1 / 37

knipwerkwoorden

knipwerkwoorden. invuloefening. uit stappen. Het meisje stapt uit de bus. De man stapt …… de auto. De vrouw ….. ….. het vliegtuig. uit stappen. Maak zinnen bij de foto’s. in stappen. De vrouw stapt de auto in. De mensen …….. de bus …... De mannen …….. het vliegtuig ….

skule
Télécharger la présentation

knipwerkwoorden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. knipwerkwoorden invuloefening

  2. uitstappen Het meisje staptuit de bus. De man stapt…… de auto. De vrouw ….. …..het vliegtuig.

  3. uitstappen Maak zinnen bij de foto’s

  4. instappen De vrouw stapt de auto in. De mensen …….. de bus …... De mannen …….. het vliegtuig …..

  5. instappen

  6. aantrekken De jongens trekken de schoenen …... Oma ….. haar jas aan.

  7. aantrekken

  8. uittrekken De jongen ……. zijn schoen ….. De man ….. zijn jas ……...

  9. uittrekken

  10. voorlezen Vader …… een boek …….

  11. voorlezen

  12. openmaken Ik …… de deur ……. Het kind …… het pakje ….. De jongen ……. het cadeau ……. Hij …… het raam …….

  13. openmaken

  14. openmaken Ik ……. de deur ……. De vrouw …….. de deur ….. Hij ……. de deur …….

  15. openmaken

  16. dichtmaken De kinderen ……. de deur …... De man …….. de deur ……..

  17. dichtmaken

  18. aanbellen Ik …… ……... De man …… ……...

  19. aanbellen

  20. opschrijven De jongen schrijft een woord op. Het meisje schrijft een som op. 5 + 3 = 8

  21. opschrijven 5 + 3 = 8

  22. inschenken Ik …… de koffie ……. Mama ………. de limonade ….

  23. inschenken

  24. optillen De mannen ……. de steen …. Ik ……. de steen …….

  25. optillen

  26. uitglijden Ik glijd uit over een schil. De man ….. ……. De jongen …… …...

  27. uitglijden

  28. schoonmaken De vrouw …… de wc ……. De ……. de tafel ……. Jij …… de vloer ……..

  29. schoonmaken

  30. opbellen Het meisje …… haar moeder …... Het kind ….. mama …... De vrouw …… haar man …...

More Related