1 / 52

Faalangst

Faalangst. Definitie, diagnose en behandelingsopties voor de huisarts. gebaseerd en met medewerking van dr. E. Depreeuw, psycholoog. Impression , soleil levant. Claude Monet (1840-1926). Inhoud. Omschrijving Proeven wat faalangst is, noodzaak voor diagnosestelling Behandelingsopties.

Rita
Télécharger la présentation

Faalangst

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Faalangst Definitie, diagnose en behandelingsopties voor de huisarts. gebaseerd en met medewerking van dr. E. Depreeuw, psycholoog.

  2. Impression, soleil levant. Claude Monet (1840-1926)

  3. Inhoud • OmschrijvingProeven wat faalangst is,noodzaak voor diagnosestelling • Behandelingsopties

  4. Definitie • Weer een impressie faalangst.swf • is een beetje foute weergave: faalangst ≠ plankenkoorts faalangst begint al bij de voorbereiding • er is eigenlijk geen duidelijke definitie • is het wel een eigen entiteit? • of moet men het zien als een onderdeel/gevolg van de problemen van de patiënt?

  5. Definitie • het heeft wel zijn voordelen om faalangst als een aparte entiteit te zien: • je kan het als een entiteit behandelen zonder de doos van pandora van de patiënt te moeten openen (of achter de problemen moeten zoeken) • indien er toch zware problemen naar boven komen, kan het een indicatie zijn voor doorverwijzing

  6. Definitie • etio: vele leerprocessen worden geëvalueerd tegenover een standaard impliciet expliciet ze krijgen een prestatiekarakter tweedeling van de samenleving zij die nog meekunnen, maar een hoge prijs moeten betalen zij die niet meer meekunnen en afhaken

  7. Definitie faalangst = angst(emotie) • definitie: voorafgaand of tijdens men de indruk heeft een prestatie te leven extern dat geëvalueerd wordt intern CENTRAAL!= subj. indruk moet niet objectief aanwezig zijn!  deze standaard niet halen = FALEN beleefd als een reële bedreiging vd vitale psychosociale behoeften/motieven men probeert de angst te reduceren (normale reactie) geven echter dysfunctionele implicaties (infra)

  8. … reële bedreiging … “I was walking along the road with two friends. The sun was setting. I felt a breath of melancholy— Suddenly the sky turned blood-red. I stopped, and leaned against the railing, deathly tired— looking out across the flaming clouds that hung like blood and a sword over the blue-black fjord and town. My friends walked on—I stood there, trembling with fear. And I sensed a great, infinite scream pass through nature." Impressionisme(wat de omgeving geeft)  Expressionisme(wat er in u leeft) The Scream, Edward Munch (1863-1944)

  9. Definitie prestatiekenmerk van een situatie subjectieve interpretatie falen an sich mogelijke consequenties verantwoord objectief gezien(volgens derden) ANGST niet verantwoord

  10. Definitie • motivatie en faalangst

  11. Definitie • nu de definitie een beetje uitgeklaard is, geef ik de componenten van faalangst om: • een idee van te hebben wat er in de praktijk gebeurt bij de patiënt • te kunnen herkennen bij een patiënt

  12. Componenten faalangst • component 1: motivatie en behoefte toenadering = onaangenaam: contact met de angst prestatiesituatie = uitdaging waarmee wat te winnen valt actief faalangstige intrinsiek: kennis, … extrinsiek: diploma, … passief faalangstige prestatiesituatie = bedreiging voelen van eventueelfalen verlies respect, … vermijding • = onaangenaam • conflict ouders • afkeuren van collega’s • missen promotie

  13. Componenten faalangst • component 1: motivatie en behoefte: voorbeeld Ik ga mij erg belachelijk maken. Stef zal weer zitten te gniffelen terwijl ik bezig ben. Wat zal die docent van mij denken? Als het nu fout loopt, mislukt mijn jaar en kan ik het schudden. Men zal merken dat ik niet bekwaam ben voor deze opleiding.De anderen hebben zoveel betere opzoekingsresultaten. Men zal merken hoe angstig ik ben en dan ga ik nog meer af. Ik durf ze niet meer onder de ogen te komen.

