

De Renaissance. De Renaissance (wedergeboorte). 14e eeuw in Italië Kooplieden Florence, Milaan, Venetië, Genua Terugkijken naar een glorierijk verleden Doen herleven van de bloeiperiode uit de klassieke oudheid. Eerste onderzoekers worden h umanisten genoemd

zelig
Télécharger la présentation

De Renaissance

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Renaissance

  2. De Renaissance (wedergeboorte) • 14e eeuw in Italië • Kooplieden Florence, Milaan, Venetië, Genua • Terugkijken naar een glorierijk verleden • Doen herleven van de bloeiperiode uit de klassieke oudheid

  3. Eerste onderzoekers worden humanisten genoemd • Zij kwamen, op grond van klassieke teksten, tot een nieuwe visie op de rol van de mens: • de theocentrische opvatting veranderde in een antropocentrische • Het aardse bestaan even belangrijk als het goddelijke • Prestatie van de mens kwam uit de mens zelf voort • Grote kunstenaars waren genieën, en niet alleen door God begenadigd • Collectivisme verandert in individualisme

  4. Tijd der ontdekkingen • Ontdekking van de individuele mens • Ontdekking van de wereld waarin we leven: • Biologisch de mens wordt onderzocht de planten- en dierenwereld wordt emperisch onderzocht • Ontdekking van gebieden: 1492 Amerika 1498 ontdekking route naar Oost-Indië - Wereldbeeld Copernicus - Uitvindingen Boekdrukkunst / buskruit / kompas etc.

  5. Taken en technieken van de literatuur • Lering en vermaak • Persoonlijk gevoel is niet afwezig, maar algemene geldigheid staat hoger aangeschreven • Schrijvers als het geheugen en het geweten van de wetenschap • De retorica levert de techniek om het publiek te bespelen. • Navolging (imitatio) is geen vies woord

  6. Taal en literatuurHet materiaal van de schrijver: taal en literaire conventies • Conventies • Verhouding klassieke en eigen literatuur • Translatio (vertaling waardoor klassieke genres herleefden) • Imitatio (navolging door woorden, zinsconstructies en uitdrukkingen over te nemen) • Aemulatio (verbetering waardoor nieuwe genres – aforisme, essay, sonnet, emblemata - ontwikkeld werden)

  7. Overgeleverd • Handschriften tot 1450 • Incunabelen van 1450 tot 1500 • Drukwerk vanaf 1500 • Literatuur of niet? • Geen scheiding tussen zakelijke en literaire teksten: ze moeten informeren, instrueren, overtuigen, beschouwen en amuseren.

  8. Samengevat • Kenmerken Renaissance • Omstreeks 1600 verschuift het culturele zwaartepunt van Zuid- naar Noord-Nederland. • In de Nederlanden waren veel steden: het stedelijk milieu stimuleert de communicatie • Mondelinge communicatie, communicatie in handschrift en communicatie in gedrukte vorm spelen alledrie een rol • Niet alle teksten hadden dezelfde kans om overgeleverd te worden • Ons begrip literatuur is in de 17e eeuw niet goed bruikbaar.

  9. Latijnse school: belang van literatuur en overdracht klassieke normen. • Individualisering en het ontstaan van een elitecultuur. Humanisme en renaissance spelen daarbij een belangrijke rol. • De schrijvers vooral uit de hogere milieus en de middenklassen, maar ook anderen krijgen kansen. • Literatuur van vrouwen: weinig • In het begin van de 17e eeuw concentreert het letterkundige leven zich in de rederijkerskamers.

  10. De klassieke tragedie Er dienden vijf bedrijven (fasen) te zijn. • Expositie de uiteenzetting van wat voorafgegaan is om wat volgt te kunnen begrijpen • Intrige de verwikkeling, de ontwikkeling van een probleem wordt geschetst • Climax de spanning wordt opgevoerd • Catastrofe de spanning komt tot ontlading en het begin van de ontknoping • Peripetie de beslissende wending en de afwikkeling • De peripetie wordt opgevolgd door een catharsis (de verzoening met het lot)

  11. Aristoteles Er zijn drie eenheden - tijd (etmaal mag niet overschreden worden) - plaats (laat Aristoteles zich niet over uit – een beperkte ruimte) - handeling (uitsluitend één onderwerp) Handeling: - De plot toont samenhang - Het karakter van het personage is ondergeschikt de plot - Het karakter wordt duidelijk door het handelen en de motivatie hiertoe - Gebeurtenissen moeten noodzakelijk (of het waarschijnlijke) op elkaar volgen

  12. Publiek: - Er moet medelijden voor de personages opgewekt worden - Er moet vrees opgewekt worden: - voor de personages - bij de toeschouwer (hem zou vergelijkbare dingen kunnen overkomen) Personages mogen niet te ver van de toeschouwer af staan, dus niet werkelijk slecht of zedelijk volmaakt

  13. De afloop is in de regel slecht. Een bode vertelt de gebeurtenissen van elders. Tussen de bedrijven door treden reien op: koren die via zang en dans een toelichting geven op het vertoonde. Soms: een "deus ex machina": een god of een engel die met behulp van een mechaniek van hoog boven het toneel neerdaalt.

  14. Het materiaal van de schrijver: taal en literaire conventies Volgens Vondel ging het zo: • Je de Nederlandse taal goed eigen maken door oudere auteurs te lezen en typerende uitdrukkingen te verzamelen • Oefenen door bestaande verhalen op rijm te zetten • Het lezen van zedenkundige werken om verstandige ideeën op te doen • Het vertalen van beroemde buitenlandse dichters • Het schrijven aan de hand van de regels en voorbeelden van anderen • … en natuurlijk heb je ook aanleg nodig.

  15. Thema’s • De opstand tegen Spanje en de politiek gevolgen daarvan • Literaire propaganda • Godsdienst • Welvaart en de slechte morele gevolgen ervan • Burgerlijke deugden als matigheid en beheersing • Orde is een belangrijk begrip in de 17e eeuw.

  16. P.C. Hooft • Warenar • Film en leesverslag

  17. Constantijn Huijgens • Korenbloemen (1658) • Costelick mal (1622) • Één toneelstuk: Trijntje Cornelis (1653) • epigrammen

  18. Vondel • Hekeldichten • Klaagzangen (elegieën) • Toneel, o.a. tragedies, bv Gijsbrecht van Aemstel (1637)

  19. Vondel

  20. Bredero(1585-1618) • ‘Rederijker’ • Spaanschen Brabander • Kluchten: De klucht van de koe, De molenaar. • Boertig, Amoureus en aandachtig groot liedboek.

  21. Al ziet men de lui, men kent ze niet • Spreuk v.Bredero • ’”t Is wel een schone stad, maar het volksken is te vies.” • Eerste zin van de Spaanschen Brabander

More Related