1 / 34

Wat je altijd al wilde weten over: participatieonderzoek

Wat je altijd al wilde weten over: participatieonderzoek. Maarten van Meer – CultuurNet Vlaanderen. Doel en structuur presentatie. Doel: basisinzichten participatieonderzoek om zelf met gegevens aan de slag te kunnen Structuur: Beetje methodologie

carys
Télécharger la présentation

Wat je altijd al wilde weten over: participatieonderzoek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Wat je altijd al wilde weten over: participatieonderzoek Maarten van Meer – CultuurNet Vlaanderen

  2. Doel en structuur presentatie • Doel: basisinzichten participatieonderzoek om zelf met gegevens aan de slag te kunnen • Structuur: • Beetje methodologie • Beetje basisstatistiek (om te kunnen interpreteren) • Belangrijke inzichten uit onderzoek Re-creatief Vlaanderen • Mogelijke toepassingen in praktijk

  3. Onderzoek overal • “De gemiddelde bibliotheekbezoeker is een hoger opgeleide vrouw van 35, zonder kinderen, die in een grootstad woont” • Met statistiek kan je alles bewijzen • “Grote mensen verdienen meer”

  4. Waarom is participatieonderzoek… • Traag? => Hoeft niet traag te zijn als je gebruik kan maken van beproefde methoden • Duur? => Iets grondig doen kost geld, maar besparen kan ook door veel zelf te doen en volgens beproefde methoden te werken • Ingewikkeld? => Scheikunde is ook ingewikkeld, maar koken kan iedereen: recepten volgen en geduld loont

  5. Waar kan het misgaan? • Representatieve steekproef - kans om in steekproef te zitten berekenbaar - non-respons zo klein mogelijk => voorwaarde om aan statistiek te kunnen doen en dus resultaten uit de geobserveerde gegevens te kunnen veralgemenen • Voorbeeld: steekproef van Re-Creatief Vlaanderen is representatief voor Vlaanderen. Dat is niet hetzelfde als voor Limburg of Brussel. We mogen aannemen dat alle verbanden die we in de steekproef vinden zich ook in de Vlaamse bevolking voordoen.

  6. Steekproef: visueel Populatie

  7. Steekproef: visueel Steekproef

  8. Steekproef: visueel Steekproef

  9. Steekproef: visueel Op basis van steekproef uitspraken doen over populatie dankzij statistiek

  10. Waar kan het misgaan? • Vraagverwoording • Denken over operationalisering concepten => cultuurparticipatie? • Denken over verwoording vragen Hoeveel participeert u aan cultuur? => respondent kan zelf ‘cultuur’ invullen Hoeveel maal bent u de voorbije zes maanden naar film/theater/museum geweest? • Volgorde vragen belangrijk => Van algemeen naar specifiiek

  11. Waar kan het misgaan? • Antwoordcategorieën • Niet volledig (vb: voorkeurgenres) • Belang van aanwezigheid van een ‘geen mening’ of ‘niet van toepassing’ Voorbeeld: Mening wordt gevraagd naar appreciatie van verschillende cultuuruitingen. Wat met onbekende cultuuruitingen? => ‘Ken ik niet’ is niet hetzelfde als ‘slecht’

  12. Wat kan er misgaan? • Belang van transparantie en reflectie door de onderzoeker • Onderzoek heeft altijd een foutenmarge en het is dan ook best die te kennen • Om van onderzoek naar beleid te gaan is inzicht in de methode noodzakelijk

  13. Analyse: van univariaat naar multivariaat • Univariaat: de verdeling van een variabele binnen de steekproef • Voorbeeld: verdeling geslacht in steekproef

  14. Analyse: univariaat • Een ander voorbeeld: participatie aan klassieke muziek

  15. Analyse: bivariaat Participatie aan klassieke muziek naar geslacht

  16. Analyse: bivariaat Participatie aan klassieke muziek naar geslacht

  17. Analyse: multivariaat Uit de analyse blijken verschillende variabelen een verklarende waarde te hebben voor participatie aan klassieke muziek:

  18. Analyse: multivariaat Maar deze variabelen zijn niet volledig onafhankelijk van elkaar: Leeftijd Opleidingsniveau Participatie aan klassieke muziek Beroepsstatus

