1 / 73

De scheidende Ondernemer

De scheidende Ondernemer. Enkele gevolgen voor de inkomstenbelasting mr. Annamarie Majoor www.majoorbelastingadvies.nl. Inhoud. Partnerregeling Huwelijksvermogensrecht Scheiding en Winst uit onderneming Scheiding en Winst uit aanmerkelijk belang Scheiding en TBS

halden
Télécharger la présentation

De scheidende Ondernemer

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De scheidende Ondernemer Enkelegevolgen voor de inkomstenbelasting mr. Annamarie Majoor www.majoorbelastingadvies.nl

  2. Inhoud • Partnerregeling • Huwelijksvermogensrecht • Scheiding en Winst uit onderneming • Scheiding en Winst uit aanmerkelijkbelang • Scheiding en TBS • Scheiding en Pensioen

  3. Partner regeling Art 5a AWR • Niet van tafel en bed gescheidenEchtgenoten • OngehuwdeSamenwoners die een notarieelsamenlevingscontracthebben • A en B zijn getrouwd maar levenduurzaamgescheiden. B woontsamen met C en heeft een samenlevingscontract. In maart wordt verzoekechtscheidingingediend. In september is echtscheidingformeelrond

  4. Partner in de loop van het jaar? Dan ook partner in de eerste maanden als men op hetzelfdeadresstaatingeschreven. • Geldt ook bij eindepartnerschap • Man en vrouw zijn gehuwd, wonen in hetzelfdehuis maar leven duurzaamgescheiden.Eind 2012 verzoekechtscheidingingediend, in aug 2013 echtscheidingsbeschikking. • Man en vrouwwonenongehuwdsamen. In maart 2013 verbrekenzehunnotarieelsamenleveingscontract. Verder varandert er niets

  5. Partnerregeling art 1.2 IB • Op hetzelfdeadresingeschrevenén: • Samen een kind • Kind van de ander erkend • Opgenomen in pensioenregeling • Samen eigendom woning (hoofdverblijf) • Op woonadres ook kind ingeschreven van ten minste een van beidentenzij er een zakelijke huurovereenkomst is • In het voorafgaandekalenderjaar reeds partner

  6. Voorbeelden • A en B hebben in mei 2012 verzoekechtscheidingingediend, maar blijven in hetzelfdehuiswonen. In augustus 2013 wordt de echtscheidingdefinitief. Medio 2016 verhuist de man naar een huurwoning. • Man en vrouwwonenongehuwdsamen. Hun samenlevingscontract wordt in maart 2012 ontbonden

  7. Man en vrouw zijn getrouwd maar wonen al jarenduurzaamgescheiden. Hebben beiden huneigenwoning. • Tot 2011 kwaificeerdenze niet als partner, want zeleefdenduurzaamgescheiden. Maar miv 2011 kwalificerenzeweer wel als partner.

  8. Huwelijksvermogensregime • Algehelegemeenschap van goederen • Huwelijkse voorwaarden • Koudeuitsluiting • Beperktegemeenschap • Periodiekverrekenbeding • Finaalverrekenbeding

  9. Periodiekverrekenbeding • Partijenverdelenperiodiekonverteerdgebleveninkomsten • Inkomsten? Afhankelijk van afspraken. Bijv arbeidsinkomsten, rente, dividend, winst uit onderneming • DGA: opgepottewinsten? • Niet uitgevoerd? Dan bij eindehuwelijkalsnogverrekening

  10. voorbeeld • Hans en Pauline zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Er is gekozen voor koude uitsluiting met een periodiek verrekenbeding. Inkomsten uit arbeid worden, na verrekening van de kosten van de huishouding, bij helfte verdeeld. Hans had bij aanvang van het huwelijk een vermogen van € 70.000 en het vermogen van Pauline bedroeg bij aanvang van het huwelijk € 20.000. Na 15 jaar huwelijk besluiten ze om te gaan scheiden. Ze hebben tijdens het huwelijk nooit periodiek afgerekend. Hans heeft aan het einde van het huwelijk een vermogen van € 220.000 en het vermogen van Pauline aan het einde van het huwelijk is € 70.000. • Het blijkt onmogelijk om gegevens terug te halen om alsnog alle jaren de periodieke verrekening met terugwerkende kracht uit te voeren. • Nu wordt gesteld dat de aanwas van het vermogen tijdens het huwelijk voor 50% aan beide partners toekomt. Het vermogen van Hans is tijdens het huwelijk met € 150.000 toegenomen, het vermogen van Pauline is tijdens het huwelijk met € 50.000 toegenomen. In totaal is het vermogen tijdens het huwelijk dus met € 200.000 toegenomen. Ieder heeft hier voor 50% recht op. Pauline heeft dus een vordering op Hans van € 50.000, als gevolg van het niet uitvoeren van het periodieke verrekenbeding.

