1 / 60

Leergang omgangskunde in praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs

Leergang omgangskunde in praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs . Module taal Bijeenkomst 2: TVO en directe instructiemodel. Programma bijeenkomst 2. Terugkomen op huiswerkopdrachten Thema voor vandaag: taalgericht vakonderwijs (TVO) Waarom TVO?

leland
Télécharger la présentation

Leergang omgangskunde in praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Leergang omgangskunde in praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs Module taal Bijeenkomst 2: TVO en directe instructiemodel

  2. Programma bijeenkomst 2 • Terugkomen op huiswerkopdrachten • Thema voor vandaag: taalgericht vakonderwijs (TVO) • Waarom TVO? • Pijlers van TVO: context, taalsteun, interactie • De TVO-pijlers geïllustreerd • Het directe instructiemodel • Het IOP voor leerlingen • Opdrachten

  3. Taalgericht vakonderwijs

  4. Taalgericht vakonderwijs (TVO)Wat is het? Talige drempels verlagen of slechten, zodat leerlingen: • Het vak kunnen begrijpen • De kennis van het vak tot zich kunnen nemen • De kennis kunnen verwerken

  5. Waarom TVO? • Processen binnen vaklessen: neerwaartse spiraal? • Ze kunnen niet lezen > minder laten lezen, simpeler teksten • Ze kunnen moeizaam spreken en schrijven > minder laten spreken en schrijven • Ze kunnen geen verbanden leggen > terugvallen op feitenkennis • Groepswerk is lastig: klassikale uitleg • Ordeproblemen, demotivatie

  6. Voorbeeld: wat zijn enzymen? Antwoorden: • Stoffen die scheikundige versnellen zonder daarbij zelf verbruikt te worden. • Scheikundige prosessen die versnellen zonder daarbij zelf verbruikt te worden. • Die zitten in het speeksel en in sommige sappen ze nemen zetmeel, eiwitten, koolhydraten en vetten op. kleine bacteriën. • Scheikunde stoffen die processen versnellen zonder daar bij te verbruiken.

  7. Schoolboekteksten (algemeen) • Talig • Vaak hoge informatiedichtheid • Gaat uit van algemene kennis van de wereld • Vaktermen • Gaat uit van behaalde basisvaardigheden (doelen basisonderwijs)

  8. Opwaartse spiraal • Uitgaan van inhoudelijke interesse • Hoge verwachtingen • Zorgen voor begrijpelijk taalaanbod, gelegenheid tot praten en schrijven (leren in interactie) en feedback op vorm en inhoud • In wezen: hernieuwde aandacht voor de rol van taal bij leren

  9. Taalgericht vakonderwijs • Taal, leren en denken zijn niet los van elkaar te zien. • Ook bij exacte vakken speelt taal een belangrijke rol, bv. instructietaal en vaktaal. • Bij taalgericht vakonderwijs worden vak- en taaldoelen simultaan ontwikkeld met behulp van: context, interactie en taalsteun.

  10. Hoe ‘doe’ je TVO? • ‘Gewoon’ goed lesgeven  basaal • Bewust van leervormen  variëren • Activerende didactiek leerlingen actief bezig • Taalsteun geven leerlingen over talige drempels helpen

  11. De pijlers van TVO INTERACTIE Pratend en schrijvend leren TAALSTEUN Hulp bij begrijpen en produceren van (vak-) taal. Feedback op je taalgebruik CONTEXT Leren vanuit voorkennis, met alle zintuigen, vol aanknopingspunten

  12. Context De schoolwereld in de eigen wereld plaatsen en waarborgen dat er een basis is waarop de nieuwe kennis kan landen

  13. Voorbeeld 1 van context bieden • Maak een woordweb waarbij je per deelfacet vragen stelt aan iedereen en antwoorden gerubriceerd in het web op het bord schrijft.

  14. Voorbeeld 2 van context bieden Noem het thema en laat leerlingen bij de start kolom 1, na de intro kolom 2 en afsluitend kolom 3 invullen.

  15. Voorbeeld 3 van context bieden Maak het thema zichtbaar en/of tastbaar door een voorwerp mee te nemen, illustraties te tonen, een tekening te maken etc..

  16. Context concreet Opdracht in duo’s: • Bekijk het document ‘TVO en tips voor context, interactie en taalsteun’. • Neem een les/thema (van deze week) in gedachten en bedenk concrete uitwerkingen van context scheppen m.b.v. een of meerdere tips. • Presenteer aan een ander duo jullie uitwerkingen en vice versa.