  19. Analyse: multivariaat • Oplossing: netto-kansverhoudingen • Verschillen zijn uitgezuiverd voor alle andere variabelen • Hoe interpreteren? • Altijd met een referentiegroep (bij leeftijd: 35-54 jaar) • Cijfer voor leeftijdsgroep 54-65 = 2.21 • De kans dat iemand uit de leeftijdsgroep 54-65 frequent aan klassieke muziek participeert is 2.21 groter dan dat iemand uit de leeftijdsgroep 35-54 participeert • Klinkt abstract, maar ziet er mooi uit

  20. Belangrijke inzichten van Re-Creatief Vlaanderen • Verschillen tussen sectoren • Socialisatie • Sociaal netwerk • Leeftijd: cohorteffect • Nabijheid

  21. Vooraf: nadenken over context Gegevens uit survey zijn waardeloos zonder eigen context te kennen • Nadenken over wat je wil bereiken • Juiste gegevens uit survey verzamelen • Denken over specifieke eigen omgeving • Strategische keuzes maken

  22. Inzichten: socialisatie Netto-kansverhouding dat een bepaalde groep frequent participeert tov een referentiegroep (‘.’) Bron: Re-Creatief Vlaanderen

  23. Conclusies socialisatie • Invloed van het ouderlijk milieu blijft erg belangrijk • Ook opleidingsniveau is zeer bepalend • Het socialisatie-effect is niet enkel zichtbaar bij de kunsten, maar ook bij populairdere cultuurvormen? • Dus: hoop opgeven? • Neen: Publiek kennen en weten dat om nieuw publiek te bereiken begeleiding zeer belangrijk is

  24. Inzichten: sociaal netwerk Netto-kansverhouding dat een bepaalde groep frequent participeert tov een referentiegroep (‘.’) Bron: Re-Creatief Vlaanderen

  25. Conclusies sociaal netwerk • Er is een duidelijk positief verband tussen de grootte van het vrijetijdsnetwerk en de kans op participatie • Oorzaak en richting zijn niet duidelijk • Je richten op mensen met veel vrienden? • Sociale aspect van cultuur in de verf zetten en netwerken faciliteren • Of: angst om alleen te participeren wegnemen?

  26. Inzichten: leeftijd en geslacht Netto-kansverhouding dat een bepaalde groep frequent participeert tov een referentiegroep (‘.’) Bron: Re-Creatief Vlaanderen

  27. Conclusies leeftijd en geslacht • Vrouwen participeren iets meer aan cultuur • Duidelijk leeftijdseffect: ouderen participeren meer aan kunsten, jongeren meer aan film en niet-klassieke muziek • Uit Nederlands onderzoek blijkt dat dit een cohort-effect is: cultuurgevoel komt niet noodzakelijk met de leeftijd

  28. Inzichten: nabijheid 80 à 90% van de participanten reist niet verder dan 30 kilometer • Danspubliek reist het verste (50% woont binnen 16 km) • Muziekpubliek: 50% woont binnen 12 km • Theaterpubliek reist het minst ver (50% woont binnen 9 km) Bron: Re-Creatief Vlaanderen

  29. Redenen voor niet-participatie (enkel niet-participanten) Bron: Re-Creatief Vlaanderen

  30. Conclusie • Het is niet makkelijk • Maar ook niet onoverkomelijk • Rapporten aandachtig lezen en niet enkel tabelletjes kijken • Kritisch denken over onderzoeksresultaten loont: beetje logica brengt je al ver • Onderzoek staat niet op zich en moet altijd door gebruiker gekaderd worden in eigen context • Want: met statistiek kan je echt alles bewijzen

  31. Verder lezen? • H. Waege & H. Roose: Publiek Belicht. Handboek publieksonderzoek voor culturele instellingen. • J. Billiet & H. Waege: Een samenleving onderzocht • Presentatie vanaf woensdag op www.cultuurnet.be

  32. Vragen? maarten@cultuurnet.be

  33. Wat je altijd al wilde weten over: participatieonderzoek Maarten van Meer – CultuurNet Vlaanderen

More Related