230 likes | 342 Vues
Boventoonzang. samenwerkende formanten. Samenwerkende formanten: Boventoonzang. F2. F3. Amplitude. 0 1000 2000 3000 4000 5000. Frequentie (Hz). Boventoonzang (techniek 2). F2+F3. Amplitude.
E N D
Samenwerkende formanten: Boventoonzang F2 F3 Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
Boventoonzang (techniek 2) F2+F3 Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
Toevoeging van nasaliteit Bij nasaal zingen doet de neusholtemee. Dat heeft akoestisch eendempend effect, een anti-resonantie. Nasale antiformant F1 Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
Boventoonzang (techniek 1) Nasale antiformant F1 Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
Gemodelleerde omhullende met antiresonantie(ARMA analyse met 1 nulpunt)
Gemodelleerde omhullende spectra(akoestische theorie van spraakproductie voldoet)
Boventoonzang en articulatie • Boventoon ~ 4 tot 10 • Articulatie van ‘o’ naar ‘aa’ (mondopening) • Boventoon ~ 8 tot 20 • Articulatie van ‘o’ naar ‘ie’ (tongpositie) Plus zeer krachtige stembandsluiting
Boventoontechnieken en toonhoogte 12e boventoon 8e boventoon 4e boventoon Westers
Hoe springt de boventoon eruit Zwak Sterk
Boventonenreeks en muzieknoten Specifieke intervallen
Luisterproef • Klinkers en boventonen in één luisterexperiment • Luisteraars beoordelen klanken op semantische 5-punts schalen • scherp – dof • donker – licht • etc. • Uit resultaten kan een perceptieve klankenruimte gecontrueerd worden
Klankruimte met klinkers en boventonen boventonen 4-17 klinkerdriehoek