VEG Halle Prediking 15 december 2013

1. VEG Halle Prediking 15 december 2013

2. Maleachi 3:13-15 13 Jullie hebben tegen elkaar harde woorden over mij gesproken (vermetel) – zegt de HEER –, en jullie vragen: ‘Wat hebben we dan over u gezegd?’ 14 Jullie hebben gezegd: ‘Wat heeft het voor nut om God te dienen (het is nutteloos), wat hebben we eraan dat we zijn voorschriften in acht nemen (geboden onderhouden) en ons in een boetekleed (rouw) hullen voor de HEER van de hemelse machten?

3. 15 We moeten de hoogmoedigen (overmoedigen) wel gelukkig prijzen, want wie zich goddeloos gedraagt gaat het voor de wind, en wie God beproeft komt er goed vanaf! (zij verzoeken God en ontkomen) ’

4. Psalmen 73:13-16 13 Ja, vergeefs hield ik mijn geweten zuiver en waste ik mijn handen in onschuld! 14 Want ik werd gestraft, dag aan dag, en geslagen, elke morgen weer. 15 Maar zou ik spreken als zij, (= als de goddelozen, als de wettelozen) ik pleegde verraad aan Gods kinderen! 16 Dus bleef ik nadenken, ik wilde weten waarom – het was een vraag die mij kwelde,

5. Maleachi 3:16 16 Zo spraken de mensen die ontzag voor de HEER hadden (die de Heer vrezen) tegen elkaar, en de HEER hoorde het en luisterde aandachtig. In zijn bijzijn werden in een boek (gedenkboek) de namen van de mensen opgetekend die ontzag voor de HEER hadden, die zijn naam hoogachtten (in ere houden).

6. Maleachi 3:17-21 17 Op de dag die ik voorbereid – zegt de HEER van de hemelse machten – zullen zij mijn eigendom zijn. Ik zal hen sparen zoals je een kind spaart dat je gehoorzaam is (zoals een zoon die je dient). 18 Dan zullen jullie het verschil (het onderscheid) weer zien tussen rechtvaardigen en wettelozen (goddelozen) , tussen mensen die God gehoorzamen (dienen) en wie dat niet doen. 19 Die dag zal zeker komen, brandend als een oven. Wie hoogmoedig zijn of wie zich goddeloos gedragen, zullen dan slechts stoppels zijn die door de hitte van die dag worden verschroeid – zegt de HEER van de hemelse machten. Geen wortel of tak zal er van hen overblijven.

7. 20 Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben (Mijn naam vrezen) zal de zon stralend opgaan, de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt. Huppelend als kalveren die op stal hebben gestaan zullen jullie naar buiten komen. 21 Dan vertrappen jullie de wettelozen; op de dag die ik voorbereid, zullen zij niet meer zijn dan stof onder jullie voeten – zegt de HEER van de hemelse machten.

8. Handelingen 17:30-31 30 God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen (dat zij zich moeten bekeren), 31 want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.’

9. Maleachi 3:18 18 Dan zullen jullie het verschil (het onderscheid) weer zien tussen rechtvaardigen en wettelozen (goddelozen) , tussen mensen die God gehoorzamen (dienen) en wie dat niet doen.

10. Maleachi 3:16 16 Zo spraken de mensen die ontzag voor de HEER hadden (die de Heer vrezen) tegen elkaar, en de HEER hoorde het en luisterde aandachtig. In zijn bijzijn werden in een boek (gedenkboek) de namen van de mensen opgetekend die ontzag voor de HEER hadden, die zijn naam hoogachtten (in ere houden).