  14. Componenten faalangst • component 2: kansen op succes, risico op falen = inschattingsproces / mentale balans OPDRACHT IK eisen gesteld inde prestatiesituatie mogelijkheden & beperkingen = SUBJECTIEF kunnen op een zinvollemanier aangepast worden echter ook objectieve situaties spelen een rol: aanwezigheid publiek, tijdsdruk, beoordelaar, aard leerstof, …

  15. Componenten faalangst • component 2: kansen op succes, risico op falen motivatie = f(Waarde x Verwachting) belang van deprestatie(stabiel) subjectieve inschattingvan slaag/faalkansen(veranderlijk) vb: na een geruststellinggeloof ik er terug in faalangstigen catastrofalegevolgen overschatten hunkans op falen ANGST x

  16. Componenten faalangst • component 2: kansen op succes, risico op falen: voorbeeld Ik breng er niets van terecht, je zal het wel zien. Ik mag mijn tekst niet gewoon aflezen en mijn geheugen laat het op zo’n momenten altijd afweten. Mijn stem zal trillen. Mijn gegevens stellen niet veel voor. = zelfvertrouwen ↓

  17. Componenten faalangst • component 3: doelstellingen actief faalangstigen: extreem hoge inzet (bvb: 100% cursus kennen) doel:actieve vermijding van de ‘reële bedreiging’ door 100% controle passief faalangstigen: angst verminderen doel:passieve vermijding van de ‘reële bedreiging’ door mentaal/fysiek van de prestatiesituatie weg te lopen (doelstelling laag houden) ! kan veranderen! actief faalangstigen kunnen vlak voor prestatie afhaken (0% doelstelling) passief faalangstigen kunnen op het laatste moment in beperkte tijd alles willen leren (100% doelstelling)

  18. Componenten faalangst • component 3: doelstellingen: voorbeeld Ik mag geen enkele fout maken: maximaal voorbereiden en geen detail over het hoofd zien. Het moet lukken anders …

  19. Componenten faalangst eigen aan de faalangst (≠ sociale fobie, plankenkoorts, …) • component 4: voorbereiding op dit moment komen ze bij de huisarts (te laat voor degroepstherapie) angstbeleving stijgt bij de faalangstige naar de examens toe! (niet bij de nt-faalangstige) waarnemingen en denkenwordt hierdoor negatief beïnvloed angstbeleving ↑ (= ze schatten situaties fout in) actief faalangstigen: aangezien hun enige controle op de angst studeren is, gaan ze, naarmate de examens aankomen, zichzelf fysisch verwaarlozen om te blijven studeren (weinig slaap, slecht eten, geen ontspanning); de gevolgen kunnen dan desastreus zijn: verminderde concentratie tijdens studeren, met als gevolg groter schuldgevoel dat ze niet studeren met als gevolg dat de ‘reële bedreiging’ dichterbij komt; ook black-outs zijn mogelijk door een/enkele nachtjes door te doen; …passief faalangstigen: hun controle is ontwijken, met een opstapeling van schuldgevoel en verlaging van zelfvertrouwen. Op een bepaald moment is een ‘switch’ goed mogelijk: opeens ‘keihard’ te studeren, soms echter te laat …

  20. Componenten faalangst • component 4: voorbereiding: voorbeeld Ik lees mijn gegevens steeds opnieuw door maar heb geen concentratie meer. Mama tracht mij moed in te spreken “Het zal wel lukken, want je doet het altijd wel beter dan je zelf verwacht”. Dat helpt een beetje maar tegelijkertijd denk ik dat ze mijn angst niet goed begrijpt en verwacht dat ik het alleszins goed zal doen. Mijn maag krimpt ineen, ik kan niets door mijn keel krijgen. Om de vijf minuten moet ik naar de WC.

