1 / 16

Vragen

Vragen. Wat zijn impulsen? Elektrische signalen die zich via neuronen en de membranen van neuronen verplaatsen. Wat zijn receptoren? Chemische stoffen in en aan de celmembraan die gevoelig zijn voor de neurotransmitter

najila
Télécharger la présentation

Vragen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Vragen • Wat zijn impulsen? • Elektrische signalen die zich via neuronen en de membranen van neuronen verplaatsen. • Wat zijn receptoren? • Chemische stoffen in en aan de celmembraan die gevoelig zijn voor de neurotransmitter • Hiermee kan ook de hele cel aangeduid worden die de impulsen van een zenuwcel ontvangt • Wat is een neuron? • Zenuwcel

  2. Vragen • Waar ligt de Thalamus? • Onderdeel van tussenhersenen  schakelcentrum sensorische impulsen  voorrang • Waar ligt de hersenschors? • De sterk geplooide buitenkant van de grote hersenen (grijze stof). • Wat wordt er bedoeld met de cortex? • cortex cerebri = Latijnse benaming voor hersenschors

  3. Vragen • Hoeveel cellen zitten er in onze hersenen? • De grote hersenen bevatten meer dan 10 miljard neuronen. • Hoe kan activiteit van de hersenen gemeten worden? • EEG (Elektro Encephalo Gram) of PET scan

  4. Vragen • In welk deel van de hersenschors liggen optische beelden opgeslagen? • Secundaire optische schorscentrum • Wat zijn neurotransmitters? • Chemische signaalstoffen die impulsen WEL / NIET overdragen aan een volgende cel. • Wat kan het gevolg zijn van openingen in de celmembraan van de postsynaptische cel? • Daardoor wordt de receptorcel ontvankelijker (gevoeliger) voor impulsen (via neurotransmitters) van de buurcel.

  5. Werkingsensoren • Prikkel  impuls • Impuls  als prikkeldrempel overschreden • Sterkere prikkel  hogere frequentie

  6. Zenuwcel • Dendriet = uitloper naar cellichaam toe • Axon (neuriet) = uitloper van cellichaam af • Myelineschede • Cellen van Schwann

  7. Functie • Sensorische zenuwcellen: • 1 dendriet (+ myelineschede) • Signaal: buiten  cellichaam  Centraal Zenuwstelsel • Motorische zenuwcellen: • Meerdere dendrieten • Signaal: Centraal Zenuwstelsel  spieren / klieren • Schakelcellen: • zenuwcel  zenuwcel • Meeste zenuwcellen in ruggenmerg zijn schakelcellen

  8. Benoem de zenuwcellen • Sensorisch • Motorisch • Schakelcel

  9. Zenuwcel 3 functionele delen: • Ontvangend deel (dendriet) • Geleidend deel (axon) • Overdragend deel (synaps of motorische eindplaat)

  10. Vraag: Wat is welk deel? Geleidend deel Overdragend deel Ontvangend deel

  11. Contacten in een zenuwcel

  12. Het brein • Film

  13. Vraag • Hoe komt het dat zenuwcellen slechts in 1 richting een signaal doorlaten?

  14. Zenuwstelsel • Waaruit bestaat het Centrale zenuwstelsel? •  hersenen en ruggenmerg • Hoe heet het andere deel? • Wat doet het Perifere zenuwstelsel? •  verbind organen met centrale zenuwstelsel

  15. Indeling naar functie: • Animale zenuwstelsel: • interactie met de omgeving • bestuurt skeletspieren • Autonome zenuwstelsel: • reguleert organen

  16. Autonome zenuwstel • Orthosympatische zenuwstelsel  activiteit • hart  • ademhaling  • bloedsuikerspiegel  • spant skeletspieren • Parasympatische zenuwstelsel  rust • spijsvertering  • bloedsuikerspiegel  • hart  • ademhaling 

More Related