460 likes | 621 Vues
Bert Bolhuis (orgel) Jacob van Breden (trompet) Martijn van Breden (trompet & piano). Betrokken in muziek en zang. Na afloop is er koffie!!. De blauwe collecteschaal in de hal. Vanuit betrokkenheid ook samen de kosten van het gemeenteproject delen.
E N D
Bert Bolhuis (orgel) Jacob van Breden (trompet) Martijn van Breden (trompet & piano) Betrokken in muziek en zang Na afloop is er koffie!!
De blauwe collecteschaal in de hal Vanuit betrokkenheid ook samen de kosten van het gemeenteproject delen. Ieder naar eigen vermogen vandaar de open opstelling met een collecteschaal waarin elk zijn of haar bijdrage neer kan leggen (evt. in een enveloppe). Ook uw liefdesgave is nodig om het project financieel te dragen.
Samen in de naam van Jezus, heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot Zijn eer. Samen in de naam van jezus (E&R 168)
Heel de wereld moet het weten, dat God niet veranderd is en Zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis. ’t Werk van God is niet te keren, omdat Hij er over waakt en de Geest doorbreekt de grenzen, die door mensen zijn gemaakt. Samen in de naam van jezus (E&R 168)
Prijst de Heer, de weg is open, naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen, breng ik U mijn dank en eer. ’t Is Uw Geest Die mij doet zeggen; Jezus Christus is de Heer! Samen in de naam van jezus (E&R 168)
1 Een vaste burcht is onze God, een bolwerk in gevaren. Hij helpt en redt uit alle nood die wij hier nu ervaren. De vijand van weleer gaat tegen ons te keer. Zijn wapenrusting is de gruwel van zijn list. Geen kan hem evenaren. Een vaste burcht is onze god (Gz.143)
2 Wij hebben zelf geen tegenweer, 't gevecht was gauw verloren. Doch voor ons strijdt een sterke Heer, tot redder uitverkoren. Vraagt gij zijn naam? Weet dan dat Christus is die Man, De HERE Zebaoth, Hij is de Zoon van God: slechts Hij kan triomferen. Een vaste burcht is onze god (Gz.143)
4 Het Woord - zij zullen 't laten staan, wat zij ook ondernemen. Hij gaat ons met zijn Geest vooraan, Hij komt ons kracht verlenen. al staat de vijand klaar, hoe groot ook het gevaar voor leven, eer, gezin, hij werft toch geen gewin: wij erven 't rijk des HEREN. Een vaste burcht is onze god (Gz.143)
Heer, U doorgrondt en kent mij; mijn zitten en mijn staan en U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend en waar ik ook naar toe zal gaan, ik weet dat U daar bent. Heer u doorgrond en kent mij (opw 518)
Heer U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen, elke dag. Heer u doorgrond en kent mij (opw 518)
Heer, U doorgrondt en kent mij, want in de moederschoot ben ik door U geweven U bent oneindig groot. Ik dank U voor dit wonder, Heer, dat U mijn leven kent en wat er ook gebeuren zal, dat U steeds bij mij bent. Heer u doorgrond en kent mij (opw 518)
Heer U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen, elke dag. Heer u doorgrond en kent mij (opw 518)
1 Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid. 2 Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet. Neem mijn leven, laat het, heer (ld 473)
3 Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde biedt. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij uw getuigen zijn. 5 Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot uwe troon, dat uw Heil'ge Geest er woon'. Neem mijn leven, laat het, heer (ld 473)
8 Neem en weeg mijn staat en stand in de weegschaal van uw hand. Maak dat ik in deemoed leer knecht te zijn, als Gij, o Heer. 10 Neem ook mijne liefde, Heer, 'k leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd ben ik aan U toegewijd. Neem mijn leven, laat het, heer (ld 473)
1 Komt, ziet, hoe goed, hoe lieflijk is 't als zonen van Isrels huis als broeders samenwonen, in vrede bij elkander zijn. Het is als olie, kostelijk en fijn, die naar Gods heilig voorschrift is bereid, waarmee de priester wordt gewijd. Psalm 133
2 Als olie die Aärons hoofd besproeide en langs zijn baard en mantel nedervloeide, is hun eendrachtig samenzijn. Het is als Hermons dauw zo fris en rein, een dauw, die door het vroege licht bestraald, op Sions bergen nederdaalt. Psalm 133
