300 likes | 587 Vues
Hfdst 7: deel 2. Gevolgen van het meerderheidssysteem. Amplificatie van de zetels tov het aantal stemmen voor de eerste partij (kandidaat) Vaak onder-vertegenwoordiging in zetels voor de tweede partij
E N D
Gevolgen van het meerderheidssysteem • Amplificatie van de zetels tov het aantal stemmen voor de eerste partij (kandidaat) • Vaak onder-vertegenwoordiging in zetels voor de tweede partij • Zeer slechte vertegenwoordiging van derde partijen (behalve partijen die lokaal sterk zijn sterk) • Belang van de geografische spreiding van de resultaten • 2-partijen of 2-blokken dynamiek • Belang van allianties in meerderheidssysteem met 2 kiesronden
Toegekende voordelen • Duidelijkemeerderheid om te regeren • Men stemtvoorzijnvertegenwoordiger en regering • Verkozenenhebbennauwe band met (kleine) kiesomschrijving
Toegekende nadelen • « Onrechtvaardig » wat betreft vertegenwoordiging • Rem op nieuwe ideeën en nieuwe partijen • Door hun nauw contact met de kiezers verliezen verkozenen vaak hun algemen rol (eerder verdediger van belangen van de regio) • De regering beschikt vaak maar over een minderheid van de stemmen (niet van de zetels) • Rem op de vertegenwoording van minderheden
Proportionele of evenredige kiessystemen • Het is niet de bedoeling een duidelijke winnaar aan te duiden (zoals bij het meerderheidssysteem) maar om de zetels op evenredige wijze te verdelen naar rato van het aantal stemmen • Bedoeling is dat het parlement een ‘foto’ is van de van de opinie(s) van de bevolking • Vb: België sinds 1899, daarna in vele andere Europese landen
Resultaat van de Belgische federale verkizingen van 10 juni 2007
Een lijsstem • Zo goed als elke lijst krijgt een deel van de zetels, belang van de grootte, ook al ben je niet eerst. • Stem die je uitbrengt is een lijststem, je stemt niet voor één kandidaat die je partij vertegenwoordigt maar voor een lijst van kandidaten
Zetelverdeling • Verschillende rekenmethoden 2 types: -QUOTA -DELERREEKSEN
QUOTA methode • Een quotum is een aantal stemmen dat een partij moet halen om een zetel te halen • Hare quotum (simple quotum): Q: S /Z (S= aantal geldige stemmen; Z= totaal aantal zetels) - eens quotum berekend: aantal stemmen per lijst/quotum = zetels per lijst • Hagenbach-Bischoff quotum : Q = S/Z + 1 • Imperiali quotum : Q = S/Z + 2 • Droop quotum: Q = (S/(Z + 1)) + 1
De tweede devolutie • Hoe verdelen we de overschot (som van alle cijfers na het decimaalteken eens de quota berekend zijn): 2 methoden: • Partij met de grootste rest (bevoordeelt de kleine partijen) • Partij met het grootste gemiddelde (bevoordeelt de grote partijen)
Vb: Hare quotum en partij met de grootste rest • 4 partijen et 10 zetels Partij A heeft 91 000 stemmen behaald Partij B heeft 54 000 stemmen behaald Partij C heeft 32 000 stemmen behaald Partij D heeft 25 000 stemmen behaald Q = 202 000/10 namelijk 20 200
Zetelverdeling A = 91 000/20 200 = 4,5 (4 = 80 800 stemmen). Rest : 91 000 – 80 800 = 10 200 stemmen. B = 54 000/20 200 = 2,6 (2 = 40 400 stemmen). Rest: 54 000 – 40 400 = 13 600 stemmen. C = 32 000/20 200 = 1,5 (1 = 20 200 stemmen). Rest: 32 000 – 20 200 = 11 800 stemmen. D = 25 000/20 200 = 1,2 (1 = 20 200 stemmen). Rest: 25 000 – 20 200 = 4 800 stemmen.