  17. Taalsteun Leerlingen concrete handvatten geven om taal te begrijpen en te produceren waardoor ze (vak)kennis verwerven en verwerken

  18. Taalsteun, hoe? • Verkennend lezen toepassen • Schematische weergave maken, tijdbalk, diagram • Leerlingen laten navertellen • Synoniemen vragen • Laten schematiseren, analyseren, verbanden leggen* • Goede zinnen herhalen • Leerlingen verbeteren door te herformuleren

  19. Expliciete taaldoelen: algemeen • Geschiedenis: een verandering in de tijd beschrijven, met aandacht voor chronologische verbanden. • Aardrijkskunde: een procesverandering beschrijven (bijv. erosie), met aandacht voor oorzaak-gevolgrelaties. • Scheikunde: schriftelijk verslag doen van een uitgevoerde proef (proces…product). • Enz..

  20. Voorbeeld 1 van taalsteun Zeg én noteer op het bord de lesopzet met o.a.: • Het thema van de dag • Het doel van de les • De lesonderdelen • Bladzijden van het boek/de boeken

  21. Voorbeeld 2 van taalsteun Geef complexe verbale informatie (ook) schematisch weer

  22. Voorbeeld 3 van taalsteun Help leerlingen door een tekst door deze eerst verkennend te behandelen met vragen

  23. Taalsteun concreet Opdracht in duo’s: • Bekijk het document ‘TVO en tips voor context, interactie en taalsteun’. • Neem een les van deze week in gedachten of kijk in het lesboek van de leerling en bedenk concrete uitwerkingen van taalsteun m.b.v. een of meerdere tips. • Presenteer aan een ander duo jullie uitwerkingen en vice versa.

  24. Leerling Mede leerling Docent Interactie Wat is interactie?

  25. Piramide leerrendement: we leren… 10% van wat we lezen 20% van wat we horen 30% van wat we zien 50% van wat we zien en horen 70% van waar je over gediscussieerd hebt 80% van wat we persoonlijk ervaren hebben 95% van wat we uitleggen aan anderen Bron: David Sousa, How the brainlearns

  26. Voorbeeld 1 van interactie • Voer een ‘echt’ gesprek met leerlingen over de stof (geen vraag-antwoordgesprekje). • Stel procesvragen (hoe weet je dat, hoe heb je dat opgezocht etc.?).

  27. Voorbeeld 2 van interactie • Laat eerst leerlingen op vragen/antwoorden van elkaar reageren voordat jij zelf reageert. • Betrek leerlingen bij beoordelingen, laat ze zelf vragen bedenken etc..

  28. Voorbeeld 3 van interactie • Gebruik werkvormen als memory, denken-delen-uitwisselen e.d.. • Gebruik een afwisseling en opeenvolging in ‘iets erover lezen, de informatie in schema zetten, er een stukje over schrijven, er iets over presenteren etc.’.

  29. Interactie concreet Opdracht in duo’s: • Bekijk het document ‘TVO en tips voor context, interactie en taalsteun’. • Neem een les van deze week in gedachten en bedenk concrete uitwerkingen van interactie m.b.v. een of meerdere tips. • Presenteer aan een ander duo jullie uitwerkingen en viceversa.

  30. Interactief onderwijs in pro/lwoo

  31. Waarom interactief onderwijs in pro/lwoo? • Taalzwakke leerlingen kunnen actief meedoen met de les. • Leerlingen krijgen de kans de taal en het vak te ontwikkelen. • Leerlingen leren van elkaar: verschillen worden benut. • Leerlingen werken aan de ontwikkeling van hun mondelinge vaardigheden (zie PaPe en Referentieniveaus).

  32. Ervaringen en opdracht • Welke ervaringen hebben jullie met samenwerkend leren/interactieve werkvormen? • Placemat-opdracht (zie dia 39): Als een interactieve werkvorm helemaal goed gaat, wat zie je dan?

