1 / 17

Taalontwikkelingsstoornissen

Taalontwikkelingsstoornissen. Kinderen verwerven de bekwaamheid tot spreken en begrijpen van spraak in hun eerste 3 levensjaren Dit gaat schijnbaar moeiteloos en zonder systematische instructie Eerste levensjaar: Kirren van klanken Repetitieve productie van lettergrepen zoals mama, dada

kishi
Télécharger la présentation

Taalontwikkelingsstoornissen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Taalontwikkelingsstoornissen • Kinderen verwerven de bekwaamheid tot spreken en begrijpen van spraak in hun eerste 3 levensjaren • Dit gaat schijnbaar moeiteloos en zonder systematische instructie • Eerste levensjaar: • Kirren van klanken • Repetitieve productie van lettergrepen zoals mama, dada • Betekenisvolle woorden • Tweede levensjaar: • Aanvankelijk trage verwerving van de woordenschat • Later 2-woordzinnen • Derde levensjaar: • Sterke uitbreiding van de woordenschat • Zinnen

  2. TOS: subtypering • Vaak beschouwd als 1 categorie • Meeste taaltesten focussen op taal op woordniveau en geven geen resultaten voor zins- of conversatieniveau of voor pragmatiek • Geen unanimiteit m.b.t. classificatie • Factoranalyse geeft toch minimaal een onderscheid tussen receptieve en expressieve syndromen • Stoornissen bij kinderen kunnen grosso modo worden ingedeeld in 3 groepen

  3. Pragmatiek Omvat 3 communicatievaardigheden • Taalgebruik voor verschillende doeleinden • Aanpassen van de taal aan de noden of verwachtingen van de luisteraar of de situatie • Regels volgen voor conversaties en vertellingen • Beurt nemen • Bij het topic blijven • Herformuleren wanneer men je niet begrijpt • ….. (nonverbaal) • Afstand • Gezichtsuitdrukking • Oogcontact • ….

  4. TOS bij kinderen:receptief/expressieve syndromen • Puur receptieve stoornissen bestaan niet bij kinderen • Meest ernstige stoornis is verbaal-auditieve agnosie: de onbekwaamheid om spraak op fonologisch niveau te analyseren • Receptief/expressief fonologisch/syntactisch deficit syndroom: • Begrijpen beter dan productie • Kost, niet-grammaticaal, gestoorde fonologie, beperkte woordenschat

  5. TOS bij kinderen:Expressieve syndromen • Verbale dyspraxie: weinig spraak, zeer moeizaam, gestoorde fonologie ! Niet te verwarren met dysarthrie, sensori-motorische stoornis in de spraakproductie • Speech programming deficit syndrome: vloeiend maar met jargon

  6. TOS bij kinderen:‘hogere orde stoornissen’ • Semantisch-pragmatische stoornis: problemen met • Woordvinding • Begrijpen van een samenhangend verhaal • Conversatievaardigheden • Volhouden van een topic • To the point antwoorden • Lexicaal deficit stoornis • Woordvindingsproblemen • Problemen met begrijpen van een samenhangend verhaal • Spontane taal beter dan taal op vraag • Jargon • Eenvoudige syntaxis

  7. Landau-Kleffner syndroom • Verlies van expressieve en receptieve taalvaardigheden treedt op over een periode van maximum 6 maanden • Taalontwikkeling was voordien normaal • Paroxysmale EEG-afwijkingen worden zichtbaar binnen een tijdsduur van 2 jaar voor tot 2 jaar na het aanvankelijk taalverlies • Gehoor is normaal • Niet-verbale intelligentie blijft in de normale range • Geen andere neurologische conditie kan worden gediagnostiseerd dan deze die impliciet zijn aan de EEG-afwijkingen of epileptische aanvallen • Beantwoordt niet aan de criteria voor POS

  8. DSM-IV • Expressieve TS • Gemengd receptief-expressieve TS • Fonologische stoornis • Stotteren • Communicatiestoornis NAO

