40 likes | 148 Vues
This guide explores the future tense in English, focusing on the structures "going to" and "shall/will." We explain how to use "going to" for plans and predictions, with examples such as "I am going to work" and its interrogative and negative forms. We also cover "shall/will" for definite future events, illustrating with sentences like "They will come tomorrow." Additionally, we highlight the specific use of "shall" in questions for "I" and "we." Practice exercises included to enhance comprehension.
E N D
Toekomende tijd 1. To begoing to + hele werkwoord2. Shall of will + hele werkwoord1. to begoing to + hele werkwoord (= gaan)Gewone zin; Iamgoing to work.Vraagzin; AmIgoingtowork?Ontkenning; Iamnotgoing to work.(Je gebruikt to begoing to om aan te geven;• Wat je van plan bent. • Wat vast wel gaat gebeuren, voorspellingen.)
Toekomende tijd 2. shall/will + hele werkwoord(= zullen)Gewone zin; Theywillcometomorrow.Vraagzin; Willtheycometomorrow?Ontkenning; Theywillnotcometomorrow.(Je gebruikt shall/will als het zeker is dat er iets in de toekomst gaat gebeuren.)
Toekomende tijd Shallmoet worden gebruikt in vraagzinnen bij ‘I’ en ‘We’ in plaats van will.ShallIask her to comewith me next Friday?Shallwe go that party this weekend?
Oefening Vertaal de zinnen in het Engels en gebruik de juiste vorm van de toekomst.1. Ze gaan volgend jaar op vakantie.2. Ik zal de deur eerst dicht doen.3. Zullen we morgen naar de bios gaan?4. Hij gaat een verrassingsfeest geven. 5. Ik zal er met hen over praten.