1 / 43

III. De ontwikkeling van een kritisch-emancipatorische agogiek

III. De ontwikkeling van een kritisch-emancipatorische agogiek. Paolo Freire « Pedagogie van de onderdrukten », Oskar Negt « Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren ». Praxisconcept P. Freire. Mensen scheppen sociale werkelijkheid

hollis
Télécharger la présentation

III. De ontwikkeling van een kritisch-emancipatorische agogiek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. III. De ontwikkeling van een kritisch-emancipatorische agogiek • Paolo Freire • « Pedagogie van de onderdrukten », • Oskar Negt • « Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren »

  2. Praxisconcept P. Freire • Mensen scheppen sociale werkelijkheid • Door « inversie van de praktijk » (d.w.z. het ontstaan van « cultuur » • Valt deze sociale werkelijkheid op mensen terug (d.w.z begrenst mensen in hun handelen) • Verandering = historische taak van mensen • Vereist culturele actie

  3. Praxisconcept P. Freire • Culturele actie = • samen bezinnen over culturele identiteit • en, via onthulling van de werkelijkheid, • haar problematiseren en • tegelijkertijd veranderen •  actie en reflectie zijn dialectisch met elkaar verbonden = praxis.

  4. Praxisconcept P. Freire • Praxis maakt socialisatieproces tot grondpeiler in een cultuur • Pedagogie is vandaaruit • Een proces van permanente bevrijding • Cfr. Mens is onaf in een onaffe werkelijkheid • Een pedagogie van alle mensen • Cfr. Recht op mee vormgeven aan werkelijkheid = ontologisch recht van elke mens

  5. Praxisconcept P. Freire • Pedagogie • Brengt geen communiques over, maar brengt communicatie tot stand • Gaat uit van vertrouwen in de mogelijkheden van eenieder (vertrouwen ontstaat in ontmoeting) • Gaat uit van subject-subjectrelatie • Gaat uit van samen onthullen en herscheppen van de wereld • Wijze waarop dit proces tot stand komt is belangrijker dan de inhoud (vgl Warmenhoven)

  6. Praxisconcept P. Freire • = kritiek op « bankconcept » van de opvoeding • Bankconcept : • leerlingen = lege vaten waarin leraars kennis deponeren; • Dit kennisdeposito is een weerspiegeling van het werkelijkheidsbeeld van de onderdrukkers     « opvoeding » en « onderwijs » - blokkeren in deze benadering de praxis - modelleren bewustzijn naar beeld onderdrukkers

  7. Pedagogische interventie • = vorm van culturele actie • Culturele actie : • « het wetenschappelijk proces van bevragen, van zoeken naar nieuwe werkelijkheidsdefinities, waardoor een probleem zijn geïsoleerd en persoonsgericht karakter ontnomen wordt, en zijn ware dimensie van cultuurprobleem krijgt, met veranderbaarheid als karakteristiek »

  8. Pedagogische interventie •  Verandering = werkelijkheid niet langer als een gegeven zien, gebaseerd op maatschappelijke concensus, doch als een voortdurende strijd tussen rivaliserende strategieën tot verwerven van economische, politieke en sociale macht.

  9. Pedagogische interventie • Begrepen als culturele actie, leidt pedagogische interventie tot emancipatie • Emancipatie = • Leren analyseren en transformeren machtsverhoudingen • Verwerven van culturele identiteit : zich eigen maken van een praxishouding : voortdurend scheppen en herscheppen werkelijkheid via actie en reflectie

  10. Pedagogische interventie • Culturele actie = transcenderen « grenssituatie » • Grenssituatie = niet beproefde mogelijkheid • Culturele actie = dialogisch proces : • « ik kan niet voor anderen, ook niet zonder anderen denken, evenmin kunnen anderen voor mij denken »

  11. Culturele actie • Komt tot stand via « problematiserend ontwikkelingswerk » • Problematiserend ontwikkelingswerk = • Solidarisering met onderdrukten • Cfr. Sociale verandering niet te realiseren door welwillendheid machthebbers, maar door machtsverwerving door onderdrukten • Opzet dialogische methodologie

  12. Culturele actie • Dialogische methodologie is gericht op doorbreken van de « cultuur van het zwijgen » • Cultuur van het zwijgen = voorstelling van de werkelijkheid als gegeven waar men geen greep op heeft, waar men zich enkel als toeschouwer kan aan aanpassen • Cultuur van het zwijgen ontstaat door « culturele invasie »

  13. Culturele actie • Methodes van culturele invasie : • Manipulatie • Bijv model van zichzelf aanbieden als mogelijkheid om hogerop te komen; inprenten van de smaak voor persoonlijk succes … • Isolering in deelproblematieken • Bijv afzondering economie, welzijn, veiligheid … • Mythologisering van de werkelijkheid • Bijv de mythe dat de orde van onderdrukking een « vrije maatschappij » zou zijn

