740 likes | 938 Vues
IDB HC3 en HC4. Enzymen en enzymkinetiek Michaelis Menten Inhibitie van enzymen Ivo Horn. Te bestuderen. Wilson and Walker, Principles and techniques of biochemistry and molecular biology : blz 581-588 Campbell and Farrell , 7 e editie: H6, 6.1-6.7 optioneel:
E N D
IDB HC3 en HC4 Enzymen en enzymkinetiek Michaelis Menten Inhibitie van enzymen Ivo Horn
Te bestuderen • Wilson and Walker, Principlesandtechniques of biochemistry andmolecularbiology: blz 581-588 • Campbell andFarrell, 7e editie: H6, 6.1-6.7 optioneel: • Campbell andReece, 9e editie: H8: 8.4
Biologische katalyse • Katalyse is de belangrijkste functie van eiwitten • Katalyse: versnellen/efficienter laten verlopen van een reactie • Biologische katalytische eiwitten: enzymen • Verhogen de snelheid 1020. niet-enzymen komen tot 104 • Er zijn enkele niet-eiwit katalytische biomoleculen: ribozymen. Dit zijn katalytische RNA’s
Biologische wasmiddelen • Bevatten enzymen • Unilever research • Hittebestendig maken van eiwitten! • Normale enzymen werken optimaal bij 37 graden Celsius
Een enzym betrokken bij ziekten • Het GTPase Ras is een enzym • Zet GTP in GDP om • Verandert daarbij van conformatie/vorm • De GTP –gebonden vorm is aktief en geeft signalen door in de cel • In bijvoorbeeld bepaalde tumoren is Ras gemuteerd en constant in de aktieveconformatie
Acetylcholine esterase (ACE) Bij Alzheimer: het enzym acetylcholine esterase wordt geremd waardoor afbraak van acetylcholine tegen wordt gegaan
Functies van eiwitten: • Enzymen: versnellen reacties • Structurele eiwitten: collageen (in bot) en keratine (in haar) • Opslag eiwitten: albumine (in bloed) en caseïne (in melk) • Transport eiwitten: Hb (O2 in bloed), albumine (bili in bloed) • Hormonale eiwitten: insuline, glucagon • Receptor eiwitten • Contractiele eiwitten in spierweefsel • Defensieve eiwitten: antilichamen
Indeling van enzymen: • Transferases (verplaatsengroepen op eiwitten) • Hydrolases (maken water vrij) • Ligases (“lijmen” DNA stukkenaanelkaar) • Kinases (fosforylereneiwitten) • GTPases (zetten GTP om in GDP) • Fosforylases (verwijderenfosfaatgroepen) • etc
geheugenfunctie • PKMζ is betrokken bij geheugenvorming • Muizen kregen saccharine toegediend • Misselijkheid werd opgewekt direct daarna • Reactie later op saccharine: misselijkheid (geheugen!) • Injectie ZIP in de cortex, geen misselijkheid. Remming enzym PKMζ
Voorbeeld groep 1 CH3CH2OH + NAD+ CH3CHO + NADH+ H+ ethanolethanal Alcoholdehydrogenase (alcohol:NADoxidoreductase) Nummer 1.1.1.1 (EC-rules) 1.Hoofdgroep 1.CH-OH is donor 1.NAD+ of NADP+ is acceptor 1.Eerst gevondenenzym in dezegroep Verwijdertprotonen en vormtdaardoorethanaluit ethanol
Overzicht • Katalytisch vermogen,specificiteit, regulatie • Introductie enzymkinetiek • Kinetiek van enzym-gekatalyseerde reacties • Enzyminhibitie • Ribozymen
Enzymen • Enzymen laten cellen beschikken over het vermogen om reacties zo snel te laten verlopen als nodig is voor de cel • Enzymen zijn de stoffen die gerelateerd zijn aan een metabolische functie
De DG waarde • Negatief: exergone reactie. Spontaan verlopende reactie; er komt energie vrij • Positief: endergone reactie. Reactie vraagt energie om te verlopen. Energetisch dus ongunstig • Nul: exergoon noch endergoon. Evenwicht situatie
De Gibbs vrije energie, DG • DG = Gproducten – G reactanten • DG is onafhankelijk van de gekozen route • DG zegt niets over de snelheid van de reactie • Indien negatief: dan kan de reactie plaats vinden. Dat wil niet zeggen dat het merkbaar of snel gebeurt!
