1 / 44

Fonologie 1

Fonologie 1. Inleiding: Fonologie. Eerste betekenis: het klanksysteem van een taal. een verzameling klanken combinaties van klanken Component van het menselijk taalsysteem. Inleiding: Fonologie. Tweede betekenis: studie van het klanksysteem. Wat zijn de klanken van een taal?

alaura
Télécharger la présentation

Fonologie 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Fonologie 1

  2. Inleiding: Fonologie Eerste betekenis: het klanksysteem van een taal. • een verzameling klanken • combinaties van klanken Component van het menselijk taalsysteem

  3. Inleiding: Fonologie Tweede betekenis: studie van het klanksysteem. • Wat zijn de klanken van een taal? • Hoe worden ze gecombineerd? Vakgebied van de taalkunde

  4. Inleiding: Creativiteit • Oneindig gebruik van eindige middelen • Een eindig assortiment van klanken • Een eindig aantal regels om een onbeperkte verzameling vormen te maken

  5. Inleiding: Observaties { a, b, k, r } - Mogelijke en onmogelijke woordenbrak - kark - *rbak - Klankveranderingbrak - krab - krabben - crab - Meer klankvariatie, ook tussen sprekerskar - rak

  6. Inleiding: Deze week • Dinsdag 29 april: klankstructuren: klanken, kenmerken klankstructuren, lettergrepen • Dinsdag 6 mei: klankprocessen: klankvariatie, processen, regels

  7. Inleiding: Literatuur • Hoofdstuk 1 (Phonology) van het boek 1, 2, 4 leren; 3, 5 lezen [Zie website voor correcte versie] • Achtergrondlectuur - automaten en formele talen: H8, H18 - toepassingen: vnl. H10, 16, 17

  8. Inleiding: Practicum • Taalkundige opdrachten in Prolog • Eindige automaten om lettergrepen te herkennen • Zie de website onder Practicum

  9. Inleiding: Dit college • Fonetiek • Klanken • Syllaben • Automaten • Kenmerken

  10. Fonetiek: vs fonologie • Fonologie: taalkundige studie van klanksystemen • Fonetiek: natuurwetenschappelijk studie van spraakklanken

  11. Fonetiek: Drie soorten • articulatorische fonetiek productie door spraakorgaan • akoestische fonetiek natuurkundige eigenschappen • auditieve fonetiek waarneming

  12. Klanken: IPA • IPA: International Phonetic Alphabet • Speciale symbolen om spraakklanken te kunnen noteren • bang - ŋ • the / thin - ð /  • ten/ net - th / t¬ • IPA site: http://www.arts.gla.ac.uk/IPA/

  13. Klanken: Fonen en segmenten • Min of meer synonieme termen: klank, klanksegment, segment, foon • = de opeenvolgende eenheden waarin je een woord kunt opdelen. • Verschil met letters: • eng versus ŋ • taxi versus tksi • teken versus tekən

  14. Klanken: Foneem • Foneem: klank met een contrastieve waarde in een taal • Elke taal heeft z’n eigen verzameling fonemen (bv. s, t, p, ) • Achter elkaar gezet om woorden te maken (bv. stp, ?, …)

  15. Klanken: Minimale paren • Fonemen zijn distinctief of contrastief: ze onderscheiden woorden • Minimaal paar: een tweetal woorden dat slechts in één foneem verschilt • rood - lood  minimaal paar, dus twee Nederlandse fonemen • top - thop  geen minimaal paar, niet twee verschillende fonemen

  16. Klanken: Realisering • Een foneem kan op verschillende manieren als klank gerealiseerd worden. • Dit noemen we de varianten of allofonen van dat foneem. • Vrijevariatie: verschillende klankvarianten op één positie (bv. top, thop, tsop, dop)

  17. Klanken: Complementair • Vergelijk: wat, werk, duw, meeuw • Labiodentalew: woordbegin Bilabialew: woordeinde • De twee w-klanken zijn in complementaire distributie: ze komen in verschillende omgevingen voor • Engels: stop / thop (na s / niet na s)

  18. Klanken: Notatie • Fonemen: /pst/ /stp/ • Realisering: [phst] [stp] • De Engelse /p/ heeft o.a. [p] en [ph] als allofonen. • De Nederlandse /ʋ/ heeft [ʋ] en [w]als allofonen.

  19. Klanken: p, k, b, g in Endo • Tussen klinkers: roobiya ‘geld’, togol ‘alle’ • Na nasalen: chumba ‘blanken’, ngok ‘kip’ • Overige omgevingen: paan ‘reis’, ngalyap ‘tong’, kaaraak ‘vissen’

  20. Klanken: Stem in Endo • In Endo zijn de stemloze plosieven /p/ en /k/ fonemen, maar de stemhebbende /b/ en /g/ niet. • Tussen klinkers en na nasalen (m,n) worden /p/ en /k/ als de allofonen [b] en [g] gerealiseerd, respectievelijk. • /p/ en /k/ assimileren in stem (voice) aan hun stemhebbende buren.

  21. Syllaben: Groepering • Een woord is meer dan een willekeurige reeks klanken. • Elk woord kan verdeeld worden in een of meer lettergrepen of syllaben. • ar.beids.ver.de.ling • Punten of streepjes worden gebruikt om de lettergrepen te scheiden.

