1 / 42

ABV

ABV. LES 1 Formuleren onderzoeksvraag. Doelstelling les 1. Via brainstorm en het elkaar vragen stellen over de stage komen de studenten tot een (persoonlijke) onderzoeksvraag. Deze onderzoeksvraag linkt aan de voormalige stage.

mimi
Télécharger la présentation

ABV

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. ABV LES 1 Formuleren onderzoeksvraag

  2. Doelstelling les 1 • Via brainstorm en het elkaar vragen stellen over de stage komen de studenten tot een (persoonlijke) onderzoeksvraag. • Deze onderzoeksvraag linkt aan de voormalige stage. • Aan het eind van deze les weet de student een onderzoeksvraag te formuleren.

  3. Maar voor de vraag…. • Heb je een probleem geconstateerd….

  4. Van onderwerp /probleem naar onderzoeksvraag OPDRACHT 1: • In groepjes brainstormen over problemen die je bent tegen gekomen op je stage. • Inventariseer de problemen en probeer ze zo duidelijk mogelijk te omschrijven. • Verken het probleem door middel van topische vragen (hoe, wat, waar waarom, welke), door vrij erover schrijven, of door het maken van een mindmap. Tips voor probleemstelling: • Wat is geconstateerd (feitelijk probleem)? • Wat is de aanleiding van deze situatie/probleem? • Wat is de (eventueel) wenselijke situatie?

  5. Probleem • Er zijn twee soorten problemen: • Gesloten problemen = logische oplossing Definitie: Gesloten problemen hebben doorgaans een éénduidig te bepalen oplossing die door logisch redeneren kan gevonden worden. • Open problemen = unieke oplossing Definitie: Open problemen vragen om een creatieve oplossing. Daarenboven is er nooit zekerheid of een gekozen oplossing ook de juiste zal zijn.

  6. Voorbeeld gesloten probleem • Stel je voor: • Je zit in een huis met vier muren, in elke muur zit een raam • Elk raam heeft uitzicht op het zuiden • Je kijkt naar buiten en ziet een beer lopen • Vraag: Welke kleur heeft de beer? (hier mag je even over nadenken)

  7. Logische oplossing Als alle ramen uitzicht hebben op het zuiden dan kan het huis niet anders staan dan op het puntje van de Noordpool Wat voor soort beer woont er op de Noordpool? Welke kleur heeft deze beer? Antwoord vraag: WIT

  8. Voorbeeld open probleem • Hoe zal ik mijn haar laten knippen? • Wat zal ik voor dat feest aantrekken? • Wat voor cadeau geef ik mijn vriend? • Wat voor tuinhek zal ik maken? • Hoe maak ik mijn website succesvol? • Hoe kom ik met mijn website boven in een zoekmachine? • Hoe kan een werkruimte optimaal door meer mensen benut worden? • Hoe vind ik passende woonruimte • Hoe vind ik een goede afstudeerstage

  9. Creatieve oplossing

  10. Inperken • Een onvolledige probleemstelling /vraagstelling geeft verkeerde oplossingen. • Dus de vraagstelling ingeperkt / duidelijker: • Werk in groepjes aan een van de volgende vragen: • Hoe vind ik passende woonruimte? • Hoe vind ik een goede afstudeerstage? • Hoe kan een werkplek optimaal door meer mensen benut worden? • Tip: denk aan uitgangspunten, eisen.

  11. Voorbeeld oplossing werkplek • Een werkplek voor vier computers • Een server • inklapbaar • verrijdbaar • afsluitbaar

  12. Probleemstructuur • Wat is het probleem? • Waarom is het een probleem en voor wie • Wat zijn de mogelijke oorzaken? • Wat zijn de mogelijke oplossingen? • Welke oplossing verdient de voorkeur? • Wat kan en moet er gedaan worden?

