H2 Echt klassiek

1. H2 Echt klassiek Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr

2. Kenmerken (blz 40) • De ontwikkeling van filosofie en wetenschap en het nadenken over de rol van de burger in de samenleving (2.1) • Klassieke vormen in beeldende kunst en architectuur (2.2) • De groei van het Romeinse Rijk, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde (2.3) • Het contact tussen de Grieks- Romeinse cultuur en de Germanen van Noord-West Europa (2.4) • De ontwikkeling van de eerste monotheïstische godsdiensten; jodendom en christendom (2.5)

3. Invloed Grieken en Romeinen op onze cultuur

4. Griekenland was niet één centraal geregeerd rijk maar bestond uit verschillende stadstaten (poleis); zelfstandige staten bestaand uit een stad met het omliggende gebied. Alle stadstaten hadden een eigen leger, eigen munten en werden op verschillende manieren bestuurd

5. 2.1 Wijsheid en waanzin, politiek en psychologie kenmerk: De ontwikkeling van filosofie en wetenschap en het nadenken over de rol van de burger in de samenleving Athene was de grootste stadsstaat met ongeveer 250.000 inwoners

6. Aanvankelijk was Athene een monarchie maar door economische groei ontstond een nieuwe klasse die zich een wapenrusting kon veroorloven en dus mee kon helpen bij de verdediging van de polis→ kregen invloed in bestuur hopliet Ook gewone mannen waren nodig in het leger→ roeier op Atheense vloot→ ook inspraak Daarmee was Athene een democratie geworden, als enige stadsstaat

7. De Atheense democratie

8. Hoe democratisch was Athene? Directe democratie→ belangrijke besluiten werden genomen door alle mannen met burgerrecht Hoeveel procent van de inwoners van Athene mocht stemmen? aantallen mensen enfants=kinderenfemmes de citoyens= vrouwen van burgerscitoyens=burgersmétèques=vreemdelingenesclaves=slaven

9. De tegenpool; Sparta In Sparta draaide alles om het leger Spartiaten, zwaar bewapende soldaten, vormden de bovenlaag. Zij waren burgers met alle rechten Ze werden onderhouden door heloten, de bevolking van onderworpen gebieden Sparta had een mengvorm van monarchie (twee koningen), oligarchie (raad van ouden) en een democratie

10. Peloponnesische oorlog(431-404 v Chr) Strijd tussen Sparta en Athene; wie is het machtigst? Sparta won oorlog→ verving democratie in Athene door een oligarchie (regering van Dertig)→ zo gehaat dat ze in 403 werden verdreven en de democratie weer werd hersteld

11. Filosofie Door al die verschillende staatsvormen werd er door filosofen veel gediscussieerd over politiek en burgerschap met name in Athene Er waren verschillende stromingen. Een groep die veel invloed had waren de sofisten Bekijk het filmpje; wat is een sofist? Hoe zag volgens Plato de ideale staat eruit?

12. Sofisten • Zij hielden zich bezig met methoden om anderen te overtuigen • Zij vonden dat de absolute waarheid niet bestond • Sofisten gaven les in debatteren en het houden van redevoeringen • Onder de sofisten waren voor en tegenstanders van de democratie

13. Tegenstanders Sofisten Socrates had grote kritiek op sofisten→ wilde door discussie de absolute waarheid vinden In 399 v Chr beschuldigd van goddeloosheid en slecht invloed op de jeugd→ ter dood veroordeeld Socrates: 'ik weet slechts een ding en dat is dat ik niets weet'

14. De geboorte van de wetenschap • Ziekten werden lang toegeschreven aan de goden. • Offers aan Asklepios, de god van de geneeskunde, moesten genezing brengen. • Met Hippokrates (ca. 460-380 v.Chr) begint de medische wetenschap. • Deze zoekt naar natuurlijke verklaringen.

15. Kenmerk De ontwikkeling van filosofie en wetenschap en het nadenken over de rol van de burger in de samenleving