1 / 41

1 De Grote Lijn

1 De Grote Lijn . Van jagers en boeren … naar regenten en vorsten. De geschiedenis werd vroeger als volgt ingedeeld: Prehistorie (tot 3000 voor Christus) Oudheid (3000 vC tot 500 nC ) Middeleeuwen (500-1500) Nieuwe of Vroegmoderne Tijd (1500-1800) Nieuwste of Moderne Tijd (1800-nu).

tavia
Télécharger la présentation

1 De Grote Lijn

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 1 De Grote Lijn Van jagers en boeren … naar regenten en vorsten

  2. De geschiedenis werd vroeger als volgt ingedeeld: • Prehistorie (tot 3000 voor Christus) • Oudheid (3000 vC tot 500 nC) • Middeleeuwen (500-1500) • Nieuwe of Vroegmoderne Tijd (1500-1800) • Nieuwste of Moderne Tijd (1800-nu)

  3. Welke tijdvakken zijn er? • jagers en boeren (tot 3000 vC) • grieken en romeinen (3000 vC tot 500 nC) • monniken en ridders (500-1000) • steden en staten (1000-1500) • ontdekkers en hervormers (1500-1600) • regenten en vorsten (1600-1700) • pruiken en revoluties (1700-1800) • burgers en stoommachines (1800-1900) • Wereldoorlogen (1900-1950) • TV & Computer (1950-nu)

  4. Prehistorie • Jagers en boeren Oudheid • Grieken en Romeinen Middeleeuwen • Monniken en ridders • Steden en staten Nieuwe of Vroegmoderne Tijd • Ontdekkers en hervormers • Regenten en vorsten • Pruiken en revoluties Nieuwste of Moderne Tijd • Burgers en stoommachines • Wereldoorlogen • TV & Computer

  5. 1 De tijd van jagers en boeren

  6. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr. Voor 8000 v.Chr.  jagers en verzamelaars. Rond 8000 v.Chr.  landbouw: middel van bestaan waarbij je leeft van de gewassen die je op de akkers verbouwt (akkerbouw) en van de dieren die je houdt en fokt (veeteelt).  Mensen gaan op een vaste plaats wonen.

  7. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr. De eerste landbouwers leefden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Oudste landbouwdorp ter wereld gevonden langs de rivier de Eufraat, in het tegenwoordige Syrië.

  8. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr.

  9. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr. Waarom gaan mensen over op landbouw? 1. Vanwege een klimaatverandering. 2. De mens raakt beter bekend met planten en dieren.

  10. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr. Rond 4000 v. Chr. gaan landbouwers uit de Sahara (uitdroging) langs de Nijl wonen. Jagers en verzamelaars die bij de Nijl leefden nemen landbouw over. Er ontstaan dorpen. Om het water van de Nijl goed te gebruiken werden er kanaaltjes gegraven en dijkjes gebouwd om water naar verder gelegen akkers te brengen: irrigatielandbouw

  11. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr. Dankzij de goede oogsten ontstaan er verschillende beroepen. In de dorpen komt er een bestuur. Hiërogliefenschrift: schrift bestaande uit tekeningen dat de Egyptenaren vanaf 3000 v. Chr. gebruikten bij het bestuur, namelijk voor het opschrijven van: - regels - belastingen

  12. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr. Met de uitvinding van het schrift (3000 v. Chr.) eindigt de prehistorie. De prehistorie voor een volk eindigt wanneer zij kunnen schrijven.

  13. De tijd van jagers en boerenTot 3000 v.Chr.

  14. 2 De tijd van Grieken en Romeinen

  15. De tijd van Grieken en Romeinen3000 – 500 • Einde prehistorie, begin Oudheid. • Na 3000 v. Chr. Ontstonden er op verschillende plaatsen bloeiende beschavingen: - Grieken - Romeinen • Landbouwstedelijke beschavingen. (nijverheid en handel belangrijk)

  16. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500 Griekse cultuur: Griekse manier van bouwen met zuilen, Olympische spelen, polytheïsme en de belangstelling voor de wetenschap.

  17. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500 Griekse Goden:

  18. Tijd van Grieken en Romeinen3000-500

  19. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500 Atheensedemoctratie: een vorm van bestuur waarbij het volk (demos) via stemming beslist wie de bestuurders zijn. Kinderen tot 18 jaar, vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meebeslissen.

  20. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500

  21. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500 Dankzij handel en verovering verspreidt de Romeinse cultuur zich over Europa. Het overnemen van de Romeinse cultuur: romanisering. Romeinse cultuur: polytheïsme, grote beelden van goden en keizers, Latijn en een goede militaire training.

  22. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500 De Germanen, bewoners van het gebied wat nu Nederland heet, kregen ook met de Romeinse cultuur te maken. Verspreiding christendom door: - handel - verovering - goede verbindingen

  23. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500 Christenen werden zwaar vervolgd in het Romeinse Rijk omdat zij de keizer niet als god wilden vereren. Vanaf 313 christendom toegestaan in het Romeinse Rijk (keizer Constantijn de Grote had een veldslag gewonnen m.b.v. de god van de christenen). Vanaf 391 christendom de enige toegestane godsdienst in het Romeinse Rijk.