  13. Twee voorbeelden van probleemsituatie • A. http://www.1001filmpjes.nl/video/90ce0268229151c9bde1%20Filmpje%20Zoeken%20Sneeuw%20probleem.html • B. • http://nl.youtube.com/watch?v=dGCJ46vyR9o&feature=channel

  14. Opdracht 2 in werkgroep: • Analyseer de problemen van beide filmpjes • Welke probleemstellingen zijn uit de filmpjes af te leiden • Bedenk bij filmpje • A. een gesloten probleemstelling met onderzoeksvraag • B. een open probleemstelling met onderzoeksvraag

  15. “Creativiteit is hetzelfde zien als anderen, maar er iets anders bij denken” “Make everything as simple as possible, but not simpler” “If you always do what you always did, you always get what you always got” (Einstein)

  16. Onderzoek gaat over vragen stellen Om het juiste antwoord te vinden moet je eerst de juiste vraag stellen!!!!!

  17. Onderzoek Elk onderzoek gaat in het kort samengevat over het volgende: • Wat wil ik weten? Achtergrond + Vraag • Waarom wil ik dat weten? Doelstelling • Hoe kom ik dat te weten? Onderzoeksmethode Dat noemt men ook wel: de probleemstelling • Bij een probleemstelling hoort een onderzoeksvraag

  18. Onderzoeksvraag • Hoofdvraag = je onderzoeksvraag • Deelvragen = zijn hulpvragen om de belangrijkste vraag, je hoofdvraag, te kunnen beantwoorden

  19. The research processStep 1: Defining the questions Define the main-question Then define the sub-questions Tips! Use a mindmap to organize your questions Write down all the questions you can think of, even the stupid questions The answers of the sub-questions will eventually lead to the answers of the main-question

  20. Onderzoeksvraag voorbereiden Soorten vragen • Beschrijven (wat is het, hoe ziet dat eruit..?) • Vergelijken (wat of welke is beter…?) • Definiëren (tot welke categorie behoort …?) • Evalueren (wat zijn de (relevante)kenmerken en welke voor en nadelen van …?) • Verklaren (welke oorzaken, gevolgen redenen.?) • Ontwerpen (hoe moet of kan het…..?)

  21. Casus voorbeeld • http://www.fondsslachtofferhulp.nl/ (laatste filmpje) Als we deze casus analyseren zien we: • Waarneming als aanleiding tot probleem • Verklaringsvraag wordt gesteld (waarom staat de andere man zo dicht bij mij) • Een toetsende vraag wordt gesteld (goede of kwade bedoeling) • Ontwerpende vraag (wat moet ik in deze situatie doen)

  22. Criteria onderzoeksvraag • Neutraal geformuleerd (geen vooronderstellingen, beweringen, oordelen, stereotypen die subjectief en/of onbetrouwbaar) • Voor één uitleg vatbaar( door heldere formulering is maar een interpretatie mogelijk) • Uitvoerbaar(binnen het tijdsbestek van je afstudeerfase) • Onderzoekbaar (d.m.v. het verzamelen van literatuur en praktijkgegevens te operationaliseren) • Ingeperkt (niet te ruim, maar ook niet te krap geformuleerd) • Afgebakend:(helder welke zaken wel en niet bestudeerd worden) • Deelvragen vormen een precisering van de hoofdvraag (verschillende deelvragen overkoepelen de hoofdvraag) • Open( geen gesloten vraag die met ja of nee te beantwoorden is)

  23. Opdracht in werkgroep: Werk aan het criteria neutraal geformuleerd • Formuleer een onderzoeksvraag met een vooronderstelling (subjectief) • Formuleer een onderzoeksvraag vrij van een vooronderstelling (objectief)

  24. Iets….en iets scherper We willen iets met mobiel. Wat gebeurt er met mobiel? Stellen mobiele applicaties bijzondere usabilityeisen?

  25. Helder Probleemstelling • Tegenwoordig worden er veel mobiele applicaties ontwikkeld. • onderzoeken of deze applicaties bijzondere usability aspecten hebben. Onderzoeksvraag • wat zijn de verschillen tussen klassieke applicaties en mobiele applicaties m.b.t. usability? • zijn er aparte usability richtlijnen m.b.t. mobiele applicaties? Zo ja, welke? • hoe word de usability van mobiele applicaties getest?

