1 / 31

Opgeblazen ego’s in behandeling Prof. Wim Slot

Opgeblazen ego’s in behandeling Prof. Wim Slot. ACK-Symposium Korte lontjes en opgeblazen ego’s Amsterdam 27 februari 2007. Wat gebeurt hier?. Zelfwaardering is iets anders dan narcisme.

kawena
Télécharger la présentation

Opgeblazen ego’s in behandeling Prof. Wim Slot

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Opgeblazen ego’s in behandelingProf. Wim Slot ACK-Symposium Korte lontjes en opgeblazen ego’s Amsterdam 27 februari 2007

  2. Wat gebeurt hier?

  3. Zelfwaardering is iets anders dan narcisme

  4. Zelfwaardering: mate waarin iemand zichzelf als een waardevol persoon in relatie tot anderen beschouwt (Harter)

  5. Narcisme: het overdrijven van je talenten en je prestaties, het vragen van aandacht, bewondering en een speciale behandeling. Narcisten zijn weinig empatisch, gebruiken anderen en vragen zich -merkwaardig genoeg - voortdurend af wat anderen van hen denken. (Thomaes)

  6. Thomaes (2007) hoge zelf-waardering agressie lage zelf-waardering laag hoog narcisme 163 SCHOLIEREN (54% JONGENS) 10 - 13 JAAR

  7. Thomaes (2007) GEEN SCHAAMTE SCHAAMTE hoge zelf-waardering agressie lage zelf-waardering laag hoog laag hoog narcisme 163 SCHOLIEREN (54% JONGENS) 10 - 13 JAAR

  8. Implicaties voor behandeling • Differentiëren tussen zelfwaardering en narcisme • Doelen formuleren die adequaat zelfwaarde-gevoel bevorderen • Bejegening, feedback en instructie richten op deze doelen

  9. Differentiëren tussen zelfwaardering en narcisme • In veel gezinnen en behandelingssettings ontbreekt positieve feedback • Behandelaars proberen dat om te buigen om zelfwaardering bij het kind te vergroten • Maar, niet iedere positieve feedback is goed.

  10. Infantiliserende feedback: “High how are you today?” “I like your tie” “How are we all feeling today?” Infantiliserende feedback leidt niet tot grotere zelfwaardering en werkt averechts bij ‘opgeblazen ego’s

  11. Ongedifferentieerde feedback, op de kaart staat niets om trots op te zijn. Kaart van: Marjanverdiende privileges: spelcomputer, buitenshuis Punten verdiend voor: par punten kwijtgeraakt door: par 500 Opgestaan W 500 Ontbijttaak H 1000 Naar school H 1000 Middagtaak W 1000 tafelgesprek W 500 kamer netjes W 500 kaart bijgehouden M 5000Totaal verdiend Totaal kwijt

  12. Beter: Gedifferentieerde feedback Kaart van: Marjanverdiende privileges: spelcomputer, buitenshuis Punten verdiend voor: par punten kwijtgeraakt door: par • 500 Opgestaan W 500 kamer niet op slot H • 500 Ontbijttaak snel klaar H 500 laat thuis zonder melden W • 500 Naar school H • Belangrijke dingen • gezegd over school W • 1000 Thea geholpen bij taak W • 500 kamer netjes W • 1000 ruzie met P goedgemaakt M 5000Totaal verdiend 1000 Totaal kwijt

  13. Formuleer doelen die zelfwaardering bevorderen en die niet leiden tot versterking van narcistische gevoelens • Ontwikkelingsgericht • Toegespitst op ontwikkelingstaken die op dat moment actueel zijn • Volgens het Vygotsky: in het gebied van de proximale ontwikkeling. ".

  14. Ontwikkelingsgericht: kijk of kind voldoende voldoende vaardigheden heeft om ontwikkelingstaken te vervullen ontwikkelingstaken vaardigheden

  15. kinderen Cicchetti & Lynch, 1995 ontwikkelingstaken: vaardigheden: (voorbeelden)

  16. AdolescentenSlot & Spanjaard (2000) ontwikkelingstaken: vaardigheden: (voorbeelden)

  17. veerkracht • Zelfvertrouwen • Positief temperament • IQ • Goed Uiterlijk

  18. Vygotskys gebied van de proximale ontwikkeling: doelen, instructie en feedback hebben betrekking op ontwikkelingen waar het kind ‘net’ aan toe is. Met enige inspanning haalbaar, maar niet te makkelijk te makkelijk te moeilijk

  19. Zowel doelen die te makkelijk zijn als te moeilijke doelen kunnen tot schaamte (en dus ook agressie) leiden. Zeker bij Narcissus. te makkelijk te moeilijk

  20. Ga op zoek naar de taken en vaardigheden waar veranderingen kunnen / zullen plaatsvinden die voor het kind van belang zijn te makkelijk te moeilijk

  21. ontwikkelingstaken: vaardigheden: (voorbeelden)

  22. Schaamte en agressie • Agressief gedrag dat de jeugdige geen enkel voordeel lijkt op te leveren: vaak wordt het schaamte element over het hoofd gezien.

  23. Schaamte en agressie in groepen • Behandelingsvormen in groepen bevatten (onbedoeld?) elementen die schaamte opwekken • Verwijzingen naar ongemakkelijke bijverschijnselen van rijping • Verwijzingen naar iemands afkomst • Vernederende instructies • Geen (eervolle) uitweg bieden uit ongemakkelijke of conflictueuze situaties. • Als jongeren toegeven of inbinden: suggereren dat ze dat doen omdat het van ‘de leiding’ moet

  24. Interventies bij agressieve incidenten in groepen* • Benadrukken van controle en zelfwaarde, voorkomen van schaamte • Controle: “jij bepaalt wat er nu gaat gebeuren” • Zelfwaarde: “Ik snap dat je boos bent. Dat respecteer ik” • Voorkomen van schaamte door ‘toeschouwers’ weg te sturen, of door getuigen van het incident naderhand in te praten, of als de jeugdige die agressief was terugkomt in de groep, de groep eerst voorbereiden en instrueren. *Slot & Spanjaard (2003)

  25. 3 kernzinnen* • “Jij kunt het” • “Jij bent belangrijk” • “Jij hebt goede ideeën” *: Chamberlain & Bank

  26. Behandeling van ernstig antisociaal gedrag. Voorbeeld: Functional Family Therapy (FFT)

  27. Functional Family TherapySexton& Alexander 2003 Ouders en kinderen leren: • Nieuwe betekenis geven aan: conflicten, intenties, emoties en handelingen • Vaardigheden leren om risico’s te verminderen en protectieve factoren te mobiliseren • Vaardigheden om probleemsituaties het hoofd te bieden • Het toepassen van deze vaardigheden in andere situaties en op latere tijdstippen • Weten wat te doen tijdens terugval • Gebruikmaken van netwerk en steun in de buurt

  28. FFT hanteert een fasering maak probleemgedrag van het kind tot een onderwerp dat het gezin aangaat. (family issue)

  29. Wat gebeurt hier?

More Related