  14. Culturele actie • Culturele invasie = indringen in de culturele context van een andere groep, zonder de mogelijkheden van die groep te respecteren • Onderscheid « marginaliteit » - « marginalisering »

  15. Culturele actie • Marginaliteit • Kenmerken + verklaring (« oorzaken ») kansarmoede • Deterministisch • Sociale verandering = individuele verandering • Marginalisering • Hoe (via welke processen) komen mensen in kansarmoede terecht ? • Reflexief + dialogisch • Sociale verandering = culturele verandering

  16. Culturele actie • Vergt dialogische methodologie • = samen de bestaande, existentiële en concrete situatie leren kennen, « onthullen » • Verkenning situatie • Codering situatie • Decodering situatie

  17. Culturele actie • Verkennen situatie • Op basis van verschillende bronnen • In dialoog met mensen • Codering situatie • « ontsluiten » werkelijkheid door creëren mogelijkheid generatieve themata te ontdekken • Aanvulling generatieve themata met scharnierthema’s, dwz een thema dat de verbinding tussen twee themata mogelijk maakt

  18. Culturele actie • Geheel van themata = thematisch universum • Sommigen werken aan het behoud van dit thematisch universum, anderen aan de verandering ervan • thematische contradicties • Decodering situatie • = samen analyseren contradicties tot culturele synthese : meester worden van de grenssituatie

  19. Culturele actie Een voorbeeld : • Verkenningsfase • Verkenning situatie (verschillende bronnen!) • Opbouw samenwerkingsrelatie • Coderingsfase • Interviews • Aanduiding kernthema’s in interviews • Analyse kernthema’s samen met bewoners, tegelijk met studie andere bronnen • Reconstructie + weergave contradicties

  20. Culturele actie • Decoderingsfase • Terugkoppeling reconstructie naar verschillende bewonersgroepen • Vergelijk : actie-onderzoek

  21. Culturele actie • Koppeling onderzoeks-en vormingsmethode aan concrete maatschappelijke problemen • Mogelijkheden « problematiserend ontwikkelingswerk » hangen samen met thematisch universum waarin mensen verkeren • Thematisch universum geeft historische configuraties of « epoches » aan waarin het bewustzijn heeft verkeerd

  22. Culturele actie • Onderscheiden bewustzijnsniveaus : • Semi-intransitief • Naiëf-transitief • Kritisch •  pedagogische interventie dient aan te sluiten bij in de maatschappelijke evolutie zelf reeds besloten bewustwording en moet deze intensifiëren

  23. Oskar Negt • « Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren » • = sociologische herformulering exemplarisch principe • Exemplarisch principe in schooldidactiek = reductie leerstof tot kernachtig geheel, met behoud vakindeling

  24. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Doelstelling « sociologische herformulering » : • Herwaardering van de reflectie over uitgangspunten en doeleinden van het vormingswerk. Deze reflectie gaat het uitwerken van een methodische theorie, hoezeer deze ook wenselijk is, vooraf • Concept van leren ontwikkelen, waardoor arbeiders in staat gesteld worden om • Hun eigen ervaringen in een bredere maatschappelijke context te plaatsen • Nieuwe informatie zo snel en zo efficiënt mogelijk te verwerken

  25. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Sociologische herformulering = • Herziening tot dimensie van het verleden beperkte burgerlijke begrip van de geschiedenis • Ontwikkeling sociologische denkwijze : integratie van de traditionele arbeidsverdeling tussen de afzonderlijke wetenschappen tot inzicht in het voor het bestaan van de maatschappij, de klassen en individuen relevante feitenmateriaal • Met als doel de transformatie van nog niet politiek gemotiveerde vormen van klassenbewustzijn in politiek klassebewuste acties

  26. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Bepaling vormingsinhoud op basis van inzicht in de aan het bewustzijn ten grondslag liggende vervreemdingsmechanismen • Vormingsinhoud = verbinding tussen objectieve thema’s en met specifieke taalvormen en conflicten verbonden thema’s In deze verbinding ligt een emancipatorische component

  27. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Basisanalyse Negt : • Situatie arbeider is, in tegenstelling tot vroeger, niet ondubbelzinnig « gestructureerd » op basis van materiële ellende • Voorkomende vaststellingen zijn daarentegen : politieke apathie, arbeids-, bedrijfs-en loontevredenheid

  28. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • kenmerk actuele arbeiderssituatie = voortdurende spanning tussen gevoel onvermijdelijkheid sociale bestaansvoorwaarden en wens geen arbeider meer te hoeven zijn •  spanningsveld leidt tot grotere ontvankelijkheid en tegelijk tot grotere neiging aanvaarding eerste de beste interpretatie

  29. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • arbeidersbestaan als sociaal omvattend fenomeen als aanknopingspunt vormingswerk • Doelstelling arbeidersvorming = ondersteunen leerproces arbeiders teneinde • de zin te laten zien van bepaalde acties • Inhoud van overeenkomsten, rechten etc te interpreteren • En te toetsen aan dagelijkse handelingsbekwaamheid