  9. ICD-10 • Specifieke spraak articulatiestoornis • Expressieve taalstoornis • Receptieve taalstoornis • Verworven afasie met epilepsie (Landau-Kleffner)

  10. Model van Rourke • Groeide uit studies over subtypes, in te delen in 3 groepen: • Discrepanties tussen VIQ en PIQ • Profielen van schoolvorderingstesten • Verschillen in spellingsfouten • Conclusies • Leerproblemen ≠ homogene groep • VIQ < PIQ: L-hemisfeer disfunctie PIQ < VIQ: R-hemisfeer disfunctie

  11. Model van Rourke • Profiel op schoolvorderingen: 3 groepen: • Zwak voor lezen, spellen, rekenen • Zwak voor rekenen, zeer zwak voor spellen en lezen • Zwak voor rekenen, vrij goed voor spellen en lezen • 2e groep: wijst op L-H disfunctie 3e groep: wijst op R-H disfunctie • 2e groep: vooral fonologisch inaccurate spelllingsfouten 3e groep: vooral fonologisch accurate spellingsfouten • Ontwikkelingsdimensie bij diverse groepen

  12. NLD: deficiënties (Rourke, 1995) • Primair neuropsychologisch • Tactiel-perceptuele problemen • Visuele perceptie problemen • Psychomotorische problemen • Problemen met de verwerking van complexe en nieuwe stimuli • Secundair neuropsychologisch • Weinig aandacht voor tactiel-visuele stimuli • Weinig exploratiedrang • Tertiair neuropsychologisch • Zwak geheugen voor niet-verbaal materiaal • Weinig problem solving, geen begrijpen van oorzaak-gevolg

  13. NLD: deficiënties (Rourke, 1995) • Verbaal • Gestoorde pragmatiek • Gestoorde prosodie • Lichte articulatieproblemen • Taal is enige middel voor sociale interactie, informatieverzameling • Schools • Grafomotorische problemen • Soms leesproblemen in het begin • Moeizaam begrijpend lezen • Grote problemen met wiskunde en rekenen • Moeilijkheden met wetenschappen

  14. NLD: deficiënties (Rourke, 1995) • Sociaal • moeilijk aanpassen aan nieuwe situaties • beperkte sociale vaardigheden • emotionele problemen • hyperactief op jonge leeftijd

  15. Ontwikkelings- en intelligentietesten • BSID-II 1 - 42 m • BOS 2-30 2 - 30 m • Merrill-Palmer 18 - 71m • Leiter IPS 2-18 j • (Kleuter)SON-R 2j6m - 8j6m • WPPSI 4j - 6j6m • WPPSI-R 3j - 7j3m • LDT 4j - 8j • RAKIT 4j2m - 11j2m • SON-R 5j6m - 17j • WISC-R 6j - 16j11m • WAIS 15 - 54j

  16. Ontwikkelings- en intelligentietesting • Test-hertest interval: bij voorkeur 1 jaar • Vooral PIQ en TIQ zijn zeer gevoelig voor te snelle hertesting • IQ is een redelijk stabiele maat, zeker vanaf de leeftijd van 5 jaar • Hertesten binnen 3 jaar is zinvol wanneer er een concrete aanleiding toe is of bij volgende groepen: • Kinderen met mentale retardatie • Kinderen met gedragsproblemen • Jonge kinderen • IQ is niet meer 100X (ML/CL), maar een deviatiescoreschaal met M=100 en SD meestal 15 • IQ stijging bedraagt minstens .25 punten per jaar • Geen correlatie tussen WISC-profiel en diagnose

  17. Invloeden op prestatie • Landurige en algemene kenmerken van het individu, vb. bekwaamheid om instructies te begrijpen • Langdurige maar specifieke kenmerken van het individu, vb. vaardigheden en kennis m.b.t. specifieke items • Tijdelijke maar algemene kenmerken van het individu, vb. gezondheid, motivatie • Tijdelijke en specifieke kenmerken van het individu, vb. fluctuaties van het geheugen • Andere factoren, vb. interactie met de proefleider • Toeval, vb. gokken

More Related