1 / 55

Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 11 t/m 14

Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 11 t/m 14. inhoud Het klimaat door de tijd (par. 11) Het klimaat nu (par. 12) Het klimaat in de toekomst (par. 13) Klimaatbeleid (par. 14). Geologische tijdschaal. Oorzaken voor klimaatverandering verschuiving continenten

mona-lucas
Télécharger la présentation

Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 11 t/m 14

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 1Extern systeem en klimaatzonesParagraaf 11 t/m 14

  2. inhoud • Het klimaat door de tijd (par. 11) • Het klimaat nu (par. 12) • Het klimaat in de toekomst (par. 13) • Klimaatbeleid (par. 14)

  3. Geologische tijdschaal

  4. Oorzaken voor klimaatverandering • verschuiving continenten • Milankovic-variabelen • variëren zonkracht (zonnevlekken) • vulkaanuitbarstingen • meteorietinslagen • CO2-huishouding (biologische pomp) • werking van de diepzeepomp • menselijke activiteiten

  5. 1De verschuiving van continenten Hoe zijn de afwisselende omstandigheden gedurende het Kwartair te verklaren?

  6. Ligging van West-Europa gedurende de afgelopen 500 miljoen jaar

  7. Een algehele afkoeling van de aarde • Is mogelijk als er een ijsbedekking op de polen aanwezig is. ALBEDO • De ijsbedekking van de polen zorgt voor een grote reflectie van invallende zonnestraling. • Hierdoor wordt het aardoppervlak minder sterk opgewarmd en vindt er algehele afkoeling plaats.

  8. Ontstaan ijskappen op de polen • Is mogelijk bij de huidige ligging (Kwartair) van de continenten. • Op het noordelijk halfrond liggen grote delen van continenten op hoge breedte. • Op het zuidelijk halfrond ligt Antarctica op hoge breedte.

  9. Verschuivende continentenLigging tijdens het KrijtThermische isolatie

  10. Huidige ligging van de continenten

  11. Ontstaan ijskappen op de polen • Is mogelijk als gebieden op hoge breedte geïsoleerd (thermische isolatie)zijn van de warme zeestromen. • De continenten op het noordelijk halfrond omringen de Noordelijke IJszee en sluiten deze daarmee af voor de warme zeestromen. • Antarctica ligt geïsoleerd voor de warme zeestromen.

  12. "GRIP" deep drilling operation mid-Greenland

  13. Poolijs als klimaatarchief

  14. Boren van sediment-kernen op de oceaan-bodem: Boren tot 8000 m diep mogelijk !

  15. Zeebodemsediment als klimaatarchief

  16. Wat maakt een algehele afkoeling van de aarde mogelijk? • Tektoniek, verschuiving van de continenten. • hierdoor beperkte invloed van warme zeestromen. • hierdoor vorming van ijskappen.

  17. Oorzaken klimaatverandering -instraling -uitstraling -verdeling

  18. Stralingsbalans = instraling - uitstraling albedoeffect (terugkaatsing van aarde)-terugkaatsing door stofdeeltjes (aërosolen)-terugkaatsing door wolken-absorptie in atmosfeer-absorptie door aardoppervlak

  19. Regelmaat in klimaatschommelingen; ijstijden Variaties in verdeling zonnestraling 2 (Milankovitch-variabelen): • Excentriciteit aardbaan • 96.600 jaar • Precessie aardbaan: ‘tollen’ van de aardas • 26.000 jaar • Obliquiteit: scheefstand van de aardas • 41.000 jaar

  20. Milankovic variabelen: excentriciteit aardbaan: van rond naar ellips Instraling, lange duur, voorspelbaar (100.000j)

  21. Afstandvariatie aarde/zon • Iedere 22000 jaar wordt een volledige eliptische omloop voltooid. • Door de precessie van de aardas verplaatsen het lentepunt op 23 maart en het herfstpunt op 22 september en de zonnestilstanden (21 juni en 22 december) zich geleidelijk langs de ellipsvormige aardbaan. • Elfduizend jaar geleden lag het wintersolstitium(22 dec) in het verst van de zon verwijderde punt. • Thans ligt het daar recht tegenover. • Door dit verschijnsel verandert de afstand tussen zon en aarde, gemeten op 21 december voortdurend. • Dit heeft sterke invloed op de zonnestraalintensiteit, c.q. de ijstijden Uit “DE IJSTIJD”, John en Katherine Imbrie

  22. Milankovic variabelen: • Scheefstand van de aardas • Variatie: 22.1 - 24.5 graden • 41,000-jr cycli • Instraling, voorspelbaar.