  26. Een ander voorbeeld Hmmmm… something about co-creation Turn ‘something about’ into a question Identify a question that will keep you interested (for half a year)

  27. Slecht geformuleerde onderzoeksvraag What’s wrong with this question? And why? How can co-creation be used in product development?

  28. Goed geformuleerde onderzoeksvraag This one is better ! MKB How can SME’s benefit from co-creation when developing new game concepts for women?

  29. Onderzoeksvraag en deelvragen Iwaar wil ik antwoord op krijgen • Je vertaalt je probleemstelling in een onderzoeksvraag • Complexe onderzoeksvraag wordt opgedeeld in deelvragen • Vier of vijf deelvragen, heb je meer deelvragen, voeg ze samen tot een deelvraag. Indien ze elkaar overlappen, dan schrappen. • Verschillende soorten onderzoeksvragen: • Beschrijvend (wat is het, hoe ziet het eruit, wat doet het) • Vergelijkend(wat zijn de verschillen, overeenkomsten) • Definerend(wat is de aard,waarom is dat zo) • Waarderend, evaluerend, toetsend, beoordelend, adviserend (hoe goed werkt het, wat zijn de positieve, negatieve punten) • Verklarend (hoe komt dat) • Ontwerpend(hoe moet het zijn,wat kan er aan gedaan worden)

  30. Opdracht 4 • Het formuleren van de hoofdvraag en de deelvragen is een lastig karwei. Maar onthoud dat je gaandeweg altijd je vragen kunt veranderen of bijstellen! • Formuleer nu de onderzoeksvraag, gebaseerd op de probleemstelling uit je stage. • Wat is je hoofdvraag? • Welke deelvragen moet je stellen om je hoofdvraag te kunnen beantwoorden? • Wat voor soort vraag is het, beschrijvend, verklarend, definerend, waarderend, verklarend, ontwerpend?

  31. Onderzoeksvraag en deelvragen IIwaar wil ik antwoord op krijgen • Let bij het formuleren van je onderzoeksvraag op: • Sluit de onderzoeksvraag aan bij mijn kennisgebied? • Is de vraag goed afgebakend? • Past de vraag binnen het onderzoek wat ik wil gaan doen? • Is de vraag neutraal geformuleerd, dus geen stelling innemen? • Is de vraag niet te gesloten geformuleerd (in de vraagstelling ligt het antwoord al besloten)? • Is de vraag niet te open geformuleerd (is beantwoording wel haalbaar)? • Draagt de beantwoording van de deelvragen bij aan het beantwoorden van de hoofdvraag? • Is de vraag nog niet eerder beantwoord, dus een toevoeging voor het vakgebied

  32. Voorbeelden onderzoeksvraag • “Dankzij alle ontwikkelingen rond Web 2.0 lijkt User Generated Content de toekomst te zijn. Maar in hoeverre zijn users bereid om Web 2.0 wat UGC betreft daadwerkelijk tot een succes te maken?” • “Kunnen apparaten ons voorzien van oplossingen waar onze emotionele toestand behoefte aan heeft?” • “In hoeverre is gendermarketing op Internet essentieel in de verkoop van een product?” • “Is de ontwikkeling binnen affective computing wel iets wat we graag willen?” • “Ik ga op onderzoek naar de toepassingen van emotional design en experience branding in winkels, wat de effectiviteit ervan is. Ik ga op zoek naar de meerwaarde.”

