230 likes | 384 Vues
LIDC Amsterdam Congress Question B The Netherlands. “ Unfair Competition in the Netherlands” Auteurs: Bernardine W.M. Trompenaars, Ministerie van Economische Zaken, directie Marktwerking Minos van Joolingen, AKD Prinsen van Wijmen Rogier de Vrey, Van Doorne NV Assistentie:
E N D
LIDC Amsterdam Congress Question B The Netherlands “Unfair Competition in the Netherlands” Auteurs: Bernardine W.M. Trompenaars, Ministerie van Economische Zaken, directie Marktwerking Minos van Joolingen, AKD Prinsen van Wijmen Rogier de Vrey, Van Doorne NV Assistentie: Cara Pronk, paralegal AKD Prinsen van Wijmen Cindy Meijer, Ministerie van Economische Zaken, directie Marktwerking
Bespreking LIDC rapport ongeoorloofde mededinging in Nederland: Deel A • Behandeling van de vragen van het rapport Deel B • Discussie aan de hand van een aantal stellingen
Deel AOngeoorloofde mededinging in Nederland • Definitie? • Structuur: geen uniforme wetgeving, maar verspreid over verschillende wetten en jurisprudentie
Deel I: algemeenVraag 1: ongeoorloofde mededingingsbepalingen in Nederland? • Aan de orde komen: I Het kader van art. 6:162 BW II Specifieke wetten III Jurisprudentie (o.b.v. 6:162 BW)
I: Artikel 6:162 BW • Jurisprudentie geldt als belangrijkste rechtsbron voor het rechtsgebied ongeoorloofde mededinging. • Om bepaald gedrag als oneerlijk aan te merken, moet er aan de voorwaarden van artikel 6:162 BW voldaan zijn.
I: Artikel 6:162 BW • Bekende voorwaarden: onrechtmatig, toerekenbaar, schade, causaliteit en relativiteit. • Onrechtmatigheid: - inbreuk op een recht, of - doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht, of - doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
I: Onrechtmatigheid • inbreuk op een recht: oneerlijke mededinging ziet niet op inbreuk van een absoluut en exclusief recht. • strijd met wettelijke plicht: bv; art.6 Mw, art.24 Mw, art.6:194 BW, art.1a lid 2 Wet op de Kansspelen, Colportagewet. • strijd met ongeschreven recht: met name pure vermogensschade is van belang voor ongeoorloofde mededinging. (nader besproken onder III jurisprudentie)
II: Specifieke wettelijke bepalingen m.b.t. ongeoorloofde mededinging • Misleidende en vergelijkende reclame: art.6:194 en 6:194a e.v. • Colportagewet • Electriciteitswet 1998 en Gaswet • Wet financiële dienstverlening
III: Jurisprudentie • Leerstukken uit de rechtspraak gebaseerd op artikel 6:162 BW: • Slaafse nabootsing; • Verwarring omtrent onderscheidingsmiddelen; • Prestatiebescherming.
Vraag 2: zwarte lijst van ongeoorloofde handelspraktijken? • In beginsel: nee • Maar wel in specifieke wetten: Electriciteitswet 1998 en Gaswet. • Implementatie Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken
Deel II: inhoudelijke regelsVraag 1: Verschillende regels voor consumenten hetzij ondernemingen? • Uitgangspunt: zowel belangen van consument als van handelaar worden beschermd. • Uitzondering op basis van relativiteitsnorm, bijv.: WOK, Europees consumentenrecht zoals Colportage, Electriciteits- en Gaswet.
Vraag 2: Verschillende criteria voor de beoordeling van ongeoorloofde handelspraktijken vanuit het perspectief van de consument of onderneming? • Bij artikel 6:162 BW zijn de criteria gelijk. • Bij toepassing wordt er doorgaans wel onderscheid gemaakt tussen de consument en de concurrent: de zwakkere partij krijgt meer bescherming.
Vraag 3: Verschillende definities van consument/ niet-consument in de bepalingen van ongeoorloofde mededinging? • Nederlands recht definieert consument als de ‘redelijke consument’. • In overeenstemming met Europees recht.
Deel III: Niet-economische aspectenVraag 1:spelen niet-economische aspecten een rol bij ongeoorloofde mededinging? • Niet-economische aspecten kunnen worden meegewogen door de rechter bij de beoordeling van ongeoorloofde mededinging. • Voorbeeld: Benetton reclame • Zelfregulering
Deel IV: ProcedureelVraag 1: Verschillende sancties of procedures voor ongeoorloofde mededinging bij consumenten of ondernemingen? • Onderscheid tussen: - Publieke handhaving - Private handhaving
Private handhaving: art.6:162 BW • Mogelijke sancties: - Schadevergoeding (art.6:162 jo. 6:95 BW) - Verklaring voor recht (art.3:302 BW) - Gebod/verbod (art.3:296 BW) - Rectificatie (art. 6:167 en 6:196 BW) • Relativiteit: art.6:163 BW. • Collectieve actie: art.3:305a BW. • Zelfregulering: Nederlandse Reclame Code/ Reclame Code Commissie.
Publieke handhaving • Colportagewet: FIOD-ECD. Vanaf 01-01-2007: nieuwe ConsumentenAutoriteit (CA). • Electriciteits- en Gaswet: NMa. Wordt waarschijnlijk ook CA na implementatie Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken. • RL OHP: CA (wordt geregeld in nieuwe Wet handhaving consumentenbescherming. • Wet financiële dienstverlening: AFM.
Deel V: MeningVraag 1 en 2: Verschillende regelgeving nodig op het gebied van ongeoorloofde mededinging ten aanzien van consumenten en ondernemingen? Verschillende belangen behartigen? • Uitgangspunt: wetgeving onder één noemer brengen. • Extra bescherming voor zwakkere partij indien nodig.
Vraag 3: Verhouding van sancties van ongeoorloofde mededinging ten aanzien van de sancties uit Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten? • Handhavingsrichtlijn gericht op exclusief rechthebbenden. Niet onverkort van toepassing op ongeoorloofde mededinging.
Deel B: Discussie • Stelling 1: “Wetgeving inzake ongeoorloofde mededinging moet een onderscheid maken tussen de belangen van de consument én van de handelaar.”
Discussie • Stelling 2: “ De Handhavingsrichtlijn moet niet onverkort van toepassing zijn op het ongeoorloofde mededingingsrecht. De rechtsmiddelen die geboden worden onder het commune onrechtmatige daadsrecht zijn voldoende.”
Discussie • Stelling 3: “ De publieke handhaving door de ConsumentenAutoriteit vormt een welkome aanvulling op de huidige (grotendeels) private handhaving”
Voor nadere informatie: - vrey@van-doorne.com - mvanjoolingen@akd.be - b.w.m.trompenaars@minez.nl