  21. Componenten faalangst • component 5: eigenlijke uitvoering (examen!) faalangst heeft minder invloed op de uitvoering dan op de eigenlijke voorbereiding (≠ plankenkoort, sociale fobie, …) !!!! taakresponsen(in lange termijngeheugen) > angstresponsen student maakt bij het lezen van opgave een afweging ik kan het niet ik kan het reële bedreiging IK-gericht >>> TAAK-gericht ANGST gefixeerd op: “ik kan dit niet” (comp 2) angst somatische ervaringen: zweten, hartkloppingen, … gefixeerd op gevolgen van falen (comp 1)

  22. Componenten faalangst • component 5: eigenlijke uitvoering (examen!) medicatiegebruik gemiddelde faalangstige student neem 1,5 tot 6 maal meer medicatie concentratie ↓ wordt verder besproken onder behandeling (infra)

  23. Componenten faalangst • component 5: eigenlijke uitvoering (examen!) Met trillende benen ga ik naar voor in het lokaal. Ik zie of hoor niets. Het duizelt in mijn hersenen. Ik beef zodanig dat ik mijn laptop niet aan de praat krijg. Ze zien nu hoe erg mijn handen beven. Hoe zit dat nu weer in elkaar? Ik spreek erg vlug, ik wil hier weg. Totaal fiasco, ik wel het lokaal uitlopen. Mijn hart slaat 200 per minuut.

  24. Componenten faalangst • component 6: resultaatsevaluatie elke reeks van handelingen is verbonden met een terugkoppelingsmechanisme dat evalueert of handeling goed is verlopen vb: naar de winkel gaan faalangstigen doen dit fout!ze zoeken eerder wat er fout kon gelopen zijn en fixeren zich daarop • ze nemen verkeerde beslissingen • stoppen met de examens • veranderen van beroep • ondanks de objectief goede resultaten! • waarom? • zelfbescherming tegen een nog grotere ontgoocheling alshet resultaat echt negatief zou zijn • actief faalangstigen zijn perfectionistisch

  25. Componenten faalangst • component 6: resultaatsevaluatie Het is voorbij maar wat een ramp. Niets heb ik ervan terechtgebracht. Ze hebben allerlei vragen gesteld waarop ik niet kon antwoorden. De docent leek helemaal niet geïnteresseerd en zat maar wat te schrijven.

  26. Componenten faalangst • component 7: oorzakelijk attributie resultaat onder controle van actor?

  27. Componenten faalangst • component 7: oorzakelijk attributie door omstandigheid(extern) door zichzelf (intern) mislukking succes stabiel niet onderzijn controle variabel niet onderzijn controle moeilijk voor het opbouwen van zelfvertrouwen!

  28. Componenten faalangst • component 7: oorzakelijk attributie Ik kan dat helemaal niet, zo’n presentaties. Anderen zijn daarin begaafd maar ik zal dat nooit leren want ‘ik heb het niet’.

  29. Componenten faalangst • component 8: permanent leerproces cognitief component gedrag emotioneel component zichtbare handeling ervaring laat hierop sporen na (Pavloviaanse conditionering) bepalen toekomstige (prestatie)situatie = met dezelfde angst of erger worstelen door de volgende prestatiesituaties (dus niet de ‘reëele bedreiging’ alleen!) faalangstigen haken af (stoppen met studeren of lager niveau)

  30. Componenten faalangst • component 8: permanent leerproces En zeggen dat er de komende weken nog enkele presentaties en groepsdiscussies volgen. Ik houd dat niet vol. Misschien beter overstappen naar een andere studierichting?

  31. heb je nu een impressie over de faalangst? Impression, soleil levant. Claude Monet (1840-1926)

  32. Inhoud • Omschrijving • Behandelingsopties • inleiding • intake • groepstherapie • relaxatietherapie • studieplanning • medicatie • cognitieve herstructurering

  33. Behandelingopties de hoofddoelstelling voor de behandelaar is niet dat de patiënt slaagt voor zijn examen(hoewel dit wel de doelstelling is voor de patiënt) de doelstelling is dat de patiënt vat krijgt op zijn faalangst en deze kan controleren als men een doel voor ogen heeften men slaagt erin rustig te falenfaalt men minder kan men leren uit zijn falenen bovenalmen leeft gelukkiger

  34. Behandelingopties de patiënt moet in de eerste fase inzien dat hij faalangstig is! niet zo eenvoudig: • faalangst is niet zo gekend • er moet erkend worden dat er een probleem is (perfectionisten!)

