100 likes | 582 Vues
Kenmerk 6: ( a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Ontwikkelingen in het Imperium. Met de komst van de Romeinen veranderde gebieden in Romeinse provincies alwaar de inwoners steeds meer Romein werden
E N D
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreiddeOntwikkelingen in het Imperium
Met de komst van de Romeinen veranderde gebieden in Romeinse provincies alwaar de inwoners steeds meer Romein werden Deze culturele verandering was het gevolg van: Komst van de legioenen Contact met soldaten en handelaren Terugkeer van veteranen (en hun vrouw en kinderen) Incorporatie van de autochtone elite in het Romeins bestuursapparaat H2:§ 10-11:p33-36, artikel XIII & XIV Romanisering van de “wereld”
Met de komst van de Romeinen veranderde gebieden in Romeinse provincies alwaar de inwoners steeds meer Romein werden Hoe Cultuur het schrift het bouwen (tempels, villa’s en wegen) het eten (kruiden, kip, gans, erwt, wijn, olijfolie) de kat als huisdier mooi aardewerk en glas (stukjes inheems Romeins aardewerk) Sieraden allerlei technieken Bestuur Deelname aan het bestuur Men viel onder het Romeinse Recht waarom/waardoor Men (de lokale bevolking) wilde erbij horen Handel met de Romeinen Men moest verplicht in het leger Hierbij werd men geheel of gedeeltelijk ingeburgerd H2:§ 10-11:p33-36, artikel XIII & XIV Romanisering van de “wereld”
Teneinde het grote rijk effectief te kunnen besturen hadden de keizer en de senaat ambtenaren nodig Voor de correspondentie (vb. naar gouverneurs en generaals te velde) beheer van gelden/ financiën Opstellen en uitzetten van wetten Bijhouden van senaatsbesluiten en zaken die in andere raden spelen Bijhouden van allerlei juridische zaken (vb. uitspraken van rechters) De bureaucratie raakte alle burgers (en niet-burgers) van het Rijk. Bijvoorbeeld al door het bijhouden wie wel en wie geen burgers is H2:§ 10-11:p33-36, artikel XIII & XIV Bureaucratisering
Eenheid die geen eenheid meer isRome in grote problemen (ca. 275 NC) • Generaals vechten om de macht (soldatenkeizers) • Germanen aan de deur • Beide zaken zorgden voor een permanente staat van oorlog • Grote armoede onder de Romeinse boeren & burgers • Verarming rijk door verlies van land en belastinginkomsten • Corruptie, inefficiëntie, grote bureaucratie • Daar komt een eeuw later nog een groot probleem bij De Volksverhuizingen (hier gaan we het nog over hebben)
Eenheid die geen eenheid meer isTijdelijke oplossingen • Diocletianus (284-305 NC) zorgde met vergaande bestuurlijke en economische hervormingen voor een tijdelijk opleving • Zijn belangrijkste wapenfeit was de bestuurlijke splitsing van het Rijk in Oost en West • Constantijn de Grote trachtte de eenheid in het Rijk verder te versterken door het Christendom belangrijk te maken. Daarnaast stichtte hij een nieuw bestuurscentrum: Constantinopel • Theodosius de Grote maakte het Christendom zelfs tot staatsgodsdienst (380!) ▼ • Feitelijk stuurden de drie bovengenoemde keizers onbewust aan op een tweedeling in het Rijk, waarbij het kwetsbare Westen gedoemd was te verdwijnen!