  33. Voorwaarden voor samenwerkend leren GIPS = gelijkheid in aandeel individuele verantwoordelijkheid positieve afhankelijkheid simultaan actief Fasen: • Nadenken (individueel) • Delen (in duo of groepje van 4) • Uitwisselen (in groepje van 4 of plenair)

  34. Complete instructie bij SL • Watga je doen? (blz., hoofdstuk, paragraaf ) • Hoe ga je het doen? (concreet leerlinggedrag) • Hoe langkrijg je ervoor? (in minuten) • Welke hulpmag je gebruiken? (woordenboek, internet, buurman) • Wat ga je doen als je klaarbent? (concreet, bv. opdracht 20) • Wat doen we met de opbrengst? (we kijken alles na/ik bespreek alleen de lastigste opdrachten/je geeft een presentatie)

  35. Denken - Delen - Uitwisselen • 1. De leerkracht geeft een • opdracht/stelt een vraag • 2. Individuele bedenktijd • 3. Overleg in tweetallen • 4. Klassikaal uitwisselen

  36. Om - de - beurt • 1. Vormen van tweetallen • 2. De leerkracht stelt een vraag met meerdere • antwoordmogelijkheden • 3. Tweetallen geven om de beurt een antwoord

  37. Rotonde • 1. De leerkracht geeft een opdracht • 2. Rotonde: om de beurt iets zeggen of schrijven • 3. Klassikale • uitwisseling

  38. Duo’s • 1. Individueel werken • 2. De helper controleert • 3.,4.,5. • De duo’s wisselen • van rol • 6. Nabespreking

  39. Waaier • Opdracht: antwoorden op kaarten schrijven • 2. Tweetallen vormen en • uitwisselen/opdracht • uitvoeren • 3. Nieuwe tweetallen • 4. Nabespreking

  40. Placemat 1. Placemat tekenen 2. Ieder schrijft bevindingen op in eigen vak 3. Discussie 4. Invullen van gemeenschappelijke rechthoek 5. Klassikale uitwisseling

  41. De TVO-pijlers geïllustreerd • Kijk naar het videofragment ‘Heeft een kwal botten?’. • Een groep kijkt aan de hand van de kijkwijzer context hoe deze docent aan context werkt. • Eengroep kijkt aan de hand van de kijkwijzer interactie hoe deze docent aan interactie werkt. • Een groep kijkt aan de hand van de kijkwijzer taalsteun hoe deze docent aan taalsteun werkt. • Noteer individueel op het vervolgblad de concrete observaties en tips. • Wissel de observaties en tips uit in je leerteam en kom tot een gezamenlijke lijst . • We bespreken vervolgens de tips plenair .

  42. Opdracht: hoe kan een taalgerichte les eruitzien? • Bekijk een aantal lesbrievenvan diverse vakken in tweetallen. Wat valt je op? Kijk specifiek naar • Taaldoel/vakdoel • Context • Interactie • Taalsteun

  43. Opdracht: hoe doe jij het nu? • Vul het zelfreflectieformulier ‘Kijkwijzer TVO p. 12-20’ in • Bespreek in je leerteam: • Wat doe je al? • Waar kun je dat aan zien? • Wat wil je nog graag leren? • Voorbeelden uitwisselen

  44. Het directe instructiemodel van Veenman

  45. zevenfasen • Terugblik • Ooriëntatie • Uitleg • Begeleide inoefening • Zelfstandige verwerking • Evaluatie • Terugblik en vooruitblik 1 - 7.....feedback

  46. 1. Terugblik • Bespreek het voorgaande werk • Haal de benodigde voorkennis op en vat deze samen • Actualiseer de voorkennis

  47. 2. Oriëntatie • Presenteer het onderwerp van de les • Relateer de les aan voorafgaande en komende lessen • Relateer de les aan betekenisvolle situaties • Bespreek het belang van de lesstof • Geef een lesoverzicht • Stel leerdoelen

  48. 3. Uitleg (1) • Onderwijs in kleine stappen • Gebruik heldere taal • Geef concrete voorbeelden • Laat leerlingen voorbeelden bedenken • Maak gebruik van materialen en stappenplannen • Dank hardop • Demonstreer

  49. 3. Uitleg (2) • Doe voor • Speel vragen van de leerlingen terug naar de groep • Ga na of leerlingen de stof begrijpen • Vermijd uitweidingen • Vergroot stapsgewijs de moeilijkheidsgraad • Geef een samenvatting aan het einde van de uitlegfase

  50. 4. Begeleide inoefening (1) • Laat de leerlingen onder uw begeleiding oefenen • Geef korte en duidelijke opdrachten • Stel veel vragen • Laat leerlingen aangeven hoe ze aan het antwoord gekomen zijn • Zorg ervoor dat alle leerlingen betrokken blijven

More Related