  30. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Vormingswerk is nodig : klassestrijd (sociale verandering) ontwikkelt zich niet mechanistisch • Motivering tot leren moet voortdurend aanwezig blijven in veranderende omstandigheden • Vermeden moet worden dat aan « stimulerende gebeurtenissen » (bijv succesvolle staking) een op zich « opvoedende functie » zou toegekend worden

  31. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Arbeidersvorming : verbinding tussen • Manifeste belangen, denkbeelden, maatschappijbeelden • Wijze waarop arbeiders met manifeste belangen omgaan (bewustwording nodig van vervreemdingsprocessen) • Objectieve belangen en sociale bestaansvoorwaarden

  32. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Specifieke reactie arbeider tav verandering is integraal bestanddeel van een voorafgaande totaalreactie op het feit van zijn arbeidersbestaan « la condition ouvrière » • Eenzelfde uitspraak kan tegelijk « waar » en « vals » zijn (bijv rationalisatie, kiezen voor minste weerstand …)

  33. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Methodische uitgangspunten • Arbeiders beschouwen als zelfstandige subjecten in leerprocessen (vgl Freire : dialogische methodologie) • Critische analyse concrete conflict-en crisiservaringen (vgl Freire : exploratie leefwereld) • Zichtbaar maken dieperliggende verband tussen taalstructuren en historische bestaansvoorwaarden (vgl Freire : generatieve themata)

  34. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Negt : vormingsproces = bepaald door drie centrale dynamieken : • Functie « sociale topic » • Leerprocessen = specifiek voor bevolkingslagen • Dialectiek formele wetenschapstaal en praktisch bewustzijn

  35. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Sociale topic = geheel van in de taal neergeslagen beelden, « sociale interpretatiemodellen », waarmee men zijn wijze van beschouwen en beleven van een bepaalde situatie « onder woorden » brengt

  36. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Sociale topic : • Van cenrale betekenis in dagelijkse taal omdat ze gecompliceerde economische en politieke gebeurtenissen kan helpen « plaatsen » • Gebaseerd op collectieve ervaringen van eigen groep (of van groep waartoe men wil behoren) • Instrument tot maatschappelijke oriëntatie en uitdrukking historische ervaringen en objectieve bestaansvoorwaarden

  37. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Functie sociale topic • Referentiekader voor individu tot subjectief begrijpelijk maken situatie • In kader van vorming • Aanknopingspunt voor vorming want uitdrukking « sociologische gevoeligheid » • Blokkage vorming door erin vervatte « verzakelijking » van het denken, die bewustzijn eigen belangenpositie verhindert

  38. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Risico bestaat dat « idolen » en « warenfetisjen » kapitalistische maatschappij de functie van topoi overnemen •  vorming = bewustwording • « er bestaat geen andere uitweg voor vervreemding dan door het volle bewustzijn van de vervreemding heen »

  39. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Leerprocessen specifiek voor bevolkingslagen • Cfr vorming motivatiestructuur door gezin, school, sociaal milieu… • Inzicht in deze motivatiestructuur is nodig voor inzicht in ontvankelijkheid voor/weerstand tegen vorming • Inzicht nodig in impact « stille verleiders » : stereotiepen, idolen die functie sociale topic dreigen over te nemen

  40. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Verbinding formele wetenschapstaal en praktisch bewustzijn • Cfr • sociale wetenschappen hebben eis tot emancipatie opgegeven door historische dimensie « objectieve mogelijkheid » buiten de wetenschap te plaatsen • Formele wetenschapstaal is niet afgestemd op denk-en handelingswereld arbeiders

  41. Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren • Vorming = ontwikkelen van een « sociologische fantasie » • Cfr C.W. Mills, « The sociological imagination » (1959) • Wanneer mensen zich slachtoffer voelen van ontwikkelen buiten hen om, hebben ze minder behoefte aan informatie dan wel aan een geestesgesteldheid die hen in staat stelt een totaalbeeld te krijgen van wat in de wereld gebeurt en wat er in hen omgaat »

  42. Teksten bij deel III • Freire, P., (1972) Pedagogy of the oppressed, Harmontsworth : Penguin. • Negt, O., (1975), Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren, Groningen : Tjeenk Willink • Negt, O., (1993), Cultuur als akkerbouw der zinnen : opstellen over cultuur, arbeid en leren, Hilversum : de Meerval • Wildemeersch, D., (1984), De Rupelstreek tussen argwaan en hoop. Zoektocht naar een vormingsmethodiek

  43. Teksten bij deel III • Wildemeersch, D., (1984), De Rupelstreek tussen argwaan en hoop. Zoektocht naar een vormingsmethodiek, Leuven : Acco • Inglis, T., (1997), Empowerment and Emancipation, in : Adult Education Quarterly, 48,1,3-17. • Wildemeersch, D., Finger, M., Jansen, T.,(1998), (eds) Adult Education and Social Responsibility, Frankfurt am Main : Peter Lang.

More Related