1 / 17

Structuurveranderingen van stoffen

Structuurveranderingen van stoffen. Moleculen veranderen niet van samenstelling. Stoffen kunnen van structuur veranderen. Structuurveranderingen van stoffen waarbij de moleculen niet van samenstelling veranderen. Vb. ijs, water en waterdamp zijn opgebouwd uit waterdeeltjes.

kai-walsh
Télécharger la présentation

Structuurveranderingen van stoffen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Structuurveranderingen van stoffen Moleculen veranderen niet van samenstelling

  2. Stoffen kunnen van structuur veranderen Structuurveranderingen van stoffen waarbij de moleculen niet van samenstelling veranderen. Vb. ijs, water en waterdamp zijn opgebouwd uit waterdeeltjes. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel Structuurveranderingen van stoffen waarbij de moleculen wel van samenstelling veranderen = stofomzetting. Vb. hout verandert in as en gassen na verbranding.

  3. Aggregatietoestanden en deeltjesmodel • Vaste stoffen • Eigen vorm; • Eigen volume; •  Grote cohesiekrachten. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel • Vloeistoffen • Geen eigen vorm; • Eigen volume; •  Kleine cohesiekrachten. Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel • Gassen • Geen eigen vorm; • Geen eigen volume; •  Uiterst geringe cohesiekrachten. Cohesiekrachten: aantrekkingskrachten tussen gelijksoortige moleculen.

  4. Uitzetten en krimpen van stoffen • Vaste stoffen • Opwarming  uitzetten; • Afkoeling  inkrimpen. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel • Vloeistoffen • Opwarming  uitzetten; • Afkoeling  inkrimpen. Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel • Gassen • Opwarming  uitzetten; • Afkoeling  inkrimpen. Verklaring met deeltjesmodel

  5. Welke faseovergangen kunnen we onderscheiden? SMELTEN: vaste toestand  vloeibare toestand STOLLEN: vloeibare toestand  vaste toestand Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Uitzetten en krimpen VERDAMPEN: vloeibare toestand  gasvormige toestand CONDENSEREN: gasvormige toestand  vloeibare toestand Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel SUBLIMEREN: vaste toestand  gasvormige toestand DESUBLIMEREN: gasvormige toestand  vaste toestand

  6. Faseovergangen en deeltjesmodel • Faseovergangen  warmte-uitwisselingen: • Smelten, verdampen, sublimeren: opnemen van warmte uit de omgeving; • Stollen, condenseren, desublimeren: afgeven van warmte aan de omgeving. Structuurverandering stof Aggregatietoestand en deeltjesmodel Uitzetten en krimpen Faseovergangen Faseovergangen en deeltjesmodel

  7. Moleculen veranderen niet van samenstelling bij het smelten van ijs.

  8. Moleculen veranderen van samenstelling bij het verbranden van hout.

  9. Deeltjesmodel vloeistof Deeltjesmodel vaste stof Deeltjesmodel gas

  10. Uitzettingsvoeg tussen spoorstaven om de uitzetting en inkrimping op te vangen tijdens de seizoenen. Uitzettingsvoeg op een brug om de uitzetting en inkrimping op te vangen tijdens de seizoenen. Zware blokken spannen de draden van de bovenleiding van treinen op bij uitzetting en inkrimping.

  11. Kwik zet uit bij temperatuursstijging en krimpt in bij temperatuursverlaging. (koortsthermometer) Alcohol zet uit bij temperatuursstijging en krimpt in bij temperatuursverlaging. (alcoholthermometer)

  12. Opgeblazen ballon bij kamertemperatuur Opgeblazen ballon even in de diepvriezer

  13. Schematische voorstelling van uitzetting en inkrimping van een vloeistof • Opwarming van stoffen  moleculen nemen energie op  moleculen gaan verder uit elkaar. • Afkoeling van stoffen  moleculen geven energie af  moleculen gaan naar elkaar toe.

  14. Bij voldoende afkoeling wordt water ijs. (stollen) Kaarsvet wordt vloeibaar. (smelten) • Smelten: volumevermeerdering van de stof. • Stollen: volumevermindering van de stof. • Water = uitzondering: • - smelten: volumevermindering; • - stollen: volumevermeerdering.

  15. Waterdamp boven hete drank (verdampen) Waterdamp koelt af op koude ruit tot waterdruppels. (condenseren) • Verdampingsnelheid neemt toe bij: • Temperatuursstijging; • Vergroting van het vloeistofoppervlak; • Luchtstroming boven het vloeistofoppervlak.

  16. Waterdamp uit de lucht wordt ijs zonder de vloeistoffase. (desublimeren) Dijoodkorrels worden paarse dijooddamp. (sublimeren)

  17. Faseovergangen volgens het deeltjesmodel (schematisch)

More Related