1 / 30

Anatomie / fysiologie

Anatomie / fysiologie. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe. Taken circulatiestelsel. Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken gedeeld) zijn, opnemen via darmwand in bloed en transporteren naar weefsels voor bouw en energiestofwisseling oftewel (basaal)metabolisme

marvin
Télécharger la présentation

Anatomie / fysiologie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  2. Taken circulatiestelsel Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken gedeeld) zijn, opnemen via darmwand in bloed en transporteren naar weefsels voor bouw en energiestofwisseling oftewel (basaal)metabolisme afbraakstoffen opnemen en transporteren naar de nieren aanvoer van zuurstof(O2) naar cellen en afvoer van koolstofdioxide (CO2) warmtedistributie, warmte transport naar de huid opnemen van hormonen uit endocriene klieren en op de plaats van bestemming brengen transporteren van beschermende stoffen door het lichaam FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  3. Onderverdeling bloedvaten Bloedcirculatie arteriën (aorta => grote arteriën => kleine arteriën) arteriolen Capillairen (overgang arteriën naar venen) venulen venen (kleine venen => grote venen => vv. cavae) FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  4. Arteriën en venen Arteriën dik, stevig, elastisch, hogere druk (120 mm Hg) intima (elastisch) media (elastisch bindweefsel / spierweefsel) adventitia (buitenbekleding) alleen kleppen bij het hart Venen dun, kleppen, lage druk (25 mm Hg)terugstroom? Capillairnet zeer groot !!!!! 1 = tunica intima 2 = bindweefsel 3 = tunica media 4 = gladde spiervezels 5 = elastisch bindweefsel 6 = tunica adventitia 7 = klep FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  5. Van arterie naar vene FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  6. Bloeddruk • Systolische bloeddruk = bloeddruk tijdens de systole (samentrekking hart) • Diastolische bloeddruk – bloeddruk tijdens de ontspanningsfase of rustfase van het hart • Hypertensie = hoge bloeddruk • Hypotensie = lage bloeddruk FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  7. Soorten bloedvaten, bouw en functie (transport arteriën) Adventitia bevat bloed- en lymfevaatjes FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  8. Soorten bloedvaten, bouw en functie (distributie arteriën) vasoconstrictie en vasodilatatie door hormonen en vegetatief ZS • Autoregulatie functie • bepaalde organen: doorbloeding constant houden • bloedverdeling: metabole autoregulatie FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  9. Soorten bloedvaten, bouw en functie (uitwisseling) FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  10. Soorten bloedvaten, bouw en functie (capaciteitsvaten) FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  11. Transportmechanisme bij venen Bepaald door: kleppen, die terugstroom van het veneuze bloed voorkomen spierpomp arteriële pomp adempomp, inademing vergroot de thoraxholte, daardoor onderdruk hartpomp, door verplaatsing naar beneden, zuigwerking FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  12. Kleppen in venen Blokkering terug stroom FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  13. Spierpomp FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  14. Arteriële pomp FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  15. cm/sec 50 40 30 20 10 5 1 2 3 4 cm cm2 cm3 aorta grote arteriën kleine arteriën arteriol capillair venulen kleine venen grote venen vv cavae 2,6 0,8 0,3-0,06 0,002 0,009 0,0025 0,15-0,7 1,6 3,2 5,3 20 20 500 3500 2700 100 30 18 180 250 250 125 330 550 1550 900 250 volumeverdeling stroomsnelheid plaats in de circulatie doorsnede afzonderlijk vat gezamenlijke vlak van dwarsdoorsnede Van links naar rechts: 1 stroomsnelheid 2 doorsnede vat 3 totaal dwarsdoorsnede vaten 4 volumeverdeling 5 plaats FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  16. hart (diastole) 7% kleine arteriën en arteriolen 8% grote arteriën 7% capillairen 27% venen 64% kleine arteriën en arteriolen 47% capillairen 5% long 9% venen 7% arteriën 19% Volumeverdeling Weerstandsverdeling Volume en weerstand verdeling FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  17. Soorten vaatsystemen FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  18. Soorten vaatsystemen FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  19. Algemene werkingsprincipes van het vaatstelsel Bloed circuleert in een gesloten kringloop met het hart als centrale pomp FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  20. Algemene werkingsprincipes van het vaatstelsel De zuurstofbehoefte per orgaan wisselt bloedtoevoer wordt geregeld door vasoconstrictie en vasodilatatie Hoge druk, snelle stroming in slagaders Lage druk, trage stroming in de aders Denk aan lome gevoel na het eten van een corpulente maaltijd FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  21. Capillair Capillair (weefselbloedvat) => interstitium in de capillair langzaam stromend bloed totale dwarsdoorsnede capillair 7x groter arteriolen verbinding arteriën (slagaders) => venen (aders) Semi- of selectief permeabele wand Zorgt voor uitwisseling met de interstitiële ruimte FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  22. Uitwisseling stoffen – capillair interstitium Netto filtratiedruk oftewel netto druk t.b.v. uitwisseling stoffen bloeddruk - colloïd-osmotische waarde 35 mmHg - 25 mmHg = 10 mmHg (1,35 kPa) De mate van filtratie is bovendien afhankelijk van de waterdoorlaatbaarheid (selectieve permeabiliteit) van de capillairwand FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  23. Filtratie – resorptie capillairen 35 4,67 resorptie mmHg kPa 25 3,33 filtratie 2,0 15 uitwisselingsgebied bloeddruk C.O.D. FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  24. Uitwisseling stoffen C.O.D.=25 mm Hg C.O.D.= 25 mm Hg RR=15 mm Hg RR= 35 mm Hg COD = aanzuigkracht v.d. grote moleculen, dus eiwitten (albumine) Bloeddruk: verval van arterieel naar veneus Transport: capillair interstitium Transport: interstitium capillair FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  25. Uitwisseling met capillair Interstitium => Capillair (weefselbloedvat) Toevoer van de capillair => interstitium via filtratie en diffusie, onder invloed van de bloeddruk (hoger dan COD) Resorptie van interstitium naar capillair, op basis van osmose onder invloed van de COD (colloïd osmotische druk) als bloeddruk lager is. FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  26. Lymfe 90 % van de extracellulaire vloeistof wordt afgevoerd via het veneuze stelsel 10 % kan niet geresorbeerd worden door de COD en diffundeert naar de lymfevaten. Wand lymfecapillair is hoog permeabel. Per etmaal 3 - 4 liter via lymfe. Met name grootmoleculaire stoffen. Samenstelling lymfe is gelijk aan de weefselvloeistof en is helder van kleur. FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  27. Lymfevaten Lymfecapillairen gaan over in steeds grotere lymfevaten Bouw komt overeen met kleine venen inclusief kleppen Spierlaag trekt zich ritmisch samen (lymfepomp) Spier en arteriepomp Afvoer naar vv. subclavia FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  28. Lymfeknopen De lymfe stroomt alvorens terug te keren naar de bloedcirculatie door een aantal lymfeknopen (8 à 10) Filtering en fagocytose van corpus aliëna (bacteriën, fagocyten en cellen) Milt is de grootste lymfeorgaan Lymfeknopen en milt behoren tot het afweersysteem (MPS) en aanmaakplaats van leukocyten. Zijn dus gezwollen bij infectie FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  29. Milt De milt is het grootste lymfatisch orgaan Fagocytose Vorming van lymfocyten en plasmacellen Afbraak van erytrocyten ijzer terug naar beenmerg Bilirubine -> lever -> gal Kan bij inspanning als een spons knijpen (pijn in de zij) FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

  30. Lymfe- stelsel FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie

More Related