3 Op Sions berg gebiedt de HEER de zegen, daar wordt genaad' en vrede rijk verkregen, het leven tot in eeuwigheid. Psalm 133
1. Kom in mijn hart, kom in mijn hart kom iedere macht onttronen. Aan U de kroon! Kom, Vader, Zoon, mijn hart door uw Geest bewonen. 2. Reinig mijn hart, reinig mijn hart in bronnen van uw genade; Uw Woord geneest; uw bloed, uw Geest - zij stuiten de stroom van ’t kwade. Kom in mijn hart (JdH 258)
3. Heer van mijn hart, Heer van mijn hart, blijf eeuwig daar resideren. Houd Gij er hof. Laat liefde’ en lof en vrede vandaar regeren. Kom in mijn hart (JdH 258)
1 Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht! Hemelse Vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht! Wij mogen zingen van grote dingen, Geest van hierboven (ld 477)
als wij ontvangen al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja! Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja! Geest van hierboven (ld 477)
2 Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, Liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat. Gij hebt de zege voor ons verkregen, Geest van hierboven (ld 477)
Gij zult op aarde de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja! Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten en in U weten, dat wij Gods zonen zijn. Halleluja! Geest van hierboven (ld 477)
1 Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, / waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn HERE, die dit alles heeft geschapen. / Mijn herder zal niet slapen. 2 Uw wankle voeten zet Hij vast, als gij geen uitkomst ziet: / uw wachter sluimert niet! Zijn oog wordt door geen slaap verrast, Hij wil, als steeds voor dezen, / Israëls wachter wezen.. Psalm 121
3 De HEER brengt al uw heil tot stand, des daags en in de nacht / houdt Hij voor u de wacht. Uw schaduw aan uw rechterhand: de zon zal u niet schaden, / de maan doet niets ten kwade. 4 De HEER zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, / Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, / in eeuwigheid bewaren. Psalm 121
Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan, schouder aan schouder in uw wijngaard te staan, samen te dienen, te zien wie U bent, want uw Woord maakt uw wegen bekend. Koor: Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde genade en kracht, als een lamp, die nog schijnt in de nacht. Heer wat een voorrecht (opw 249)
Samen te strijden in woord en in werk. één zijn in U, dat alleen maakt ons sterk. Delen in vreugde, in zorgen, in pijn, als uw kerk, die waarachtig wil zijn. Koor: Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde genade en kracht, als een lamp, die nog schijnt in de nacht. Heer wat een voorrecht (opw 249)
1 'k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avond lied. Het zonlicht moge nederdalen, maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet. Gij woudt mij met uw gunst omringen, meer dan een vader zorgdet Gij, Gij, milde bron van zegeningen: zulk een ontfermer waart Gij mij. Wil u o god mijn dank betalen (E&R 177)
2 Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe, al wisselen ook dag en nacht. Ik ken de rots waarop ik bouwe: hij feilt niet, die uw heil verwacht. Eens aan de avond van mijn leven breng ik, van zorg en strijden moe, voor elke dag, mij hier gegeven, U hoger, reiner loflied toe. Wil u o god mijn dank betalen (E&R 177)
1 U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer. Uit een blinkend stromen daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer. U zij de glorie (gz 99)
1 U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer. Uit een blinkend stromen daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer. U zij de glorie (gz 99)
3 Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft? In zijn goddelijk wezen is mijn glorie groot; niets heb ik te vrezen in leven en in dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. U zij de glorie (gz 99)
De blauwe collecteschaal in de hal Vanuit betrokkenheid ook samen de kosten van het gemeenteproject delen. Ieder naar eigen vermogen vandaar de open opstelling met een collecteschaal waarin elk zijn of haar bijdrage neer kan leggen (evt. in een enveloppe). Ook uw liefdesgave is nodig om het project financieel te dragen.