Mummificeren in Egypte

1. Mummificeren in Egypte Prehistorie / Oudheid (tot 500)

2. Begraven in het zand • De Egyptenaren begraven hun doden eerst in kuilen in de woestijn. • De hitte en het droge zand drogen de lichamen snel uit. • Er blijven levensechte natuurlijke mummies over.

3. Begraven in een kist • Later begraven de Egyptenaren hun doden in een kist om ze te beschermen tegen wilde dieren in de woestijn. • De lichamen blijven niet goed, maar ontbinden, omdat ze niet in aanraking komen met de hitte en het droge zand in de woestijn. • De Egyptenaren gaan op zoek naar een manier om dode lichamen levensecht te bewaren. • Het lichaam van de dode moet dienst doen tijdens de reis naar het leven na de dood.

4. Wassen • Eerst wordt het lichaam naar de ‘ibu’ gebracht, de ‘plaats van zuivering’. • Daar wassen de balsemers het lichaam met aangenaam geurende palmwijn en reinigen het met Nijlwater. • De vloeistoffen worden opgevangen in kruiken en bewaard.

5. Organen wegnemen • De balsemer maakt een snede in de linkerkant van het lichaam en haalt de organen uit het lichaam. • Dat is heel belangrijk, want de ingewanden ontbinden eerst.

6. Organen bewaren • De lever, de longen en de ingewanden worden gewassen en ingepakt met zout om ze uit te drogen. • Het hart wordt niet weggenomen. • De Egyptenaren denken dat het hart het centrum van intelligentie en gevoel is en dat de dode het nodig heeft in zijn nieuwe leven.

7. Hersenen uit de schedel halen • Een lange haak wordt gebruikt om de hersenen door de neus uit de schedel te trekken.

8. Inzouten • Het lichaam wordt nu bedekt en gevuld met zout om het uit te drogen. • Al de vloeistoffen en de doeken die gebruikt worden tijdens het balsemen worden bewaard en later mee begraven met het lichaam.

9. Oliën • Na 40 dagen wordt het lichaam opnieuw gewassen met water uit de Nijl. • Dan wordt het ingewreven met oliën om de huid elastisch te houden.

10. Organen op hun plaats leggen • De gedroogde organen worden in linnen doeken gepakt en terug in het lichaam gelegd. • Het lichaam wordt opgevuld met zaagsel, bladeren en linnen, zodat het levensecht lijkt. • Het lichaam wordt ingewreven met geparfumeerde oliën.

11. Orgaanpotjes • In het begin worden de organen verwijderd uit het lichaam en in kleine potten gelegd. • Door de jaren heen verandert de manier van het balsemen en leggen de balsemers de organen terug in het lichaam, nadat ze gedroogd zijn in zout. • Toch worden houten of stenen potjes begraven met de mummie om de organen te beschermen.

12. Orgaanpotje Imsety • Imsety, de god met het mensenhoofd zorgt voor de lever.

13. Orgaanpotje Hapy • Hapy, de god met het hoofd van een baviaan, zorgt voor de longen.

14. Orgaanpotje Duamutef • Duamutef, de god met het hoofd van een jakhals, zorgt voor de maag.

15. Orgaanpotje Qebehsenuef • Qebehsenuef, de god met het hoofd van een valk, zorgt voor de ingewanden.

16. Inwikkelen hoofd en nek • Eerst worden het hoofd en de nek ingewonden met stroken fijn linnen. • Dan worden de vingers en de tenen elk apart ingewonden.

17. Inwikkelen lichaam • De armen en benen worden apart ingewonden. • Tussen de lagen windsels leggen de balsemers amuletten om het lichaam te beschermen tijdens zijn reis naar de andere wereld. • De ‘Knoop van Isis’ amulet beschermt het lichaam. • De ‘Plummet’ amulet zorgt voor het evenwicht in het nieuwe leven.

18. Bezweringen uitspreken • Een priester zegt luidop bezweringen terwijl de mummie ingewikkeld wordt. • Deze bezweringen schrikken boze geesten af. • Ze helpen de overledene tijdens zijn reis naar het leven na de dood.

19. Armen en benen vastbinden • De armen en benen worden samengebonden. • Een papyrusrol met spreuken uit het ‘Boek der doden ’ wordt tussen de ingewikkelde handen gelegd.

20. Insmeren met hars • Nog meer linnen wikkels worden rond het lichaam gelegd. • Na iedere laag worden de windsels ingesmeerd met vloeibare hars. • Daardoor worden de windsels op elkaar gekleefd.

21. In laken wikkelen • Een laken wordt rond het lichaam gewikkeld. • Een afbeelding van de god Osiris wodt op het laken getekend.

22. Inwikkelen in doek • Het lichaam wordt nogmaals ingewikkeld met repen linnen, van boven naar beneden en van links naar rechts.

23. Begrafenis • Er wordt een begrafenisplechtigheid gehouden voor de overledene. • De familie rouwt om zijn dood.

24. Ritueel ‘openen van de mond ’ • Er wordt een ritueel uitgevoerd ‘Openen van de mond ’. • Daardoor kan de overledene opnieuw eten en drinken. • Het lichaam en de kisten worden in een grote stenen sarcofaag in het graf gezet. • Meubels, kleding, waardevolle voorwerpen, voedsel en drank worden in het graf van de overledene gelegd.