A : (4) 10 200 stemmen. => 4 (40%) • B : (2) 13 600 stemmen (1e). => 3 (30%) • C : (1) 11 800 stemmen (2e). => 2 (20%) • D : (1) 4 800 stemmen. => 1 (10%)
Hare quotum en grootste gemidelde • Berekening quotient: 220.000/10= 20200 • Partij A: 91.000/20.200= 4,5= 4 zetels • Partij B: 54.000/20.200= 2,6= 2 zetels • Partij C: 32.000/20.200= 1,5= 1 zetel • Partij D: 25.000/20.200= 1,2= 1 zetel • = 8 zetels verdeeld, nog 2 te verdelen
Verdeling restzetels volgens grootste gemiddelde Eén voor één worden de restzetels toegevoegd aan elke lijst, bovenop de al toegekende zetel Toekenning van de 9e zetel: S/Z+1 • Lijst A = 91 000/4+1 = 18 200 • Lijst B = 54 000/2+1 = 18 000 • Lijst C = 32 000/1+1 = 16 000 • Lijst D = 25 000/1+1 = 12 500
Toewijzing van de 10 de zetel S/Z+1 • Lijst A = 91 000/5+1 = 15 166 • Lijst B = 54 000/2+1 = 18 000 • Lijst C = 32 000/1+1 = 16 000 • Lijst D = 25 000/1+1 = 12 500
Uiteindelijke zetelverdeling volgens Hare quotum en grootste gemiddelde: • Liste A : 5 sièges 50% des sièges • Liste B : 3 sièges 30% des sièges • Liste C : 1 siège 10% des sièges • Liste D : 1 siège 10% des sièges
De delerreeks methode (méthode par diviseur) • Behaalde stemmen verdelen door …. • D'Hondt : 1, 2, 3, n • Sainte-Lägue : 1, 3, 5, 7, n • Imperiali : 2, 3, 4, 5, 6, n
Kiesdrempel • Maatregel die ingrijpt in de proportionele vertegenwoordiging ; doel: versplintering partijsysteem tegengaan • Vb: België 5% per provincie sinds 2003 (Groen! 2003), Turkije landelijke drempel van 10 %, Oostenrijk 4%
Welke kandidaten zijn verkozen? • Eenvoudig in meerderheidssysteem: winner takes it all • Complexer in evenredig systeem: • Gesloten lijst • Open lijst • Gemengd systeem - Wat als kandidaat onstlag neemt of overlijdt?
Gevolgen van het evenredig systeem • Betere proportionele vertegenwoordiging, des te meer naargelang de kiesomschrijving groter is (Nederland, 1 kieskring) • Meerpartijensysteem • Meestal coalitieregeringen
Disproportionnaliteitsindex in België : verkiezingen van 10 juni 2007
Toegekende voordelen • Rechtvaardiger dan meerderheidssysteem. Geeft meer nuances en conflicten in de publieke opinie weer. • Laat toe dat nieuwe ideeën vertegenwoordigd worden in het Parlement. • Verkozenen zijn niet de enige vertegenwoordiger van hun regio en hebben zo meer aandacht voor het algemeen belang. • De regering vertegenwoordigt meestal een meerderheid aan stemmen (bij meerderheidssysteem vaak enkel meerderheid aan zetels)
Toegekende nadelen • De kiezer weet niet voor welke regering hij stemt • Risico van versplintering van het partijlandschap • Band met de kiezers zou minder sterk zijn
Gemengde kiessystemen • Kiessystemen zijn niet neutraal. Ze hebben duidelijke gevolgen. Kiessystemen hervormen is dan vaak ook een heuse politieke strijd. • Sommige proberen aan de voor- en of nadelen van het ene of andere systeem tegemoet te komen door een gemengd systeem in te stellen. Voorbeelden: Duitsland (boek p 161) en Italie (1/4 van de zetels wordt toegewezen volgens het evenredigheidssysteem, en de rest via het meerderheidsysteem) .