  11. Finaalverrekenbeding • Partijenkomen bijv. overeen om bij het einde van het huwelijkieders vermogen zo te verdelen als ware er een gemeenschap van goederen • Werking kan beperkt worden tot eindehuwelijk door overlijden

  12. Voorbeeld • Erik en Petra zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Ze hebben gekozen voor koude uitsluiting met een finaal verrekenbeding bij scheiden en overlijden. • Op enig moment besluiten Erik en Petra om te gaan scheiden. Erik heeft op dat moment een vermogen van € 300.000 en Petra heeft op dat moment een vermogen van € 60.000. Er wordt nu gedaan alsof er een gemeenschap van goederen was (let op: er ontstaat niet echt een gemeenschap van goederen). Ieder zou bij een gemeenschap van goederen recht hebben op de helft van het totale gezamenlijke vermogen. Dat zou dus in deze situatie totaal € 360.000 zijn, waarbij ieder recht heeft op € 180.000. Erik moet dus naar aanleiding van de scheiding nog € 120.000 aan Petra betalen.

  13. Huwelijksvermogenrecht miv 1-1-2012 Veranderingen: • Informatieplicht • Aangaan/wijzigenhvzonderrechter • Ontbindingvanaf moment indienenverzoek 4. Beideechtgenoten zijn bestuursbevoegd voor zaken niet op naam 5. Beleggingsleer: rendementen op eigen vermogen vallen niet in de gemeenschap

  14. Vergoedingsrechten • Introductie beleggingsleer (Art 1.87 BW) • “indien een echtgenoot ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een goed dat tot zijn eigen vermogen zal behoren, verkrijgt of indien ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een schuld ter zake van een tot zijn eigen vermogen behorend goed wordt voldaan of afgelost, ontstaat voor de eerstgenoemde echtgenoot een plicht tot vergoeding”.

  15. Dat vergoedingsrecht ‘beloopt een gedeelte van de waarde van het goed op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan’. Ofwel de echtgenoot/schuldeiser heeft geen nominale vordering, maar een aan de waarde van het goed gekoppelde verbintenisrechtelijke aanspraak jegens de andere echtgenoot, die gerechtigd is tot dat goed.

  16. Voorbeelden • A koopt een woning voor 400.000 euro en betaalt hiervan 300.000 euro uit eigen privémiddelen en 100.000 euro uit door zijn echtgenoot B beschikbaar gestelde privémiddelen. De woning wordt eigendom van A. De andere echtgenoot (B) heeft recht op een vergoeding, die ingevolge artikel 1:87 lid 2 onder a BW gelijk is aan een kwart van de waarde van de woning op het tijdstip waartegen de vergoedingsvordering wordt afgerekend. • Indien A na tien jaar overgaat tot vergoeding en de waarde van de woning dan 1 miljoen euro bedraagt, is de vergoeding voor B 250.000 euro. Indien A echter al na twee jaar tot voldoening was overgegaan en de waarde van de woning toen gedaald was tot 200.000 euro, had B slechts recht op 50.000 euro vergoeding.

  17. voorbeeld • A en B zijn op huwelijkse voorwaarden gehuwd. A leent B € 250,000 voor de aankoop van een tweede woning op zijn naam. • Tot 2012 had A recht op terugbetaling€ 250,000 • Vanaf 2012 recht op waardeontwikkeling pand (positief en negatief)

  18. Woning is €350,000 waardgeworden. A heeft recht op € 350,000 • Woning is € 150,000 waardgeworden. A heeft recht op € 150,000

  19. A heeftbedrijfspand van € 200,000. Verbouwingpand € 100,000. Betaalt zelf € 50.000 en krijgt van B ook € 50.000 • Verkrijgthierdoor het economischeigendom van 1/6 woning? • Overdrachtsbelasting? • TBS? (verschil tussen oude regeling en regeling vanaf 2012

  20. Gevolgen bij scheiding? • A en B gaan scheiden. Door verzoekechtscheiding geen partner meer, dus einde tbs. • Pand is inmiddels €480,000 waard. B heeft recht op 1/6, dus € 80000 • Afrekenen??

  21. Onduidelijkheid Art 1:87 BW • Prof. mr. dr. P.G.H. Albert • WFR 2012/678 • Indirect economisch belang / geen goederenrechtelijke werking • mr. dr. N.C.G. Gubbels • WPNR 2012/6913 p.12 • Direct economisch belang

  22. Geld gebruikt voor investering? • Met toestemmingechtgenoot? Dan beleggingsleer • Geen toestemming? Beleggingsleer, maar nooit minder dan nominaal bedrag • Partijen kunnen beleggingsleeruitsluiten. Leg dit (zo nodig notarieel) vast!

