1 / 35

Investeringsselectie

Investeringsselectie. Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow. Investeringsselectie.

hop
Télécharger la présentation

Investeringsselectie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow

  2. Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow Cashflow is het verschil tussen de uitgaande en binnenkomende kasstroom in een onderneming

  3. Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow Cashflow is het verschil tussen de uitgaande en binnenkomende kasstroom in een onderneming Winst = opbrengst – kosten Omdat afschrijving wel bij kosten is meegerekend (terwijl het geen uitgave is) moeten we deze afschrijvingen weer bij de winst optellen om de cashflow te bepalen

  4. Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow Cashflow is het verschil tussen de uitgaande en binnenkomende kasstroom in een onderneming Winst = opbrengst – kosten Omdat afschrijving wel bij kosten is meegerekend (terwijl het geen uitgave is) moeten we deze afschrijvingen weer bij de winst optellen om de cashflow te bepalen Cashflow ( kasstroom) = winst + afschrijvingen

  5. Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3 Jaar 1 2 3 Opbrengst Kosten Winst

  6. Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3 Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten Winst

  7. Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3 Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten € 750,- € 750,- € 750,- Winst afschrijvingskosten = 900 : 3 = 300,- per jaar overige kosten = 450,- + 750,-

  8. Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3 Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten€ 750,-€ 750,-€ 750,- Winst€ 100,- € 100,- € 100,-

  9. Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de cash flow in de jaren 1 t/m 3 Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten€ 750,-€ 750,-€ 750,- Winst € 100,- € 100,- € 100,- Cashflow

  10. Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de cash flow in de jaren 1 t/m 3 Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten€ 750,-€ 750,-€ 750,- Winst € 100,- € 100,- € 100,- Cashflow € 400,- € 400,- € 400,- Cashflow = winst + afschrijvingskosten 400 = 100 + 300

  11. Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de cash flow in de jaren 1 t/m 3 Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten€ 750,-€ 750,-€ 750,- Winst € 100,- € 100,- € 100,- Cashflow € 400,- € 400,- € 400,- Uitgaande kasstroom begin jaar 1 € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar

  12. Investeringsselectie De twee meest gebruikte selectiecriteria zijn : ·        Terugverdientijd(TVT) ·        Netto Contante waarde methode(NCW)

  13. Investeringsselectie Terugverdientijd (TVT) Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend

  14. Investeringsselectie Terugverdientijd (TVT) Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Dus na hoeveel tijd heb je de € 900,- terugverdiend

  15. Investeringsselectie Terugverdientijd (TVT) Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Dus na hoeveel tijd heb je de € 900,- terugverdiend Na 1 jaar 400 terugverdiend Na 2 jaar 400 + 400 = 800 terugverdiend In derde jaar nog terug te verdienen 100 (900 – 800) Er komt aan cashflow binnen 400 dus 100/400 = 0,25 jaar = 3 maanden De terugverdientijd in maanden is dus 2 jaar en 3 maanden

  16. Investeringsselectie De terugverdientijd wordt vaak gebruikt als middel om te beslissen wel/niet investeren

  17. Investeringsselectie De terugverdientijd wordt vaak gebruikt als middel om te beslissen wel/niet investeren Bijvoorbeeld de investering moet binnen 3 jaar zijn terugverdiend

  18. Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud

  19. Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing

  20. Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing het maakt natuurlijk wel uit of er na de 2 jaar en 3 maanden nog duizenden euro's binnen komen of niet. En dit blijft buiten beschouwing

  21. Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing 2. de verdeling van de cashflows binnen de terugverdientijd blijft buiten beschouwing

  22. Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing 2. de verdeling van de cashflows binnen de terugverdientijd blijft buiten beschouwing Stel er zijn twee investeringen met beiden een terugverdientijd van 3 jaar. Bij investering A komen de cashflows direct binnen en bij investering B helemaal aan het eind van de periode. Investering A is gunstiger: het geld komt eerder binnen (kun je tegen rente op de bank zetten/binnen is binnen)

  23. Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing 2. de verdeling van de cashflows binnen de terugverdientijd blijft buiten beschouwing Deze nadelen worden ondervangen bij de andere methode …

  24. Investeringsselectie Nettocontantewaarde methode Hierbij worden de cashflows contant gemaakt (ontdaan van interest)

  25. Investeringsselectie Nettocontantewaarde methode Hierbij worden de cashflows contant gemaakt (ontdaan van interest) … geldbedragen verder in de toekomst zijn minder waard …

  26. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Hierbij worden de cashflows contant gemaakt (ontdaan van interest) …deze methode houdt wel rekening met “hoe eerder ontvangen hoe beter”

  27. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest)

  28. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 cashflow eerste jaar contant maken (1 jaar interest)

  29. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 cashflow tweede jaar contant maken (2 jaar interest)

  30. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 Jaar 3 400 x 1,04-3 = 355,6 cashflow derde jaar contant maken (3 jaar interest)

  31. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 Jaar 3 400 x 1,04-3 = 355,6 1.110 – 900 = 210 contante waarde – investering = netto contante waarde

  32. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 Jaar 3 400 x 1,04-3 = 355,6 1.110 – 900 = 210 Positieve netto contante waarde (bij bijvoorbeeld 4%): de investering levert meer op dan 4%

  33. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Opmerking Bij jaarlijks gelijke cashflow kun je gebruiken : 400 x 1 -1,04-3 - 900 = 210 0,04

  34. Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Opmerking Of je maakt gebruik van de grafische rekenmachine: PV = 1.110 PV – investering = netto contante waarde

  35. Einde

More Related