Kind in Ontwikkeling

1. Kind in Ontwikkeling De ontwikkeling van een kind gaat in drie richtingen: Van Hoofd/cephalo naar staart/caudaal Van Centraal/proximo naar perifeer/distaal Van Gebogen/Flexie naar gestrekt/extensie

2. Kind in Ontwikkeling Er zijn vier lijnen van ontwikkeling: 1. Motoriek, grof en fijn 2. Adaptatie 3. Spraak/Taal 4. Sociaal gedrag Door Gesell weergegeven als een pre- en postatale groeicurve met moment van geboorte als risico

3. Ontwikkelingsonderzoek Het onderzoek van de ontwikkeling gaat in vijf posities: 1. Buikligging 2. Rugligging 3. Zwevende buikhouding ( = Landau positie) 4. Staand 5. Zithouding

4. Houding in eerste week 1. Buikligging in flexiehouding. Met de knieën onder de buik

5. Houding in eerste week 2. Rugligging in schermhouding. Gestrekte arm in oogrichting door A-symetrische Tonische Nek Reflex (ATNR)

6. Houding in eerste week 3. Zwevende buikhouding (Landau positie) Armen en benen omlaag als ‘omgekeerde U’

7. Houding in eerste week 4. Staande houding Met reflectoire loopbeweging (‘Marche automatique’)

8. Houding in eerste week 5. Optrekken tot zithouding Met ‘headlag’ (Reden om het hoofd van de pasgeborene te ondersteunen)

9. Houding eind eerste maand In buikligging: de benen minder in flexie: benen niet langer onder de buik. Heft kin even van onderlaag (Van Wiegen item 5, pag. 157 in de 7de druk)

10. Houding bij 6 weken Kind kijkt op grote afstand (75 cm) naar moeder

11. Houding bij 12 weken In buikligging wordt hoofd 45 ˚ opgetild

12. Houding bij 12 weken In rugligging: ATNR nog niet verdwenen

13. Houding bij 12 weken In rugligging: kijkt naar beide handen in de middenlijn (begin van oog-handcoördinatie)

14. Houding bij 12 weken In zwevende buikhouding (Landau positie) hoofd en benen blijven gestrekt in rechte lijn

15. Houdingen bij 16 weken

16. Houding bij 16 weken In buikligging: tilt hoofd 90˚ op Kijkt voor het eerst als ‘volwassene’ de wereld in

17. Houding bij 16 weken In rugligging: speelt met blokje

18. Houding bij 16 weken In staande houding: zakt door de benen (reflectoir lopen is verdwenen)

19. Houding bij 16 weken Zithouding: met ronding lumbaal

20. Houding bij 24 weken Draait van rug naar buik nu deATNR is verdwenen

21. Houding na 24 weken Speelt met de voeten en brengt tenen naar de mond Noodzakelijke voorwaarde voor het zitten

22. Houding omstr. 28 weken Zit met rechte rug en handen los

23. Houding bij 30 - 32 weken Zit los en draait hoofd in richting van geluid Zie pag. 137 in de 7de druk

24. Houding omstr. 28 weken Staat met steun met rechte benen (zakt niet langer door de benen)

25. Houding bij 40 weken Trekt zich op tot staan

26. Houding na 40 weken Lopen aan de hand

27. Houding na 52 weken Lopen met armen wijd als een koorddanser om evenwicht te bewaren

28. Houding na 52 weken Loslopen met armen langs het lichaam

29. Ontwikkelingsdiagram 1ste levensjaar Kind in ontwikkeling: van hoofd naar benen Altijd in dezelfde volgorde (Zie pag.152 in de 7de druk)

30. Ontwikkeling fijne motoriek De ontwikkeling van de palmair greep gaat in twee richtingen: Van centraal naar perifeer Van pink naar duim (= van ulnair naar radiaal) Zie pag. 64 in de 7de druk

31. Ontwikkeling fijne motoriek Ontwikkeling palmair greep vanaf 24 weken Ontwikkeling pincetgreep bij 12 maanden Radiale palmair greep Resultaat van oog-hand coördinatie (Zie pag. 65 en 66 in de 7de druk)

32. palmair greep pincet greep

33. Samenvatting De ontwikkeling gaat altijd in dezelfde volgorde. Het tijdstip waarop bepaalde vaardigheden worden verworven is echter voor alle kinderen verschillend. Dit veroorzaakt de variaties in de ontwikkelingsleeftijden.

34. Internationale groeicurve met variaties in ontwikkelingsleeftijden voor zitten, staan en praten