  23. Goed uit elkaarhouden • Huwelijksgemeenschap Moet bij scheidingverdeeld worden • Verrekenbeding Alleen verbintenisrechtelijkeaanspraak • Vergoedingsrechten beleggingsleer

  24. Scheiding en winst uit onderneming • Meewerkende partner • Meewerkaftrekvervalt • Partner als werknemer • Ontbindenarbeidsovk • Evtoverdracht (deel) onderneming (art 3.59) • Gevolgen ondernemer • Gemeenschap van goederen • Huwelijkse voorwaarden

  25. Onderneming valt in een huwelijksgemeenschap • Gevolgen duurzaamgescheiden gaan leven • Eenmanszaak Geen fiscalegevolgen • Man-vrouwvennootschap Man gaat alleen met de onderneming door. Vrouwdraagt haar onderneming over aan de man. Afrekenen? Toepassen art. 3.63?

  26. Ontbinding en verdeling huwelijksgemeenschap • Eenmanszaak • Art 3.59 lid 1 fictieveoverdracht • Art 3.59 lid 2 verplichte doorschuiving: heffingblijftachterwege • Driemogelijkheden: • Toedeling aan ondernemer • Toedelingverdeeld tussen echtelieden • Toedeling aan echtgenoot (niet-ondernemer)

  27. Toedeling aan ondernemer zelf • Art 3.59 Fiscaalgeruisloos • Maar bij verdeling moet de ondernemer wel tegen de WEV afrekenen met zijn echtgenoot. Rekeninghouden met latentebelastingclaim • Overbedelingsschuld. Is dit een ondernemingsschuld? HR: nee, want fiscalepositiewijzigt niet.

  28. Toedeling aan beiden • Als echtgenoot de onderneming als ondernemer gaat voortzetten, art 3.59 voor deel dat krachtenshuwelijksvermogensrechttoekomt • Meer dan de helft naar echtgenoot: oorspronkelijke ondernemer moet afrekenen over meerdere

  29. Toedeling aan echtgenoot • Art 3.59 doorschuiving voor helft ondernemingsvermogen, over anderehelft afrekenen • Overbedelingsschuld voor echtgenootis ondernemingsvermogen; fiscalepositiewijzigt wel

  30. Man-vrouwvennootschap • Iederevennootbehoudt zijn firma aandeel • Geen fiscalegevolgen • Evt. een van beidenstillevennoot • Evt. rechtsvormwijzigen in CV Geen fiscalegevolgen, wel aanpassingvennootschapsovereenkomst

  31. Man-vrouwvennootschap • Onderneming wordt volledigtoebedeeld aan éénvennoot • Eindesamenwerkingvóórontbinding hg: • Zelfde als bij eenmanszaak • Eindesamenwerkingnáontbinding hg: • Eerst art 3.59, daarna art 3.63 • Evt. schuld is ondernemingsschuld

  32. FOR • Bij art 3.59 ook doorschuiving FOR • Bij art 3.63 alleen als FOR overgaat op partner Let op! Beëindigingsamenwerkingnadat men gescheiden is gaan leven en echtscheidingdverzoek is ingediend? Geen partners meer, dus afrekenen over FOR Let op! Naar CV? Afrekenen over FOR voorzover dat meer is dan OV

  33. Onderneming valt niet in een gemeenschap • Economischbelang Gevolgen? Bijv. geld investeren in onderneming als zodanig Medegerechtigde? Bijv. geld investeren in verbouwingbedrijfspand TBS? Bij scheidingafwikkelingeconomischbelang Doorschuifregeling?

  34. Koudeuitsluiting • Elke gemeenschapuitgesloten, geen enkeleverrekening? • Als de situatieongewijzigdblijft (ondernemer houdtvolledige onderneming) dan heeft dit geen fiscalegevolgen • Onderneming wordt na de scheiding (mede) voortgezet door echtgenoot-niet ondernemer? Dan geen doorschuifmogelijkheid ex art 3.59

  35. Wel wenselijk? Dan staandehuwelijkbeperktegemeenschapaangaan voor ondernemingsvermogen. • In dat geval kan er bij scheiding de helft van het ondernemingsvermogen geruisloosdoorgeschoven worden (art 3.59)

  36. Man-vrouwvennootschap • Overdracht firma-aandeel kan geruisloosogv art 3.63. • 3-jaarstermijn geldt dan niet • Wel afrekenen over FOR (kan alleen aan partner worden overgedragen)