Relatie tussen vrije energie en evenwichtsconstante K • DG = DG0 + RT ln K • K is quotiënt van de concentraties reactanten • K = [AB]/[A][B] • R is de gasconstante • DG0 is de standaard vrije energie (vaste waarde)
Allosterische enzymen • Binden een bepaald molecule • Veranderen dan van vorm • Kunnen nu efficiënt aan substraat binden • Hemoglobine kent een allosterisch effect door zuurstof binding
Co-factoren, co-enzymen en prostetische groep • Veel enzymen hebben andere verbindingen nodig • Zijn klein t.o.v. het eiwit • Anorganisch: Co-factor • Organisch: • Covalent: prostetische groep • Niet-covalent: co-enzym (vaak afgeleid van vitamines)
Prosthetische groepen en cofactoren: zijn nodig voor enzymatische activiteit
Katalytisch vermogen • Enzymenkunnenreactiesversnellen tot 1016 x zosnelalsniet-gekatalyseerdereacties! • Urease is eengoedvoorbeeld: • gekatalyseerd: 3x104/sec • Nietgekatalyseerd: 3x10-10/sec • Ratio is 1x1014 !
Specificiteit • Enzymenherkennenhunsubstraat (substraat-specificiteit) • Enzymenlevereneenopbrengst van meerdan 95% (reactiespecificiteit) • Specificiteitwordtbepaald door de unieke“fit”tussen het substraat en het enzym
Wat enzymen doen.... • Enzymenversnellenreacties door verlaging van de activeringsenergie • Enzymendoendit door de “transition state” van de reactiebetertebindendan het substraat
enzymreacties Foutje in tekstboek: DP is niet negatief, want wordt gevormd!
Enzymreacties k1 k2 E + S ES E + P k-1 E is enzym S is substraat ES is het complex van E en S P is product k zijn snelheidsconstantes K is (k-1 + k2) / k1
Verzadiging Bij kleine hoeveelheid enzym t.o.v. substraat Enzym op maximale snelheid Enzym kan niet sneller omzetten Verzadiging van het enzym
Reactiesnelheid is afhankelijk van de concentratie substraat
Michaelis - Menten Leonor Michaelis Maud Menten
Michaelis Menten kinetiek • De basis voor de meeste niet-allosterischeenzym-reacties • Ontwikkeld in 1913 • Karakteriseert enzym-activiteit in termen van snelheid en binding aan het substraat
Michaelis-Menten vergelijking Michaelis-Menten's theorie • Gaat uit van de vorming van een enzymsubstraatcomplex • ES is in een snel evenwicht met E en S • De reactie van ES naar E en P gaat langzaam
Eerste orde kinetiek: er is een lineair verband tussen enzymatische snelheid en substraat concentratie
snelheid vorming ES = k1.[E].[S] snelheid van afbraak van ES = (k-1+k2).[ES] a Km = [E].[S] = (k-1+k2)/k1 [ES] Km = Michaelis-Menten constante Michaelis-Menten mechanisme
Michaelis-Menten– vergelijking:Vmax.[S] v = ---------------- Km + [S]
De Vmax • Vmax is een“constante” • Vmaxis de theoretischmaximalesnelheid van de reactie • Vmaxvereistdatalleenzymmoleculenaan het substraatgebondenzijn • Vmaxwordtbenaderdals de substraatconcentratiehoog is
De steady state • Er is weinig enzym-substraat complex aanwezig • Complex vorming en afbraak zijn in evenwicht • Enzymen bereiken snel de steady state fase: zijn efficiënt in het katalyseren van de reactie
Het turnover getal Eenmaatvoor de katalytischeactiviteit • is het aantalsubstraatmoleculenomgezet in product per enzymmolecuul per sec, alshet enzym (E) is verzadigd met substraat. • k2 = kcat = Vmax/[Et] • kcatvarieert per enzym (minder dan1/sec tot velemiljoenen/sec
De Michaelisconstante Km • Km is eenconstantewaarbij de Vmax half-maximaal is • Km is afgeleid van de reactiesnelheid-constanten • KleineKm: sterke binding; hoge Km: zwakke binding
Lineaire Plot van Michaelis-Mentenvergelijking V0 = Vmax.[S]/(KM + [S]) Lineweaver-Burk: zet in reciproke vorm 1/V0 = (KM/Vmax).1/[S] + 1/Vmax Vergelijk met : y = a.x + b
Door de Michaelis Menten curve lineair te maken zijn Km en Vmax eenvoudig te bepalen Lineweaver-Burk-plot