  33. Voorbeelden onderzoeksvraag • “Welke recente ontwikkelingen op het gebied van actieve gaming bieden aanknopingspunten en/of oplossingen om overgewicht onder Nederlandse jongeren te bestrijden en welk product kan hiervoor worden verbeterd / ontwikkeld? • “Op welke manier dient een Visual Interface Designer bij het ontwikkelen van web apllicaties rekening te houden met daltonisme (kleurenblindheid)?” • “Hoe kan de ANWB met nieuwe media het carpoolen in het woon- en werkverkeer een nieuwe impuls geven?” • “Wat zijn de toepassingsmogelijkheden van RFID technologie voor Centerparcs / Disneyland?” • “Wat zijn effectieve methoden om social networks te visualiseren?” • “Welke methoden en technieken met betrekking tot gebruikersonderzoeken en/of design patterns zijn van belang voor het ontwikkelen van een interactief product?”

  34. Onderzoeksvraag • Moeilijker dan bepalen van onderwerp • Pas op voor de valkuilen • Veel valkuilen, hier de 5 belangrijkste

  35. Samengestelde vraag • ‘Hoe heeft de Nederlandse arbeidersklasse het institutionele en socio-culturele gat tussen de verzuiling en de ver-Trossing tussen 1960 en 1985 weten te overbruggen, en op welke manier heeft dat hun mediagebruik in de jaren ’80 veranderd?’ • -> Probleem: samengestelde vraag, “en”, “of”; onduidelijk welke vraag beantwoord moet worden. • -> Oplossing: formuleer een enkelvoudige vraag.

  36. Gesloten vraag • ‘Lijden kinderen op lagere scholen onder internetpesten?’ • -> Probleem: ja/nee vraag; roept geen achterliggende oorzaak op. • -> Oplossing: formuleer een ‘hoe’ (op welke manier) of een waarom vraag gericht op de ervaringen.

  37. Toekomstvraag • ‘Als 3D-tv op de markt wordt geïntroduceerd is er dan vraag naar bij de consumenten?’ • -> Probleem: “als-dan” of “heeft … de toekomst?”;het antwoord op deze vraag ligt in de toekomst (hypothetisch), en dus niet onderzoekbaar ivm dataverzameling. • -> Oplossing: zoek naar een onderzoekbare vraag.

  38. Onduidelijke vraag • ‘Welk effect heeft globalisatie op Nederland?’ • -> Probleem: begrippen onduidelijk; geeft geen richting van onderzoek aan: waar te beginnen? • -> Oplossing: gebruik begrippen waarmee je aan de slag kunt.

  39. Schaal vraag • ‘In welke mate beïnvloedt het gebruik van MSN / SMS het taalgebruik van de jeugd?’ • -> Probleem: schaal vraag, “in welke mate?” of “in hoeverre…?”, beantwoordbaar met bijvoorbeeld ‘heel veel’. • -> Oplossing: herformuleer de stelling in de vorm van een vraag naar een proces of mechanisme.

  40. Literatuursuggesties • Feijen,E. & Trietsch, P., Snel afstuderen. Stap voor stap naar een geslaagde scriptie, Couthino, Bussum, 2007. • Oosterbaan, W., Een leesbare scriptie, Gids voor het schrijven van scripties, essays en papers, Prometheus/NRC Handelsblad, Amsterdam/Rotterdam, 2004. • Oort, H., Markenhof, A., Een onderzoek voorbereiden, HB uitgevers, Baarn, 2002. • Padmos, B., De scriptie supporter. Een doeltreffende aanpak van je scriptie, Garant, Antwerpen/Apeldoorn, 2001. • Soudijn, K.A., Onderzoeksverslagen schrijven, praktische handleiding bij het schrijven van scripties en andere werkstukken voor hbo en wo, Bohn Stafleu van Lochum, Houten, 2005. • Tol-Verkuyl, E.M., Van opzet tot opmaak. Stappenplan voor het maken van verslagen en scripties, Courthino, Bussum, 1997.

  41. Huiswerksuggestie • Lees hoofdstuk 12, 13 en 14 van Sheila Cameron, ‘vaardigheden voor studie en loopbaan’ • Lees Hoofdstuk 5 van, ‘een onderzoek voorbereiden’, Heinze Oost, Angela Markenhof, HB uitgevers, Utrecht, 2002

More Related