  35. Behandelingopties dan moet hij nog een behandeling willen! “ik moet het zelf oplossen” “het is mijn eigen probleem” “het is tijdverlies: met die tijd (=therapie) kan ik even goed studeren,dat is immers de enige oplossing”

  36. Behandelingopties pt komt met FA als hoofdprobleem je merkt het optijdens een consult opvolging met opdrachten intake doorverwijzen t

  37. Behandelingopties • Intake: beginnen bij het begin (½ uur) • heeft de patiënt het door dat hij FA heeft? • wilt hij therapie? en waarom? (motivatie) • hoe erg is de faalangst? (cfr componenten) • dagritme (slapen, studeren, …) • angst • medicatie • vorige examens (perfectionisme? bisser?) • lichamelijke stressklachten • wat is de reële bedreiging (beseffen ze meestal niet) • antecedenten (angstaanvallen, black out) • peil of er een onderliggende psychiatrische pathologie ligt (VG?, R/?, fam. VG, …) • wat is de thuissituatie? (verwachtingen, beroep, …) • hoe staat pt tegenover groepstherapie?

  38. Behandelingopties • groepstherapie voordeel: meer patiënten tegelijk behandelen (wachttijden) soms weerstand voor het bespreken van meer “persoonlijke onderwerpen” in het publiek

  39. Behandelingopties • relaxatietherapie • kan je zelf doen (met recorder) of met CD • eerste keer tijdens gesprek, met evaluatie • doel: op natuurlijk manier zichzelf relaxeren => geeft pt gevoel van controle • nadeel: werkt niet direct (=normaal, aanmoedigen, …) • ook buikademhalingsoefeningen mogelijk bij tekens van chronische hyperventilatie (pijn op borst, tintelend gevoel vingers/mond, ijlig hoofd, …)

  40. Behandelingopties • studieplanning • is essentieel voor faalangstige om vicieuze cirkels te doorbreken (cfr: passief en actief faalangstige) • geeft een positieve feedback bij het afsluiten van de dag => zelfvertrouwen↑ • geeft recht op ontspanning!

  41. Behandelingopties • studieplanning Slapen: minstens 8h-10h/nacht tijdens blok. Nacht voor examen kan minder (6h), maar moet ingehaald worden. Studeren: ideaal 8h/dag, meer is soms nodig. Ook vooraf plannen wat wanneer moet gestudeerd worden. (Dit is betere vorm van controle op de angst.) Plan ook extra dagen voor achterstand heeft. Ontspanning: is verplicht en een noodzaak! Het is een soort beloning voor de geleverde inspanning van de dag. Ongeveer 2-4h/dag. Korte maaltijd is geen ontspanning! Beter is een weekschema, zodat men in functie van grote ontspanningen (film) en examens kan plannen.

  42. Behandelingopties • medicatie: benzodiazepines • doel: reductie/controle van angst, studievermogen↑ • voordeel: werken onmiddellijk en doeltreffend (in tegenstelling tot AD en buspiron) • alleen te gebruiken voor korte periodes: examens • Folia raadt aan om langwerkende te gebruiken (diazepam) omdat angst een chronisch probleem is (is dit dan ook toepasselijk voor faalangst?) • doosje op zich heeft ook een therapeutisch effect: geeft controle op de angst(“men weet dat men geen paniekaanval gaat krijgen”) • posologie: geen gegevens in de literatuur in verband met afhankelijkheid/gewenningmijn voorstel: laag beginnen (beginnen met halfjes), alleen als het nodig is, de eerste niet nemen in de buurt van examen (hang-over), maximumhoeveelheid instellen per dag (enkel in samenspraak met arts maximum verhogen)