  23. Effect scheefstelling aardas op de verdeling van het zonlicht • Indien de scheefstelling geringer is dan de huidige 23.50 , dan ontvangen de poolgebieden minder zonlicht dan thans • Idem bij schevere stand meer (Obliquity) Uit “DE IJSTIJD”, John en Katherine Imbrie

  24. Milankovic variabelen: precessie aardbaan: ‘tollen’ van de aardas Rondje in 25.700 jaar, voorspelbaar

  25. Uit “DE IJSTIJD”, John en Katherine Imbrie

  26. (JI) In Science 297 verwacht Berger pas, wegens opwarming, de volgende ijstijd over 50.000 jr Uit “DE IJSTIJD”, John en Katherine Imbrie

  27. TEMPERATUUR NA 1800 Honderden Vikingse veeteeldbedrijven op Groenland Kleine ijstijd De Chinezen varen om Groen en Noord Siberië naar China (www.1421.tv)

  28. 3Het variëren van de zonkracht(zonnevlekken) Zonnevlekken zijn plekken op de zon die zo’n 1600 ºC koeler zijn dan de rest van het zonoppervlak en daarom donker lijken. Rondom de zonnevlekken is echter meer straling dan normaal aan de zon. Zonnevlekken: Veel : : meer zoninstraling op aarde Weinig : minder zoninstraling op aarde(kleine ijstijd)

  29. Door "Milankovitch" en "Continental drift" zijn de grote/lange klimaatveranderingen beschreven. Oorzaken voor de vele kleine(re), snelle(re) veranderingen: (1) Variaties in de zon zelf: • Lichtintensiteit • Spectrale samenstelling • Deeltjesflux / afscherming kosmische straling Bekendst: Zonnevlekken Periodiek verschijnsel: 11-jarige cyclus, met een 89-jarige cyclus er bovenop" satelliet-waarnemingen tonen aan: Zonnevlek-variatie correleert met (zeer geringe !) Zonne-intensiteitvariatie

  30. De buitenste lagen van de zon Recente foto van de zon sterrenkunde en ode

  31. zonsbeeld in röntgen- straling sterrenkunde en ode

  32. Grote groep zonnevlekken

  33. reuzen protuberans= een langwerpige of sliertige gaswolk van ~ 50.000 km. sterrenkunde en ode

  34. De elfjarige zonnevlekkencyclus Voorspelling van het maximum van de huidige cyclus

  35. Zonnevlekkencyclus vanaf 1980

  36. Zonnevlekken representatie met 11 jarige en 89 jarige cycli waarnemingen Veel aanwijzingen uit klimaat-archieven: Uiterst geringe variaties in de zonne-intensiteit beïnvloeden het klimaat toch ! Het mechanisme is tot op heden echter niet begrepen.

  37. Verdere oorzaken van klimaat-veranderingen/-schommelingen: • Grootschalige weersystemen (El Niño) • Vulkaan-uitbarstingen Meteorietinslagen hebben dezelfde gevolgen als vulkaanuitbarstingen

  38. Bestaat uit twee routes of “pompen: fysische pomp en fotosyntheseFysische pomp: In de lucht zit meer CO2 dan in het zeewater ► CO2 komt in oppervlaktewater ► Bij afkoeling water zakt CO2 naar diepzeebodem: fossiele brandstof CO2 wordt naar diepzee gepompt.Fotosynthese: Algen in oppervlakte water nemen CO2 op uit de lucht ► omzetting naar organisch materiaal ► zakt naar de diepzee ► wordt met bacteriën omgezet naar CO2 opgeslagen in de diepzee CO2 huishouding: biologische pomp

  39. Tijdens koude periode(ijstijd): Fysische-biologische pomp werkt harder ► meer CO2 uit atmosfeer in diepzee ► vermindering broeikas effect. Tijdens warme periode minder effectief ► toename broeikaseffect NB: De rol van algen is nog onvoldoende begrepen

  40. • Variatie in de koolstofcyclus, en dus in de broeikasgasconcentraties natuurlijk ijstijd Tussen-ijstijd door de mens veroorzaakt

  41. De thermohaliene circulatie of diepzeepomp zorgt voor stroming op grote diepte van de oceaan. De stroming ontstaat door een samenspel van temperatuur en zoutgehalte.

  42. § 12 Het klimaat nu

  43. Het huidige klimaat • concentratie CO2 in atmosfeer van 0,028% naar 0,035% • antropogene invloed • versterkt broeikaseffect

  44. CO2 in atmosfeer

  45. ‘Hockeystick’-grafiek

  46. Gevolgen van toename broeikaseffect • gemiddelde temperatuur stijgt • gevolgen, o.a.:- extreem weer- verschuiving klimaatzones- stijging gemiddelde zeespiegel- verandering thermohaliene circulatie (= klimaatverrassing)

  47. We weten nog niet alles Remmen wolken het versterkte broeikaseffect af of stimuleren ze het juist? Remmen aërosolen het versterkte broeikaseffect af of stimuleren ze het juist? Discussie rondom de ‘hockeystick’-grafiek

  48. Metingen en voorspellingen • Metingen • Voorspellingen: modellen • Veel onzekerheden • Ontwikkeling wereldbevolking?

More Related