  22. Syllaben: Structuur • Een woord en ook een lettergreep: klomp • Onset: kl • Nucleus: o (meestal klinker) • Coda: mp • Rhyme: Nucleus + Coda (Zie boek voor boomstructuren)

  23. Syllaben: Taalverschillen • Elke taal heeft z’n eigen regels voor wat in onset, nucleus of coda kan (phonotactics) • Nederlands: klomp, *sklomp, *klormp • Endo: sukuul, kilaas, tiraam • Engels: school, glass, drum • strike > sutoraiku (Japans)

  24. Syllabe: Notatie • Consonanten (medeklinkers) en vocalen (klinkers) afgekort als C en V • Syllabestructuur kan als CV-patroon worden weergegeven: • klomp CCVCC • strike CCCVVCC > sutoraiku CV.CV.CV.V.CV

  25. Syllaben: Effect onset • Bij het syllabificeren van een woord (in lettergrepen opdelen) wordt de onset gemaximaliseerd (onset maximization). • katrol, frustratie, controle • ka.trol, fru.stra.tie, con.tro.le • Afhankelijk van de syllabestructuur van de taal in kwestie.

  26. Syllaben: Effect coda • Syllabegewicht: onderscheid tussen zware en lichte lettergrepen • Zwaar: CVV, CVCC, soms CVC Vertakkende rhyme, twee morae • Licht: CV (geen coda), soms CVCGeen vertakkende rhyme, één mora • Belangrijk voor accentuering.

  27. Automaten: Talen • We kunnen de mogelijke syllaben en woorden in een taal opvatten als een verzameling rijtjes over een alfabet van fonemen (d.w.z. als een formele taal) • Een simpel voorbeeld: Alfabet = { p, k, a, i }, Taal = { pa, ka, pi, ki, papa, papi, pipa, pipi, …, paki, …, kipa, …, kikipa, …, pakipapa, … }

  28. Automaten: Regulier • We hebben hier te maken met een reguliere taal. • Een reguliere taal kan beschreven worden door een reguliere expressie:[ p|k a|i ]+ • Zie bijvoorbeeld: http://www.xrce.xerox.com/competencies/content-analysis/fsCompiler/fssyntax.html

  29. Automaten: Regulier • Een handiger notatie: C = { p, k } en V = { a, i }, • [ C V ]+ is dan de reguliere expressie die deze reguliere taal vastlegt

  30. Automaten: Eindig • Een reguliere taal kan ook worden gekaraktiseerd door een eindige automaat (finite state machine) • Een automaat herkent een taal door stap voor stap de tekens van een inputrijtje op een tape te lezen en een aantal toestanden te doorlopen. • Geslaagde herkenning: einde tape en tevens in een accepterende eindtoestand.

  31. Automaten: Voorbeeld p|k|a|i 2 Eindig aantal toestanden a|i p|k Begintoestand en eindtoestand p|k 1 0 a|i Toestandsovergangen bij het lezen van bepaalde symbolen

  32. Automaten: Voorbeeld p|k|a|i 3 a|i p|k 1 2 0 p|k a|i 0 Met een ‘jump’

  33. Automaten: Transducers • Er zijn ook eindige automaten die rijtjes kunnen omzetten naar rijtjes: eindige transducers (finite state transducers). • Eindige transducers beschrijven reguliere relaties. • Voorbeeld: transducer die woorden omzet in hun CV-patroon

  34. Automaten: CV-patroon • ka:CV, paki:CVCV, pikipa:CVCVCV • De dubbele punt staat tussen het invoerrijtje op de invoertape en het uitvoerrijtje op de uitvoertape.

  35. Automaten: CV-transducer 1 2 0 p|k:C a|i:C 0:0

  36. Automaten: Palindromen • Een taal die uit palindromen bestaat kan niet herkend worden door een eindige automaat. • Een eindige automaat kan locale afhankelijkheden beschrijven (x volgt op y) maar geen afhankelijkheden over willekeurig lange afstanden. • Daarvoor hebben we krachtiger automaten nodig.

  37. Kenmerken: Inleiding • Fonemen onderscheiden woorden. • Maar hoe zijn fonemen en klanken in het algemeen van elkaar onderscheiden? • Bijvoorbeeld: l en r, of p en t? • Antwoord: distinctieve fonetische kenmerken (distinctive features)

  38. Kenmerken: C Chart

  39. Kenmerken: V Chart

  40. t -voiced -nasal +anterior +coronal … m +voiced +nasal +anterior -coronal … Kenmerken: Medeklinkers

  41. i +high -back -round o -high +back +round Kenmerken: Klinkers

  42. Kenmerken: Klassen • Natuurlijke klasse: een groepje klanken die zich in een bepaald opzicht op dezelfde manier gedraagt door één of meer gemeenschappelijke kenmerken • Bijvoorbeeld: stemloze plosieven of stemhebbende plosieven

  43. Stemloze plosieven cup hit pack Meervoud? Stemhebbende plosieven cub fad rag Meervoud? Kenmerken: Klassen

More Related