  43. Behandelingopties • medicatie: hypnotica • doel: controle op slaap, studievermogen↑ • probeer zo mogelijk eerst slaaphygiëne aan te leren (NHG-patiëntenbrief) • uitleg geven: het is een chemische slaap (inductie), dewelke een gemakkelijkere overgang geeft naar normale slaap. De normale slaap is echter noodzakelijk (recapitulatie van de dag, alsook leerstof + mentale rust) • dus de hele slaapduur moet 8-10h zijn! • posologie: zelfde idee als benzo’s, enkel zo nodig, niet starten de nacht voor examen (hang-over)! • type: folia raadt aan: half-langwerkende (alprazolam, …). Nieuwe generatie (zolpidem, …) hebben geen meerwaarde. • praktisch: in bed metrelaxatie-CD 45’ 45’ studeren ontspanning 1ste halve pil 2de halve pil

  44. Behandelingopties • medicatie: β-blokkers • doel: somatische symptomen van angst reduceren (tremor, hartkloppingen), verbreekt vicieuze cirkel + somatische symptomen centrale angst + • voordeel: heeft geen centraal effect (concentratie), geen gewenning • nadeel: meestal is angst chronisch en diepgeworteld: niet effectief genoeg • praktisch: overleggen met pt in functie van de symptomen • posologie: propranolol 10-40 mg, 3-4x/d

  45. Behandelingopties • cognitieve herstructurering • is het centrale punt van de faalangsttherapie • is tijdintensief (meerdere sessies) • vergt ervaring • maar aan de andere kant: je ziet de pt evolueren!

  46. Behandelingopties • cognitieve herstructurering GEVOLG GEBEURTENIS • blijkbaar geeft dezelfde gebeurtenis niet bij iedereen hetzelfde gevolg (vb: toneelstuk op school) • er is dus een tussenstap dat subjectief is: de gedachten (impressies)

  47. Behandelingopties • cognitieve herstructurering GEBEURTENIS GEDACHTEN GEVOLG (gevoelens en gedrag) • formuleer deze gedachten • ga na of de gedachten waar zijn • is deze gedachte echt, ontegensprekelijk waar? • helpt mij die gedacht vooruit of achteruit? • Vervang de niet helpende door helpende gedachten • Het vastzetten van de beleving van helpende gedachten • studeren gaat beter met deze gedachten (pos. feedback) • ouder begrijpen me beter nadat ik het heb uitgelegd

  48. Behandelingopties • cognitieve herstructurering: voorbeeld (doelstellingen) Reactie 1: dat is een ramp. Ik kan er niet tegen dat ik mijn moeder ongelukkig maak. Als ik dat doe, ben ik een slechte zoon/dochter. Gevolg: angst om te falen want een slechte zoon of dochter zijn, is iets vreselijks. ik misluk in mijn examen ondanks een stevige voorbereiding: mijn moeder zal heel ontgoocheld zijn. Reactie 2: ik vind het erg voor mijn moeder dat ze ontgoocheld is; eigenlijk ben ik zelf ook erg ontgoocheld en haar reactie maakt het nog zwaarder. We kunnen er eens samen over praten. Als ik gemeend zeg dat het me spijt voor haar, is het misschien al wat beter. Heb ik fouten gemaakt in mijn voorbereiding? Kan ik ze in de toekomst verbeteren (doelstellingen)? Hoe grijp ik een nieuwe kans aan? Eén nederlaag is nog geen verloren oorlog: ik doe door.Gevolg: slecht voelen, maar niet wanhopig; gerichtheid op de toekomst met bijgestuurde doelstellingen.

  49. Behandelingopties • cognitieve herstructurering : oorzaken/reëele bedreiging zoeken • wat zijn de doelstellingen? zijn die te hoog geformuleerd? waarom? (=realistisch leren denken) • ben ik echt een mislukking indien ik niet zou slagen? waarom is die academische graad zo belangrijk voor mij? waarom moet ik mij zo bewijzen? • gaan mijn ouders echt teleurgesteld zijn als ik niet slaag? of denk ik dat maar? • wat moet ik bereiken om echt gelukkig zijn? is dat wel zo? ben ik dan echt gelukkig? • “toverstokje”

More Related