  37. Verrekenbeding • Overdracht (deel) onderneming door verrekenbeding? Dan geen art 3.59 • Voorwaarde art 3.59 is dat een huwelijksgemeenschap wordt ontbonden • Evt schuld is geen ondernemingsschuld, maar box 3

  38. Scheiding en aanmerkelijk belang Wanneer AB? • Al dan niet tezamen met partner voor minimaal 5% aandeelhouder • Meesleep- en meetrekregeling A en B bezitten elk 4% aandelen in BV Z. Gehuwd, koudeuitsluiting. A en B zijn beidenab-houder

  39. Invloedhuwelijksvermogensrecht • Voor partners geldt samentelbepaling • Gekozen huwelijksgoederenregimebepaaltwieab-houder is • Gemeenschap van goederen: beidenab-houder • Huwelijkse voorwaarden: alleen degene die de aandelen bezit Gevolgen trouwen? Op grond van huwelijksvermogensrecht kan de echtgenootab-houder worden. Dit itt het objectieveondernemerschap van art 3.4 IB

  40. X is 100% ab-houder van BV X. Gaat trouwen in gemeenschap van goederen • Art 4.16 lid 1 , e vervreemding 50% aandelen • Art 4.17 neemtvervreemdingterug • Art 4.39 verkrijgingsprijs wordt doorgeschoven • Art 4.38 afrekenen op verzoek • Art 4.22 waarde aandelen wev

  41. X heeft 50% aandelen BV Z • Y heeft 3% aandelen BV Z • X en Y gaan trouwen, koudeuitsluiting • Y was geen ab-houder, wordt dat nu door het huwelijk wel.

  42. Einde van fiscaalpartnerschap • Verzoek om echtscheidingingediend en niet meer op hetzelfdeadresingeschreven= eindefiscaalpartnerschap. • Samentelbepalingtelt niet meer • Kan leiden tot fictieve vervreemding • A en B buitengemeenschapgehuwd. A heeft 98% van aandelen, B heeft 2%. • A en B zijn in gemeenschap van goederengehuwd. A en B bezitten ieder 3% aandelen BV X.

  43. Fictievevervreemding • Verschil tussen verkrijgingsprijs en WEV aandelen is belast • Op verzoekblijftafrekeningachterwege (art 4.40) • Fictief AB-houder kan zelfafrekenmoment kiezen • Zodra is afgerekendbehoren de aandelen tot box 3 • Ook verlies uit ab-mogelijk

  44. Gemeenschappelijkinkomensbestanddeel • Inkomen uit abis gemeenschappelijkinkomensbestanddeel, vrijetoerekening tussen partners • Geen partner meer, dan geen samentelbepaling meer • Wel keuze voor partnerschap in jaar van eindepartnerschap (art 2.17 lid 7)

  45. Verdeling huwelijksgoederengemeenschap • Verzoek tot echtscheidingleidt tot ontbondengemeenschap • Vervreemding als de verdeling afwijkt van gerechtigdheid tot huwelijksgoederengemeenschap X en Y waren in gemeenschap van goederengetrouwd X krijgtalleab-aandelen toebedeeld? Dan vervreemding van Y aan X

  46. Doorschuifregeling • Art 4.17 neemt bij een verdeling de vervreemdingterug als: • De verdeling binnen twee jaar na het ontbinden van de huwelijksgoederengemeenschapheeftplaatsgevonden • Er geen sprake is van sfeerovergang

  47. Verdeling binnen twee jaar • Onbindinghuwelijksgemeenschap op moment dat verzoek tot echtscheiding wordt ingediend. • Dat was voor 2012 het moment dat de echtscheidingwerdingeschreven • Let dus op de termijn!

  48. Afrekenen op verzoek Art. 4.38 Gezamenlijkverzoek indienen Bijvoorbeeld als er sprake is van een verlies uit ab, of als er nog te verrekenenverliezen zijn Kiezen voor afrekenen betekent geen recht op enigeuitstel- of kwijtscheldingsfaciliteit

  49. Overbedelingsschuld • Als de overbedelingsschuld is toe te rekenen aan de verkregen aandelen, dan is de rente over deze schuld in box 2 aftrekbaar. • De overbedelingsvorderingvalt in box 3 • Zijn er ook nog anderezakenverdeeld, dan pro rata toerekenen

  50. Huwelijkgemeenschap AB: • Huis € 400.000 • Hypotheek € 200.000 • AB-aandelen € 600.000 • Tweede woning € 200.000 A krijgthuis/hypotheek, B krijgt AB-aandelen en tweede woning. Overbedelingsschuld B 300.000 waarvan 2/3 toe te rekenen is aan de ab-aandelen

More Related