  24. De tijd van Grieken en Romeinen3000-500 Christendom populair bij arme stedelingen, omdat: - voor god iedereen gelijk is - er na de dood kans op een beter leven is Bijbel: - Oude Testament: 10 geboden, scheppingsverhaal, joodse verhalen - Nieuwe Testament: aantekeningen en brieven over het leven van Jezus

  25. 3 De tijd van monniken en ridders

  26. De tijd van monniken en ridders500-1000 Einde Oudheid en begin eerste deel van de Middeleeuwen. 476 West-Romeinse Rijk ten onder, oorzaken: - Volksverhuizingen - Verschillende volken bedreigden de grenzen - Slecht bestuur: keizers regeerden nog maar korte periodes. Oost-Romeinse Rijk tot 1453, werd bestuurd vanuit Constantinopel.

  27. De tijd van monniken en ridders500-1000 Veranderingen na het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk: Handel verdween grotendeels: kooplieden liepen groot risico overvallen te worden. Romeinse wegen en bruggen werden niet meer onderhouden. Plunderingen van steden. Europa werd weer een landbouwsamenleving. Geld werd nauwelijks meer gebruikt. Geen keizer meer die Europa bestuurde en beschermde. Kleine rijkjes.

  28. De tijd van monniken en ridders500-1000 Belangrijke positie christendom bleef. Hofstelsel: boer geeft zijn grond aan een rijkere boer in ruil voor bescherming. De boer verliest hiermee zijn vrijheid. Leenstelsel: Karel de Grote (= leenheer) leende grote stukken grond uit aan leenmannen in ruil voor hun trouwe steun (= vechten, besturen, rechtspreken).

  29. De tijd van monniken en ridders500-1000 Europa werd een standensamenleving: groepen mensen die volgens de middeleeuwers een eigen taak hadden, zoals: 1. geestelijken 2. edelen 3. boeren

  30. 4 De tijd van steden en staten

  31. De tijd van steden en staten1000-1500 Tweede deel van de Middeleeuwen. Vanaf het jaar 1000 nam de handel toe en kwamen er verbeteringen in de landbouw  ontstaan van veel nieuwe steden. Verbeteringen in de landbouw: Meer landbouwgrond door ontginnen. Betere landbouwwerktuigen, zoals de ijzeren ploeg en het halsjuk Het drieslagstelsel.

  32. De tijd van steden en staten1000-1500 Door de verbeteringen in de landbouw waren er minder arbeidskrachten nodig en kwamen er overschotten (werden geruild en later verkocht op de markt)  horigen mochten bij de markt gaan wonen en werkten als koopman of ambachtsman  ontstaan van steden. Stadsrechten: recht van inwoners om hun stad zelf te besturen en er recht te spreken. Gegeven door een heer van het gebied in ruil voor geld wat hij weer kon gebruiken voor oorlogen.

  33. De tijd van steden en staten1000-1500 Gilde: een vereniging van mensen die in een stad hetzelfde beroep uitoefenen. Regels: prijzen, kwaliteit, werktijden en opleiding. Voordelen: hulp bij ziekte of dood, feesten en geen concurrentie. Opkomst centraal bestuur. Scheiding tussen kerk/staat: kerk bemoeit zich alleen met godsdienstige zaken en de staat alleen met wereldlijke zaken.

  34. 5 De tijd van ontdekkers en hervormers

  35. De tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600 Einde Middeleeuwen en begin Vroegmoderne tijd. Periode van veel veranderingen: mensbeeld en wereldbeeld veranderde. Renaissance: overgangsperiode in de 15e en 16e eeuw tussen Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd waarin er veel aandacht was voor de Oudheid. CarpeDiem i.p.v. Memento Mori.

  36. De tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600

  37. De tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600 Wereldbeeld veranderde door ontdekkingsreizen. Op ontdekkingsreis voor: Specerijen (over land tol betalen aan de Turken, dus over zee een nieuwe route naar Azie zoeken). Rijkdom. Verspreiding christendom.

  38. De tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600 1492 Columbus ontdekt Amerika. 1498 Vasco da Gama ontdekt via Afrika een westelijke route naar Indië. Rond 1500 splitsing binnen christelijke kerk: Protestanten Katholieken Tegelijkertijd opstand tegen de Spaanse koning Filips II (80-jarige oorlog 1568-1648)  Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

  39. 6 De tijd van regenten en vorsten

  40. De tijd van regenten en vorsten1600-1700 Rond 1600 ontstond in Europa als gevolg van de ontdekkingsreizen en veroveringen een wereldeconomie. Nederland belangrijke rol met Amsterdam als stapelmarkt. Gouden Eeuw in Nederland door winsten WIC, VOC. Wetenschappelijke revolutie: in verschillende landen werden veel uitvindingen gedaan.

  41. De tijd van regenten en vorsten1600-1700 Bestuur in Nederland uniek: geen koninkrijk met absoluut vorst maar republiek. Nederland opgedeeld in verschillende gewesten die bestuurd werden door regenten. Alleen in tijden van nood kwamen de vertegenwoordigers van gewesten bij elkaar om te vergaderen.

More Related