1 / 28

Persoonlijkheid bepalen

Persoonlijkheid bepalen. inhoudsopgave. KENNIS VERZAMELEN OVER ANDEREN Inleiding Sociale perceptie Het bepalen van iemands persoonlijkheid Gestructureerde persoonlijkheidstesten Ongestructureerde persoonlijkheidstesten. Fysiognomie. Goedmoedig en vrolijk Natuurlijk en open

Télécharger la présentation

Persoonlijkheid bepalen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Persoonlijkheid bepalen

  2. inhoudsopgave • KENNIS VERZAMELEN OVER ANDEREN • Inleiding • Sociale perceptie • Het bepalen van iemands persoonlijkheid • Gestructureerde persoonlijkheidstesten • Ongestructureerde persoonlijkheidstesten

  3. Fysiognomie Goedmoedig en vrolijk Natuurlijk en open Meelevend en deelnemend Schoon en zuinig

  4. inhoudsopgave • KENNIS VERZAMELEN OVER ANDEREN • Inleiding • Sociale perceptie • Het bepalen van iemands persoonlijkheid • Gestructureerde persoonlijkheidstesten • Ongestructureerde persoonlijkheidstesten

  5. Mmpi-2 • Zelfrapportagevragenlijst • Minimum 18 jaar • 567 items – akkoord/niet-akkoord • Afname: 60-90 minuten • 10 klinische schalen • Hypochondrie • Depressie • Hysterie • Psychopathische deviatie • Masculiniteit-feminiteit • Paranoia • Psychastenie • Schizofrenie • Hypomania • Sociale introversie • Leugenschaal

  6. Mmpi-2 • Ik geloof dat ik niet nerveuser ben dan anderen • Ik voel bijna altijd angst ten opzichte van iets of iemand • Soms voel ik me alsof ik dingen wil kapot slaan • Ik vind het moeilijk om mijn gedachten bij een taak of job te houden • Ik zie dingen of dieren of mensen rondom mij die anderen niet zien • Ik hoor vaak stemmen zonder te weten waar ze vandaan komen • Ik heb een drug of alcohol probleem • Ik heb veel slechte beslissingen genomen in mijn leven

  7. inhoudsopgave • KENNIS VERZAMELEN OVER ANDEREN • Inleiding • Sociale perceptie • Het bepalen van iemands persoonlijkheid • Gestructureerde persoonlijkheidstesten • Ongestructureerde persoonlijkheidstesten • Rorschachtest • ThematicApperception Test (TAT) • Children’sApperception Test (CAT)

  8. rorschach test

  9. rorschach test

  10. rorschach test

  11. rorschach test

  12. rorschach test

  13. thematicapperception test

  14. TAT • Jongen zit ergens naar te zien. Zo’n oud typmachine van vroeger of zo. En hij zit wa vervelend te kijken. Da’s een raar ding da daar ligt. Het lijkt op een typmachine maar da zal het wel ni zijn zeker? • Verhaal? Die jongen is aan’t nadenken over iets. Dieje heeft waarschijnlijk iets slechts meegemaakt en dieje zit daar nu mee in. • Wat dan? Gepest geweest of zo. Of dieje verveelt zich en hij weet niks te doen. Waarschijnlijk gepest. • Waarom zou hij gepest worden? Omdat hij klein is van gestalte. • Hoe voelt hij zich? Ni goed hé. • Wa gebeurt er na da moment? Da dieje gewoon hulp zoeken bij zijn ouders of zo. • En kunnen ze helpen? Ik denk het wel

  15. TAT

  16. TAT • Dieje ziet het ni meer zo goed zitten precies. Dieje zal waarschijnlijk ook gepest worden en daarmee dat’m het ook ni meer zie zitten. • Wat is er net voordien gebeurd dan denkt ge? Die pesten die. • En daarna? Die zijn ouders of opvoeders of zo vinden die daar. En dan kunnen die die helpen • Op welke manier kunnen ze die helpen? Door die pesters te straffen of zo • En ge zegt ouders of opvoeders, wie zijn opvoeders? Ouders, alé ja, ouders kunnen ook opvoeders zijn hé.

  17. TAT

  18. TAT • Da’s ne boer dieje me zijn paard het land ga bewerken. En de moeder sta zo tegen die… en die ander zal de zus zijn dan. Dus da’s de moeder, de zoon en da’s de dochter. • Wat gebeurt er op da moment? Dieje man is het land aan’t bewerken. Die vrouw die ga studeren denk’k. • Hoe voelen de personages zich? Die voelen zich goed. Die gaat studeren die vindt da leuk. En dieje andere is het land aan’t bewerken. En die moeder zit daar zo op te zien, is fier op haar kinderen.

  19. TAT

  20. TAT • Ne man dieje da die vrouw ni wil, maar die vrouw wil dieje man wel. • Wat gebeurt er juist op de plaat? Dieje man wil daar eigenlijk weg maar die vrouw die wilt eigenlijk met die man zijn. • Wat is er misschien voordien gebeurd? Die vrouw wil me die maar die man wil gewoon ni • Weet ge ook hoe da komt? Omda die die ni zie zitten zeker. Of omda die ni leuk is of zo • Wat gaat er nadien gebeuren denkt ge? Die vrouw ga wenend achterblijven zeker? Want die man ga weggaan, da ziede zo. • Aan waziede da? Aan zijn gezicht • Hoe voelen de personages zich? De man zo van ‘ik ben er van af’ ma die vrouw zo, die mist dieje wel natuurlijk.

  21. children'sapperception test

  22. CAT 3 kuikentjes gaan eten. Moederkip staat op de achtergrond. Ze moeten wachten tot moeder eten uitschept maar moeder is nog aan het koken. Uiteindelijk krijgen ze toch eten want moeder moest nog koken. Voelen? Blij

  23. cat

  24. cat Beren doen touwtje trek. Klein beertje doet ook mee. Uiteindelijk won klein beertje met grote beer van die grote beer (wijst aan). Ze waren heel blij. Ze gingen met z’n allen taart eten.

  25. cat

  26. cat Familie kangoeroe op weg naar het bos. Daar gaan ze picknicken en spelen. Moeder kangoeroe draagt kindje en hoed. Heel dicht bij het bos staat een huisje. De baby heeft een ballon vast. Ander kindje fietst. Ze praten onderweg en in het bos gaan ze picknicken. Verder? Terug naar huis en dan gaan ze nog eens picknicken, en nog eens,…

  27. cat

  28. cat • Paar apen zijn aan het praten. Het kleine aapje was bijna gepakt door de tijger op de vorige prent. Moeder zegt dat hij nooit meer alleen naar buiten moet, euhm, mag. • Verder? Aapje gaat toch nog eens op zoek naar de tijger en ze worden vrienden. • Voelen? Klein aapje is opgelucht. Tijger is droevig omdat hij het aapje niet kon vangen maar het komt goed. Moeder is opgelucht.

More Related