1 / 23

ITALIE

ITALIE. Door Richard en Ron. Inhoud. Geografische gegevens Bevolking Geschiedenis Economie Algemene informatie Conclusie bronnen. Geografische gegevens. Landschap Klimaat Fauna Flora. Landschap.

Télécharger la présentation

ITALIE

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. ITALIE Door Richard en Ron

  2. Inhoud • Geografische gegevens • Bevolking • Geschiedenis • Economie • Algemene informatie • Conclusie • bronnen

  3. Geografische gegevens • Landschap • Klimaat • Fauna • Flora

  4. Landschap • Italië bestaat uit vier landschappen: het Alpengebied, de Povlakte, het Apennijns schiereiland en de eilanden. • Het alpen gebied omvat heel noord-Italie • De povlakte is een vlakte ten oosten van de alpen • Het apennijns schiereiland is de ‘laars’ • De eilanden zijn de eilanden • De totale opp. Is 301 323 km2

  5. Klimaat • Italie heeft een middelandse zee klimaat • Er zijn ook een paar andere klimaten te onderscheiden • Zo heeft de Povlakte hete zomers met temperaturen die slechts weinig lager zijn dan op Sicilië, maar de winters zijn er koud • Het merengebied aan de zuidzijde van de Alpen ligt meer beschut en heeft daardoor een zachter klimaat

  6. fauna • De dierenwereld is van een Centraal-Europees en mediterraan karakter; in het noorden treft men nog alpine vormen aan (o.a. steenbok en gems), in het zuiden mediterrane vormen (o.a. moeflon op Sardinië, stekelvarken, Romeinse mol en een aantal reptielen)

  7. Flora • De vegetatie in Italië is groen in de winter, bloeit in april en mei, verschroeit in de zomer. De oorspronkelijke vegetatie, die bijna zo goed als geheel verdwenen is, is een altijd groen loofbos van steeneiken.In plaats daarvan staan er nu altijdgroene dichte en doornige heesters en dwergstruiken.

  8. Bevolking • Samenstelling en spreiding • Talen

  9. Samenstelling en Spreiding • In de loop der eeuwen is de bevolking van Italië ontstaan uit de samensmelting van diverse volken (Etrusken, Galliërs, Puniërs, Italiërs, Germaanse elementen). • Ca. 18% van de bevolking woont in steden van meer dan 350 000 inwoners. • Het totale Aantal inwoners is 57 715 625

  10. Talen • Het Italiaans is de landstaal; in de provincie Bolzano (Zuid-Tirol) spreekt men veel Duits, in enkele dalen van Piemonte en Valle d'Aosta wordt veel Frans gesproken; in de dalen van de Dolomieten en in de regione Friuli-Venezia Giulia Raetoromaans.

  11. Geschiedenis • In de vijfde eeuw na Christus trokken volkeren uit het noorden Italië binnen. Deze volkeren veroverden het Romeinse Rijk. Het Romeinse Rijk viel uiteen in een groot aantal kleine staatjes één ervan was de pauselijke Staat. Dat was Rome en het gebied daaromheen. Dat werd eeuwenlang door de Paus bestuurd. De steden Florence, Napels en Venetië waren de hoofdsteden van een eigen land. Deze situatie bleef bestaan tot in de vorige eeuw. Toen kwamen veel Italianen in die staatjes in opstand. Ze wilden alle staatjes samenvoegen tot één groot land. Na een lange strijd ontstond een nieuw groot land: Italië. Ook de Paus moest zijn landje afgeven. Maar hij mocht een heel klein stukje van Rome houden. Dat gebied heet nu Vaticaanstad. Het bestaat alleen nog maar uit de Sint-Pieterskerk en enkele andere gebouwen. Er is nog een ander ministaatje blijven bestaan: San Marino. Het ligt in de bergen ten oosten van Florence

  12. Economie • Algemeen • Landbouw, veehouderij, visserij etc. • Mijnbouw en Energievoorziening • Industrie • Handel • Bankwezen • Verkeer

  13. Algemeen • Na de Tweede Wereldoorlog veranderde Italië van een wat achtergebleven agrarisch land in een moderne industriële natie. Deze transformatie veroorzaakte tussen 1950 en 1980 een groei van het bruto nationaal product (bnp) per hoofd van de bevolking van 200%. Na 1980 daalde de groei tot gemiddeld 1,3% per jaar, hetgeen gepaard ging met een stijgende werkloosheid (8% in 1980, 11% in 1987) en een groeiende overheidsschuld. Aan het eind van de jaren tachtig trad echter een herstel van de Italiaanse economie in.

  14. Landbouw • De arbeidsproductiviteit in de landbouw is niet hoog: hoewel 6% van de beroepsbevolking in 2000 werkzaam was in de landbouw, bedroeg het aandeel van deze sector aan het bnp slechts 3%. In Midden- en Zuid-Italië draagt de agrarische structuur nog vaak een traditioneel karakter. Globaal gesproken is overal ten zuiden van de Arno de landbouw het dominerende bestaansmiddel, behalve rondom Napels en Rome. De verscheidenheid aan bedrijfstypen en bodemgebruik is groot. Van invloed hierop is met name de per seizoen wisselende neerslagfrequentie.

  15. Mijnbouw en energievoorziening • Italië is arm aan grondstoffen. Steenkool ontbreekt vrijwel geheel. IJzererts komt slechts in geringe hoeveelheden voor. Lood en zink worden vooral op Sardinië en in de Alpen gevonden. Voorheen was Italië een van de grootste producenten van kwik (bij Monte Amiata in Toscane). Marmer wordt geëxploiteerd bij Carrara. • Italië haalt 81% van zijn energie uit het buitenland. De eigen aardgasproductie bedroeg in 1994 20, 3 miljard m3. Daarnaast werd aardgas ingevoerd, vnl. uit Algerije en Rusland. De binnenlandse aardolieproductie (Sicilië) is bij lange na niet voldoende om aan de vraag te voldoen; voor de invoer van aardolie (ten behoeve van ruim 57% van het energieverbruik) is Italië vnl. afhankelijk van het Midden-Oosten.

  16. Industrie • In 2000 werkte ruim 33% van de beroepsbevolking in de industriële sector, die voor 30% bijdroeg in het bnp. Italië is na Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië de vierde industriestaat van Europa. • De ijzer- en staalindustrie is geconcentreerd in de Povlakte in Midden-Italië en in enkele kustgebieden. De machine-industrie bevindt zich vooral in het noorden: Turijn, Milaan en Genua. Ook in de automobielindustrie (o.a. FIAT) neemt Italië een vooraanstaande plaats in Europa in. Andere belangrijke industriesteden zijn: Legnano (textielmachines), Ivrea (Olivetti, dat zich sinds de overname van Telecom Italia in 1999 tot communicatie-onderneming heeft ontwikkeld), Pavia, Vicenza, Brescia en Bologna.

  17. Handel • Sinds 1992 is de handelsbalans positief. De dienstenbalans vertoonde traditioneel, mede dankzij de enorme stroom toeristen, een overschot. De belangrijkste invoerproducten zijn aardolie, grondstoffen voor de metaal- en textielindustrie, hout, machinerie, auto's en levensmiddelen (o.a. vlees). De belangrijkste uitvoerproducten zijn textielgoederen, citrus, wijn, machines, auto's, computers, plastics en aardolieproducten. De voornaamste handelspartners zijn Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Nederland.

  18. Bankwezen • De centrale bank is de Banca d'Italia. Zij oefent, onder supervisie van een ministerieel comité, controle uit op het overige bankwezen. Het monetaire beleid is met het in werking treden van de Economische en Monetaire Unie (1999) overgedragen aan de Europese Centrale Bank

  19. Verkeer • De Alpen en in mindere mate de Apennijnen vormen formidabele obstakels voor het verkeer. Desondanks beschikt Italië over een uitstekend net verkeersverbindingen. Het spoorwegnet omvat 20 000 km, waarvan ruim 11 000 km geëlektrificeerd. Het Italiaanse wegennet is van redelijke kwaliteit. De totale lengte is 305 000 km, waarvan 6460 km autostrada. • Genua is de belangrijkste haven, gevolgd door Venetië, Napels, Savona, Livorno, La Spezia, Tarente en Triëst. De binnenscheepvaart is van ondergeschikt belang. Bij Rome (Fiumicino) en Milaan (Linate) zijn de grootste luchthavens. In totaal zijn er 25 internationale en 36 nationale luchthavens. Staatsluchtvaartmaatschappij is Alitalia.

  20. Algemene informatie • Hoostad is Rome • Bevolkingsdichtheid is 192 p per km2 • Levensverwachting is 79,3 jaar/jaren • Alfabetisme Totaal 99,8 procent • Godsdienst: Rooms-Katholiek 98 procent Overige 2 procent • Bruto Binnenlands Product (BBP) (U.S.$) 1 073 960 miljoen

  21. Conclusie De economie In Italie is op dit moment behoorlijk stabiel nadat het een stuk slechter is geweest voor de jaren 80. Ik verwacht dat het met Italie steeds beter zal gaan, dit komt doordat Italie nu lid is van de EU en de economie in het land goed gaat.

  22. Bronnen • Hier wat sites waar we info vandaan hebben gehaald: • (www.census. gov). (www.fao.org). (www.sil.org). (www.who.int). (www.unesco.org). (www.eia.doe.gov). (www.worldbank.org).

  23. Beoordeling van de bronnen • We hebben de info uit veel verschillende internet bronnen veel hebben we moeten vertalen maar dat is wel aardig gelukt. Volgens mij waren het wel goede bronnen dus de informatie ervan zal wel accuraat zijn.

More Related